Personeel en identificatieplicht

Iedereen moet zich kunnen identificeren, ook op de werkplek. Als werkgever bent u verplicht de identiteit van uw werknemers te controleren. U controleert voor aanvang van het dienstverband het originele identiteitsbewijs en bewaart een kopie ervan in uw administratie.

  • Identificatieplicht werkgever
  • Verificatieplicht
  • Bewaarplicht
  • Andere identiteitsbewijzen
  • Identificatieplicht voor uitzendkrachten
  • Identificatieplicht voor vrijwilligers

Identificatieplicht werkgever

Voor u als werkgever bestaat de identificatieplicht uit 3 onderdelen:

  • Verificatieplicht betekent dat u het identiteitsbewijs van werknemers bij indiensttreding moet controleren op echtheid en geldigheid.
  • Bewaarplicht houdt in dat u zelf een kopie maakt van het identiteitsbewijs van alle werknemers die u in dienst neemt en deze in uw administratie bewaart.
  • Zorgplicht betekent dat u uw werknemers bij controle in de gelegenheid moet stellen om aan hun identificatieplicht te voldoen. U moet uw werknemers erop wijzen dat zij ook tijdens het werk een geldig identiteitsbewijs bij zich moeten dragen. Dit geldt voor mensen die rechtstreeks bij u in dienst zijn, maar ook voor inleenkrachten.

 

Verificatieplicht

Bij indiensttreding van een nieuwe werknemer bent u verplicht naar een geldig identiteitsbewijs te vragen. De werknemer is verplicht het originele document te tonen. Dit kan bijvoorbeeld een paspoort zijn, een identiteitskaart of vreemdelingendocument.

Bij het controleren van identiteitsbewijzen moet u letten op:

  • de pasfoto: komt deze overeen met de persoon die voor u staat?
  • kenmerken: kloppen de genoemde fysieke kenmerken zoals lengte en leeftijd?
  • handtekening: laat de medewerker ter controle zichtbaar een handtekening zetten;
  • nationaliteit: de identificatieplicht geldt ook voor buitenlandse werknemers;
  • geldigheid van het document: is de vervaldatum nog niet verstreken?

Bewaarplicht

U maakt zelf een duidelijke kopie waaruit de aard en het nummer van het identiteitsbewijs blijken. U bewaart deze kopie in uw administratie zodat u bij eventuele controles, bijvoorbeeld door de Arbeidsinspectie, de gevraagde inlichtingen kunt geven. U bent verplicht de kopie te bewaren tot minstens 5 jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de werkzaamheden zijn beëindigd. Bijvoorbeeld: als de dienstbetrekking op 1 juli 2005 is geëindigd, moet u de kopieën van het identiteitsbewijs in ieder geval bewaren tot en met 31 december 2010.

Andere identiteitsbewijzen

Op een rijbewijs en op een verklaring van de belastingdienst met sofi-nummer/burgerservicenummer staat geen nationaliteit vermeld. Daarom zijn dit geen geldige identiteitsbewijzen voor de verificatieplicht.

Identificatieplicht voor uitzendkrachten

Als u een of meer uitzendkrachten inhuurt via een uitzendbureau, moet u ook als inlenende werkgever zelf het originele identiteitsbewijs van de uitzendkracht controleren. U doet dit voor het begin van de werkzaamheden. Huurt u een of meer uitzendkrachten in die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, dan geeft het uitzendbureau u bovendien een kopie van het geldige identiteitsbewijs van de uitzendkracht. U bewaart de kopie in uw administratie.

Identificatieplicht voor vrijwilligers

De identificatieplicht geldt ook voor vrijwilligers die voor uw organisatie werken. Ook van de vrijwilligers moet u dus het identiteitsbewijs controleren en een kopie hiervan bewaren. Bovendien wijst u de vrijwilligers erop dat zij een geldig identiteitsbewijs bij zich moeten dragen.

(Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 25-5-2011)

Samenwonen en de belasting

Als u gaat samenwonen, kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u en uw huisgenoot betalen. Welke gevolgen dat precies zijn, hangt af van uw persoonlijke situatie. Die bepaalt of u fiscale partners van elkaar bent. Fiscale partners kunnen bij de aangifte inkomstenbelasting bepaalde inkomsten en aftrekposten verdelen.

  • Voorwaarden fiscaal partnerschap
  • Geen fiscale partners
  • Gevolgen samenwonen fiscaal partnerschap
  • Fiscaal partnerschap gewijzigd sinds 2011
  • Meer informatie

Voorwaarden fiscaal partnerschap

U bent fiscale partners in de volgende gevallen:

  • U staat allebei op hetzelfde adres ingeschreven bij de gemeente, u bent allebei meerderjarig en u heeft samen een notarieel samenlevingscontract afgesloten.
  • U staat allebei op hetzelfde adres ingeschreven bij de gemeente en u voldoet aan 1 van de volgende voorwaarden:
    – U heeft samen een kind.
    – Eén van u heeft een kind van de ander erkend.
    – U bent bij een pensioenfonds aangemeld als pensioenpartners.
    – U bent samen eigenaar van een eigen woning.

Geen fiscale partners

Als u niet aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voldoet, bent u geen fiscale partners. U mag bepaalde inkomsten en aftrekposten niet verdelen. Iedere partner geeft zijn eigen inkomsten en aftrekposten aan.
Ontvangt u huurtoeslag, zorgtoeslag of kinderopvangtoeslag en bent u geen fiscale partners, dan kunt u nog wel toeslagpartner zijn. Het inkomen van de toeslagpartner telt mee voor de hoogte van de toeslag.

Gevolgen samenwonen fiscaal partnerschap

Als fiscale partners kunt u samen bepalen hoe u de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdeelt. Iedere verdeling is toegestaan, zolang het totaal maar 100 % is. Er zijn ook posten die u niet mag verdelen, zoals loon en lijfrentepremies. Een compleet overzicht vindt u op de website van de Belastingdienst.
Fiscaal partnerschap is ook van belang als u geen of weinig inkomen hebt. U hebt dan misschien recht op uitbetaling van heffingskortingen. Voorwaarde is dan onder meer dat u langer dan 6 maanden dezelfde fiscale partner hebt, die voldoende (Nederlandse) belasting betaalt. Meer informatie vindt u op de website van de Belastingdienst.

Fiscaal partnerschap gewijzigd sinds 2011

Tot 1 januari 2011 kon u ervoor kiezen fiscale partners te zijn. Sinds 1 januari 2011 is die keuze vervallen.
U bent nu in ieder geval fiscale partners als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft. Als u ongehuwd samenwoont, bepaalt uw persoonlijke situatie of u fiscale partners bent. U kunt dus niet meer kiezen voor fiscaal partnerschap.
(Bron: Ministerie van Financiën 26-5-2011)

Inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering

Als uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat bij u te veel inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering is ingehouden, zorgt de Belastingdienst in het volgende kalenderjaar automatisch voor een teruggaaf. U hoeft zelf dus niets te doen. U ontvangt ook een brief over de teruggaaf.

  • Wanneer betaalt u te veel inkomensafhankelijke bijdrage
  • Terugbetaling aan u of aan uw werkgever of uitkeringsinstantie
  • Voorschot op teruggave inkomensafhankelijke bijdrage

Wanneer betaalt u te veel inkomensafhankelijke bijdrage

U kunt te veel inkomensafhankelijke bijdrage betalen als u bijvoorbeeld 2 werkgevers heeft of naast uw loon ook pensioen of een (lijfrente)uitkering ontvangt. Iedere werkgever en uitkeringsinstantie moet namelijk de inkomensafhankelijke bijdrage inhouden. Deze bijdrage geldt overigens tot een maximum bedrag. Komt uw totale inkomen boven dit bedrag uit en heeft u 2 werkgevers of uitkeringsinstanties, dan kan te veel worden ingehouden.

Terugbetaling aan u of aan uw werkgever of uitkeringsinstantie

De Belastingdienst betaalt het te veel betaalde bedrag terug aan diegene die te veel heeft betaald:

  • Als uw werkgever of uitkeringsinstantie de bijdrage vergoedt, krijgt deze de te veel betaalde inkomensafhankelijke bijdrage terug.
  • Als uw bijdrage niet door uw werkgever of uitkeringsinstantie wordt vergoed, krijgt u zelf de te veel betaalde inkomensafhankelijke bijdrage terug.
  • Als uw ene werkgever of uitkeringsinstantie de bijdrage wel vergoedt en de andere niet, krijgt u de bijdrage zoveel mogelijk rechtstreeks terug. Als er nog een bedrag overblijft, gaat dit naar uw werkgever of uitkeringsinstantie.

Als de teruggaaf die uw werkgever of uitkeringsinstantie voor u ontvangt lager dan een bepaald bedrag is, mag uw werkgever of uitkeringsinstantie ervoor kiezen de teruggaaf niet te verrekenen of uit te betalen. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld. U kunt dit bedrag opvragen bij de BelastingTelefoon of vinden op de website van de Belastingdienst.

Voorschot op teruggave inkomensafhankelijke bijdrage

Als u aan bepaalde voorwaarden voldoet, betaalt de Belastingdienst een voorschot uit op de teruggaaf van de inkomensafhankelijke bijdrage die te veel wordt ingehouden op uw inkomsten. De voorwaarden vindt u op de website van de Belastingdienst. De hoogte van uw voorschot stelt de Belastingdienst vast op basis van een geschat inkomen. Het kan gebeuren dat u na de definitieve berekening geld moet terugbetalen aan de Belastingdienst of extra geld terug ontvangt.

 

(Bron: ministerie van financiën 9-5-2011)

Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

U hoeft zelf niets te doen om een tegemoetkoming te krijgen uit de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Als u recht heeft op de algemene tegemoetkoming ontvangt u automatisch een brief (beschikking) van het CAK. De algemene tegemoetkoming wordt automatisch aan u uitgekeerd.

  • Gegevens voor tegemoetkoming
  • Automatisch bericht van CAK
  • Geen brief CAK ontvangen

Gegevens voor tegemoetkoming

Alleen de gegevens die bij de zorgverzekeraar bekend zijn, tellen mee voor de tegemoetkoming. Let er dus op dat u rekeningen voor zorg en hulpmiddelen die u zelf heeft betaald op tijd indient bij uw zorgverzekeraar.

Automatisch bericht van CAK

Het CAK heeft in oktober 2010 en begin november 2010 brieven (beschikkingen) gestuurd voor de algemene tegemoetkoming Wtcg 2009. De uitbetaling hiervan is gestart in december 2010. Het bedrag waar u recht op heeft, wordt op uw rekening bijgeschreven.

Geen brief CAK ontvangen

Heeft u na 16 november 2010 nog geen brief (beschikking) ontvangen van het CAK en wilt u weten of u recht heeft op een tegemoetkoming, dan kunt u online de Wtcg test invullen. Deze test geeft een eerste indicatie of u mogelijk voor een tegemoetkoming in aanmerking komt. De uitkomst van de test is niet definitief en u kunt er dus geen rechten ontlenen.

Denkt u dat u in aanmerking komt voor de tegemoetkoming, dan kunt u een aanvraag hiervoor indienen bij het CAK met het ‘Aanvraagformulier algemene tegemoetkoming Wtcg’. U kunt het aanvraagformulier telefonisch aanvragen via het informatienummer Algemene tegemoetkoming Wtcg van het CAK of downloaden van de website van het CAK.

 

(Bron: ministerie VWS mei 2011)