Informatieplicht belastingplichtige bij verklaring geen privégebruik

Het komt voor dat een belastingplichtige er achteraf achterkomt dat door hem verstrekte informatie niet (meer) juist of niet (meer) volledig is. Op dit moment is de belastingplichtige alleen in de loonbelasting verplicht om dan aan de bel te trekken. Buiten de correctieberichten om kan de belastingplichtige achterover leunen. Naar de mening van het kabinet is dit ongewenst. Concreet zijn er nu vier gevallen waarin het kabinet voorstelt een verplichting tot het doen van een dergelijke mededeling aan de belastingplichtige op te leggen.

Deze zijn de verklaring ‘uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’, de verklaring ‘geen privé-gebruik’, Edelweisssituaties en de suppleties voor de omzetbelasting. Dit wordt gemeld in de Overige fiscale maatregelen.

Vergrijpboete

Het voorstel voorziet in de mogelijkheid om het niet-nakomen van de informatieverplichting of van de voorschriften aan te merken als een beboetbaar feit. Het opnemen van een boetemogelijkheid benadrukt het belang dat het kabinet aan de verplichting hecht. Het wetsvoorstel voorziet uitsluitend in de mogelijkheid om een vergrijpboete op te leggen. De informatieverplichting geldt namelijk alleen als de belastingplichtige bekend is of wordt met bepaalde onjuistheden of onvolledigheden. De inspecteur zal uiteraard moeten bewijzen dat de onjuistheid of onvolledigheid de belastingplichtige bekend is (geworden). De vergrijpboete bedraagt maximaal 100 percent van het bedrag aan belasting dat als gevolg van het niet nakomen van de informatieverplichting niet is of niet zou zijn geheven.

[ Bron: KluwerSalarisadministratie.nl 19-9-2011 ]

Pensioenakkoord chronologisch overzicht

19 september 2011

Het FNV heeft ingestemd met het pensioenakkoord. De AOW-leeftijd gaat in twee stappen omhoog naar 67 jaar, in 2025.

FNV-voorzitter Jongerius vond dat de FNV moest instemmen met het akkoord, nadat Kamp een “eindbod” op tafel had gelegd.
Het niet accepteren van het akkoord zou betekenen dat Kamp zou terugvallen op het regeerakkoord.

De belangrijkste aanpassingen:
* De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd zal in twee stappen plaatsvinden. De eerste stap in 2020, gaat de pensioenleeftijd naar 66 jaar en in 2025 gaat de pensioenleeftijd naar 67 jaar.
* Vanaf 2020 zelf kiezen op welke leeftijd u met pensioen wilt gaan. Voorwaarde is wel, dat voor elk jaar dat u eerder met pensioen gaat, 6,5% minder AOW zult ontvangen.
16 september 2011
De PvdA is vanacht akkord gegaan met de Inhoud van het Pensioenakkoord na toezeggingen van Minister Kamp. De laagste inkomens die tóch met 65 met pensioen willen, krijgen extra geld. Voor mensen in de WW waarvoor Bijstand dreigt wordt een regeling getroffen. Maandag 19 september is er opnieuw overleg met het FNV.

13 september 2011
FNV Bondgenoten en Abvakabo wijzen het akkoord weer af. Abvakabo en FNV Bondgenoten blijven zich samen tegen het akkoord verzetten. “We gaan autonoom druk zetten op de minister en op de werkgevers”, aldus Henk van der Kolk. Jongerius gaat later vandaag naar Minister Henk Kamp.

15 augustus 2011
Leden van FNV Bondgenoten hebben tegen de inhoud van het pensioenakkoord gestemd. In een referendum stemde 96% van de leden van deze vakbond tegen het pensioenakkoord.
Lees verder op: http://nieuwsuit.com/2011/FNV-stemt-over-pensioenakkoord/

28 juni 2011
Tweede Kamerlid Roos Vermeij van PvdA: “akkoord is een basis, maar het moet echt beter” Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt van de SP: “het akkoord is op sterven na dood” Tweede Kamerlid Fatma Koser Kaya van D66: ” het akkoord is een wurgcontract voor 55-minners” Tweede Kamerlid Jesse Klaver van Groen Links: ”een vaag compromis” Tweede Kamerlid Carola Schouten van Christen Unie: ”een soort piramidespel” Tweede Kamerlid Ineke Dezentjé van VVD: ”een belangrijke en moedige stap voorwaarts’ Het debat over hervorming van de AOW en aanvullende pensioenen in de Tweede Kamer werd even verstoord door protesterende jongeren. De jongeren moesten de tribune verlaten.

juni 2011
Henk Kamp past het systeem aan dat mensen die vanaf 2020 met pensioen gaan niet in koopkracht achteruit gaan. In het begin krijgen ze iets meer AOW en in de jaren erna wat minder. De verhoging compenseert de te betalen AOW-premie.

juni 2011
Het CPB laat, na bestudering van de inhoud van het huidige pensioenakkoord, weten dat zij in het dit pensioenakkoord grote risico’s menen te zien voor metname jongere werknemers. De jongere generatie loopt met dit pensioenakkoord het risico een lager pensioen te zullen krijgen. Mensen die voor hun 65e stoppen met werken gaan er 6 tot 7% op achteruit, aldus het CPB.

juni 2011
Ook de Abvakabo is tegen het pensioenakkoord en wil dat er opnieuw onderhandeld wordt. Het bestuur vindt dat de risico’s te eenzijdig bij de werknemers terecht komen. Dat noemt het ook onacceptabel dat mensen met lage inkomens en zware beroepen erop achteruitgaan.

juni 2011
De groep werknemers die eind dit jaar 57 jaar of ouder is en officieel op zijn 65ste met AOW en met pensioen kan gaan, moeten een halve tot maximaal 4,5 maand langer werken om een volledig pensioen op te kunnen bouwen. Dit schrijft Minister Kamp aan de Tweede Kamer. Hij wil hiermee extra druk zetten op de bonden.

juni 2011
Uit berekeningen van het FNV blijkt dat het voor mensen met een laag inkomen vanaf 2020 niet meer mogelijk wordt om op of voor hun 65e te stoppen met werken, zodra het huidige pensioenakkoord zal worden ingevoerd.

juni 2011
FNV Bondgenoten, de grootste vakbond binnen de FNV centrale is vandaag met een alternatief plan gekomen voor het pensioenakkoord dat afgelopen vrijdag werd getekend. Inp plaats van een garantie van 97,5% van de hoogte van het pensioen stelt FNV Bondgenoten dat de dekkingsgraad van 105% gewoon kan blijven. Daarnaast stellen ze voor om een reservepot van 20% aan te leggen die tegenvallers op de beurs moet kunnen gaan opvangen.

FNV Bondgenoten had al voor de ondertekening van het pensioenakkoord door de sociale partners laten weten niet akkoord te gaan met de inhoud van het pensioenakkoord. In het huidige pensioenakkoord ligt de rekening te veel bij de werknemer en zijn uitkeringen variabel (en dus onzeker) gemaakt, aldus FNV Bondgenoten.

juni 2011
Het pensioenaakkoord 2011 is getekend. Zojuist is de persconferentie begonnen waarin dit bevestigd wordt.

De volgende maatregelen zijn daarin opgenomen:
* De pensioenleeftijd stijgt in 2020 van 65 naar 66 jaar
* De pensioenleeftijd stijgt in 2025 naar 67 jaar
* De AOW-uitkering wordt gekoppeld aan de loonontwikkeling. Dit betekent een stijging vanaf 2013 van 0,6 % tot 2028
* Als werknemers besluiten om op hun 65e te stoppen met werken, worden ze gekort met 6,5% op hun aow
* Er komt een inkomensafhankelijke ouderenkorting
* 97,5% van het opgebouwde pensioen wordt gegarandeerd.

FNV-Bondgenoten zal hun achterban adviseren niet akkoord te gaan met dit besluit. Groot bezwaar van Bondgenoten is, dat de pensioenuitkeringen niet meer gegarandeerd zullen zijn doordat deze afhankelijk zijn van de opbrengst van beleggingen. Er volgt nog een referendum voor alle FNV-leden. Over ongeveer vijf weken moet duidelijk worden of de leden van vakcentrale FNV het pensioenakkoord steunen.

Ook in de Tweede Kamer is er een kleine minderheid niet vóór. Er zullen nog wetten aangepast moeten worden maar naar alle waarschijnlijkheid kan het pensioenakkoord 2011 zoals het er nu ligt, doorgang vinden.
juni 2011
De inhoud van het pensioenakkoord zorgt voor grote onenigheid binnen de FNV.
Daar waar Agnes Jongerius, van de vakcentrale FNV, bereid zou zijn om in te stemmen met het pensioenakkoord zijn het metname de vakbonden FNV Bondgenoten, Abvakabo en FNV Bouw die grote moeite hebben met de inhoud van het pensioenakkoord. Zij dreigen dan ook om hun leden een negatief advies te geven bij de stemming over de goedkeuring van het pensioenakkoord.

Met name het feit dat werknemers te weinig zekerheid krijgen over de hoogte van hun pensioenuitkering schiet bij de bonden in het verkeerde keelgat. Zij zijn van mening dat werkgevers zouden moeten bijspringen als pensioenfondsen, door bijv. tegenvallende beleggingen, in de problemen komen. De extra AOW-stijging van 0,6 procent wordt door genoemde bonden afgedaan als een sigaar uit eigen doos.

Origineel bericht pensioenakkoord 2010
Volgens ingewijden zal nog voor het einde van deze week duidelijk worden wat de inhoud is van het pensioenakkoord dat werkgevers en het kabinet op het punt staan af te sluiten.
Het nieuwe pensioenakkoord is hard nodig, aldus het kabinet, om zodoende o.a. de kosten van toenemende vergrijzing in Nederland op te kunnen vangen.

Op dit moment zijn er aanwijzingen dat in het pensioenakkoord o.a. de volgende maatregelen zullen worden opgenomen:
* De pensioenleeftijd stijgt in 2020 van 65 naar 66 jaar
* De pensioenleeftijd stijgt in 2025 naar 67 jaar
* De AOW-uitkering wordt gekoppeld aan de loonontwikkeling. Mogelijk betekent dat een stijging van 0,6 % tot 2028
* Als werknemers besluiten om op hun 65e te stoppen met werken, worden ze gekort met 6,5% op hun aow

Zodra de inhoud van het pensioenakkoord definitief bekend is zal daar, op deze pagina van NieuwsUit.com, melding van worden gemaakt.
(Bron: Nieuwsuit 26-9-2011, bewerkt)

Nieuwe regels jaarverslaggeving zijn bekend

Bij het opstellen van het jaarverslag van uw onderneming moet u vanaf 1 januari 2012 de nieuwe Richtlijnen voor de jaarverslaggeving gebruiken. De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft op 13 september 2011 de nieuwe Richtlijnen gepubliceerd.

 

Bij het opstellen van de jaarrekening van uw onderneming moet u voldoen aan de regels die in de wet zijn opgenomen. De Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving geven aan op welke wijze u de gegevens in de jaarrekening moet verwerken om aan deze wettelijke regels te voldoen. Hierbij maakt de Raad voor de Jaarverslaggeving een onderscheid tussen de grote/middelgrote rechtspersonen en de kleine rechtspersonen.

 

In de nieuwe Richtlijnen zijn aanpassingen aangebracht en zijn sommige regels verduidelijkt. Zo is een ontwerp-Richtlijn, waarbij u vastgoedbeleggingen niet meer mag verwerken volgens de bepalingen van de materiële vaste activa, omgezet in een Richtlijn. Daarnaast is verduidelijkt dat u in de jaarrekening geen informatie hoeft te geven over gebeurtenissen na balansdatum als die geen invloed hebben op de feitelijke situatie per balansdatum. U kunt alle wijzigingen vinden op de website van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

 

Uw mening over de Richtlijnen

 

De Raad voor de Jaarverslaggeving is ook altijd geïnteresseerd in uw mening over de nieuwe Richtlijnen. U kunt dan ook uw reacties en commentaren op deze Richtlijnen tot 1 december 2011 per email zenden naar het volgende adres: rj@rjnet.nl. De Raad voor de Jaarverslaggeving zal deze commentaren gebruiken bij het vaststellen en wijzigen van definitieve Richtlijnen.

 

(Bron RJ 13 september 2011)

Overzicht Belastingplan 2012

Het Belastingplan 2012 bevat vijf wetsvoorstellen: Het Belastingplan 2012, Overige fiscale maatregelen 2012, Wetsvoorstel uitwerking Autobrief; Geefwet, Wetsvoorstel toepassing dwangsomregeling toeslagen. Een overzicht van de belangrijkste maatregelen in het Belastingplan 2012 en het Wetsvoorstel overige fiscale maatregelen. Het aantal belastingen wordt teruggebracht van 22 naar 15.

 

Vereenvoudigingspakket:

  • Afschaffen kleine belastingen: de afvalstoffenbelasting, grondwaterbelasting, de verbruiksbelasting van pruim- en snuiftabak, de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, de belasting op leidingwater de verpakkingenbelasting en het eurovignet worden afgeschaft;
  • Omzetting zelfstandigenaftrek in een vaste basisaftrek van € 7.280 die niet wordt geïndexeerd.;
  • Afschaffing kindertoeslag heffingsvrije vermogen box 3;
  • Vitaliteitspakket: de spaarloonregeling en de levensloopregeling verdwijnen;
  • Nieuwe renteregeling: Het tijdvak waarover rente worde berekend vangt aan op 1 juli na afloop van het belastingjaar;
  • Bijtelling bestelauto’s;
  • Winstdrempel belastingplicht stichtingen en verenigingen.

Maatregelen gericht op soliditeit:

  • Objectvrijstelling vaste inrichtingen;
  • Renteaftrekbeperking overnameholding;
  • 30%-regeling;
  • Verlaging leeftijdsgrens aftrek levensonderhoud kinderen;
  • Verlaging leeftijdsgrens jongste kind voor niet-inkomensafhankelijke deel alleenstaande-ouderkorting: De heffingskorting voor alleenstaande ouders (het niet-inkomensafhankelijke deel van de alleenstaande ouderkorting) wordt aangescherpt door de leeftijdsgrens van het (jongste) kind te verlagen van 27 naar 18 jaar. De leeftijdsgrens van de aanvullende alleenstaande ouderkorting blijft 16 jaar;
  • Geleidelijk schrappen uitzonderingen uitbetaling algemene heffingskorting;
  • Aanpassing doorwerkbonus;
  • Afschaffing kindertoeslag heffingvrije vermogen in box 3;
  • Nieuwe renteregeling;
  • Wijziging (her)bestedingsreserve;
  • Jaarlijkse neerwaartse bijstelling CO2-schijfgrenzen BPM;
  • Vervallen vrijstelling MRB zeer zuinige personenauto’s per 1 januari 2014;
  • Jaarlijkse neerwaartse bijtelling CO2-grenzen voor bijtelling loon-/inkomstenbelasting

In het Belastingplan is ook de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% opgenomen.

Wetsvoorstel overige fiscale maatregelen 2012

  • Elektronische aanmelding EIA/MIA;
  • Defiscalisering vorderingen/schulden;
  • Vereenvoudiging bij nummerverwerving;
  • Uitbreiding soepele herziening;
  • Afschaffen 10% regeling toeslagen;
  • Inperking reikwijdte herleiden inkomen na overlijden bij toeslagen;
  • Verruimen aanvraagtermijn toeslagen;
  • Wijziging fondswervende instellingen;
  • Maatregelen ter bestrijding van fraude.

Maatregelen gericht op fraudebestendigheid:

  • Eén bankrekeningnummer;
  • Verbreding inzet automatische nummerplaatherkenning;
  • Vergrijpboete na verzuimboete na nieuwe bezwaren;
  • Verhoging boetes toeslagen;
  • Bestrijding Edelweissroute;
  • Verplichting fiscaal vertegenwoordiger verzekeringsmaatschappijen buiten de EU.

Reeds getroffen maatregelen gericht op fraudebestendigheid in de uitvoeringssfeer:

  • In de communicatie met burgers wordt er extra op gewezen dat het invullen van gefingeerde gegevens strafbaar is;
  • De procedure die leidt tot het wijzigen van een bankrekeningnummer waarop een teruggaaf wordt uitbetaald, is recent gewijzigd. Wijzigingen worden pas doorgevoerd nadat de burger wijziging van het te gebruiken bankrekeningnummer heeft bevestigd;
  • Wanneer een ondernemer meer dan twee jaar een nihil-aangifte doet voor de omzetbelasting, wordt de onderneming afgevoerd. Zo wordt het risico voorkomen dat met “lege btw-nummers” ten onrechte teruggaaf van omzetbelasting wordt gevraagd;
  • Aan ondernemers die als afnemer deel uitmaken van een keten waarin zeer waarschijnlijk btw-fraude wordt gepleegd, wordt een waarschuwingsbrief gezonden. Daardoor kan aftrek van aan hen in rekening gebrachte omzetbelasting worden geweigerd en kunnen zij bij voortzetting uiteindelijk ook strafrechtelijk worden aangepakt;
  • Voordat uitbetaling plaatsvindt, wordt gecontroleerd of de opgegeven bankrekening wordt gebruikt door verschillende burgerservicenummers (BSN), hetgeen op fraude kan duiden;
  • Aanvragen voor kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht worden extra gecontroleerd voordat ze worden afgehandeld;
  • In april is een koppeling tussen DigiD en het BSN voor de kinderopvangtoeslag gerealiseerd. Recent is deze koppeling ook aangebracht voor de huur- en zorgtoeslag;
  • Aanvragen van teruggaaf en aangiftes worden scherper beoordeeld door extra controles van intelligence en risicoselectie;
  • Aan personen zonder bij de Belastingdienst bekende woon- of verblijfplaats wordt niet meer uitbetaald, omdat het risico van oninbaarheid hier te groot is;
  • De consistentieregels worden aangescherpt.

Nog te treffen maatregelen:

  • De Belastingdienst zal aanvragen van teruggaven en toeslagen beoordelen met contra-informatie die beschikbaar is in bestaande databases en gaat inventariseren welke bestanden nog meer in aanmerking komen voor koppeling;
  • Aanvragen die betrekking hebben op het verleden vormen een extra risico, mede gezien het feit dat het dan vaak om een grote bedragen gaat. Tot nu toe vindt uitbetaling ervan snel plaats. Uitbetaling van deze bedragen zal pas plaatsvinden na controle vooraf;
  • Toekenning van een voorlopige teruggaaf wordt geweigerd als over voorgaande jaren ten onrechte geen aangifte is ingediend;
  • Overleg met de banken om na te gaan of een vorm van structurele samenwerking en uitwisseling van gegevens over en weer het detecteren van systeemfraude kan vergemakkelijken

(Bron: Fiscaal Totaal 16-9-2011)

Fiscaal pakket 2012: autobelastingen

Minister de Jager en Staatssecretaris Weekers van Financiën hebben op de vrijdag voor Prinsjesdag het Fiscaal pakket 2012 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het Fiscaal pakket bestaat uit vijf wetsvoorstellen: het Belastingplan 2012, de Geefwet, de Wet uitwerking autobrief, de Wet toepassing dwangsomregeling toeslagen en de Overige fiscale maatregelen 2012. Hieronder staan per wetsvoorstel alle maatregelen op het gebied van de autobelastingen. Tenzij anders aangegeven is de inwerkingstredingsdatum 1 januari 2012.

Belastingplan 2012

  • Het Eurovignet wordt per 1 januari 2013 afgeschaft (BPM).

Wet uitwerking autobrief

De huidige stimuleringsmaatregelen hebben ertoe geleid dat het aandeel zeer zuinige auto’s in het totale aantal nieuwverkopen sterk aan het oplopen is. Ten tijde van de totstandkoming van het Belastingplan 2011 bedroeg dit aantal 25%, in mei 2011 was dit aantal al toegenomen tot zo’n 33% en naar verwachting zal dit in 2015 ruim 60% zijn. Het kabinet vindt dan ook dat de huidige stimuleringsmaatregelen aanpassing behoeven, opdat in de toekomst uitsluitend de meest zuinige auto’s voor een fiscaal gunstige stimulering in aanmerking komen. Het kabinet heeft de aanpassingen opgenomen in het Belastingplan 2012 en in het wetsvoorstel uitwerking autobrief. De in dit wetsvoorstel uitwerking autobrief opgenomen maatregelen hebben vooral betrekking op de BPM, de MRB en de bijtelling LB/IB. De in dit wetsvoorstel opgenomen maatregelen komen samengevat op het volgende neer:
Voor wat betreft de BPM:

  • De CO2-schijven worden jaarlijks per 1 januari neerwaarts bijgesteld (in 2012 per 1 juli). Tot 1 juli 2012 is de tariefstructuur zoals beschreven in het Belastingplan 2011 van toepassing. In het nieuwe wetsvoorstel worden de CO2-schijfgrenzen voor de jaren tot en met 2015 vastgelegd. In de nieuwe tariefstructuur vangt de eerste schijf in de eindsituatie aan bij een CO2-uitstoot van 83 gr/km. Dit is een forse aanscherping ten opzichte van de huidige vrijstellingsgrens, op grond waarvan benzineauto’s zijn vrijgesteld bij een maximale uitstoot van 110 gr/km en dieselauto’s zijn vrijgesteld bij een maximale uitstoot van 95 gr/km. De tariefstructuur wordt ten opzichte van de huidige structuur uitgebreid met een vierde schijf.
  • De CO2-grenzen voor benzine en diesel groeien langzaam naar elkaar toe tot gelijke waarden in 2015.
  • De vaste dieseltoeslag wordt met ingang van 1 juli 2012 vervangen door een CO2-gerelateerde dieseltoeslag. Deze toeslag wordt dan ook met ingang van die datum verschuldigd en zal tot en met 2015 jaarlijks worden bijgesteld.
  • Er zal mogelijk aanleiding zijn om de tariefstructuur aan te passen ingeval blijkt dat het aandeel zuinige auto’s in de nieuwverkopen weer spectaculair stijgt.

Voor wat betreft de MRB:

  • De vrijstelling van de MRB voor zeer zuinige auto’s vervalt per 1 januari 2014 voor zowel nieuwe als bestaande personenauto’s. Hierdoor zal de MRB vanaf 2014 alleen nog op gewicht zijn gebaseerd.
  • Tot 1 januari 2014 gelden de huidige CO2-vrijstellingsgenzen (benzine 110 gr/km, diesel 95 gr/km).
  • Personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km zullen tot en met 2015 worden vrijgesteld.
  • De korting bij jaarbetaling MRB wordt afgeschaft.

Overige fiscale maatregelen 2012

BPM

  • Toepassing forfaitaire tabel in binnenlandse situaties. In de formulering van het belastbare feit bij ombouw van een geregistreerd motorrijtuig wordt expliciet vermeld dat vaststelling van de belasting geschiedt aan de hand van de forfaitaire afschrijvingstabel.
  • Vergunning aangifte per tijdvak. In de Uitvoeringsregeling BPM 1992 wordt opgenomen dat de inspecteur nadere voorwaarden en beperkingen kan stellen aan een vergunning voor het achteraf per tijdvak voldoen van verschuldigde BPM.
  • BPM-heffing omgebouwde motorrijtuigen. De praktijk van verrekening van eerder voor een motorrijtuig betaalde belasting krijgt nu een wettelijke basis. Belasting wordt per saldo alleen geheven voor zover de belasting na ombouw hoger is dan die vóór de ombouw. Het te verrekenen bedrag wordt gemaximaliseerd tot het bedrag van de verschuldigde belasting.
  • Buitenlandse leaseauto’s. In de uitvoeringssfeer was reeds goedgekeurd dat voor een in een andere EU-lidstaat of EER-staat geregistreerde leaseauto onder voorwaarden al direct bij de aangifte BPM de teruggaaf bij export wordt verrekend. Deze goedkeuring wordt nu vervangen door een wettelijke regeling. De regeling kan maximaal vier jaar worden toegepast. Bij wijziging van de huurperiode, of als niet langer aan de voorwaarden voor verrekening wordt voldaan, wordt de verrekende teruggaaf herzien.

MRB

  • Houderschapssystematiek autobussen: a) Vanaf 1 januari 2012 wordt ook voor autobussen de MRB geheven ter zake van het houderschap van de autobus. De huidige tarieven voor autobussen worden met 11% naar beneden bijgesteld. b) Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt de Wet MRB op enkele plaatsen nader onder te verdelen en zo een overzichtelijker indeling te bieden.
  • Minimumbedrag teruggaaf en heffing bij kort tijdvak. De minimumdrempel van € 5 bij teruggaaf geldt ook bij de heffing van belasting. Dit wordt nu expliciet in de wet opgenomen.
  • Minimumbedrag heffing bij tariefwijzigingen. De minimumdrempel van € 10 bij tariefsaanpassing geldt ook bij de heffing van belasting. Dit wordt nu expliciet in de wet opgenomen.

Provinciale opcenten

  • Het aantal opcenten op de motorrijtuigenbelasting dat provincies mogen heffen wordt m.i.v. 1 januari 2012 gemaximeerd op 105.
  • Dit maximum wordt m.i.v. 1 januari 2013 jaarlijks geïndexeerd met de tabelcorrectiefactor.
  • De datum waarop provincies de opcenten kunnen wijzigen, wordt verlegd van 1 april naar 1 januari van enig jaar

(Bron: Vakstudienieuws Vandaag 16-9-2011)

Welke hulp biedt het Kadaster als ik een huis koop?

Als u een woning koopt, is het belangrijk dat u weet of er beperkingen op het pand of perceel rusten. Bijvoorbeeld of de woning een monument is, waardoor u niet zomaar mag verbouwen. Of dat er een kapverbod geldt voor een bepaald stuk grond. Het Kadaster verstrekt deze informatie.

Kadastraal Bericht Eigendom

Bij het Kadaster kunt u een Kadastraal Bericht Eigendom opvragen. Hierin staat welke beperkingen op het pand of perceel rusten dat u wilt kopen. Bijvoorbeeld of het pand een monument is. Dit worden publiekrechtelijke beperkingen genoemd.
Daarnaast vermeldt het Kadastraal Bericht wie de ‘gerechtigden’ zijn bij een perceel, zoals de eigenaar of een erfpachter. Ook bevat het bericht de oppervlakte, het koopjaar en in de meeste gevallen de koopsom van het pand.

Aanvragen Kadastraal Bericht Eigendom

U vraagt een Kadastraal Bericht Eigendom aan bij een kantoor van het Kadaster of online via de externe link: website van het Kadaster. Hier vindt u ook de prijzen voor de diensten die het Kadaster levert. Als u ervoor kiest tijdens de koop van een woning een taxatierapport te laten opmaken, hoeft u het Kadaster niet voor deze gegevens te benaderen. De taxateur neemt deze gewoonlijk mee in zijn rapport.

 

(Bron: overheid 17-09-2011)

Post naheffingsaanslag ongeopend doorgeven aan boekhouder leidt niet tot verschoonbaarheid

Hof Arnhem heeft onlangs geoordeeld dat een ondernemer een bezwaarschrift tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) te laat heeft ingediend. Dat de ondernemer de post met die naheffingsaanslag ongeopend heeft doorgegeven aan een boekhouder leidt niet tot verschoonbaarheid.

De ondernemer, die een eenmanszaak drijft, verkoopt in 2008 de inboedel en twee auto’s aan een bedrijf. De auto’s zouden op naam van de bv worden gesteld, maar dat gebeurde echter nooit. De inspecteur legt daarom MRB-naheffingsaanslagen op aan de ondernemer, die vervolgens de bezwaarschriften ruimschoots na verloop van de bezwaartermijn indient. Hij stelt dat hij de naheffingsaanslagen ongeopend aan de boekhouder van de kopende bv heeft overhandigd. De inspecteur verklaart de bezwaren niet-ontvankelijk. Rechtbank Arnhem heeft het beroep ongegrond verklaard.
­
Hof Arnhem oordeelt dat de ondernemer met het te laat indienen van het bezwaarschrift in verzuim is geweest. Volgens het hof heeft hij met zijn handelwijze het risico genomen dat het bezwaar bij onvoorzienbare omstandigheden niet tijdig zou worden ingediend. De termijnoverschrijding is volgens het hof niet verschoonbaar. Het hof bevestigt dan ook de uitspraak van de rechtbank.
(Bron: Pleinplus 9 september 2011)

Mogelijk oprichtingsakte BV geschrapt….

Startende ondernemers zijn straks niet langer duizend euro kwijt aan een notariële oprichtingsakte als ze een eigen bedrijf beginnen. Minister Verhagen (Economische Zaken) zegt zaterdag in De Telegraaf dat hij samen met minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) een afspraak heeft gemaakt de verplichte notariële akte voor het oprichten van een besloten vennootschap (bv) te schrappen.

 

Daarmee zijn de ondernemers bovendien verlost van de berg papierwerk die ze voor de akte moeten overhandigen. Vooral voor ondernemers met een eenmanszaak kan het aantrekkelijk zijn een bv op te richten, om persoonlijke aansprakelijkheid in het privévermogen te vermijden.

De verplichte akte is volgens het kabinet in de meeste gevallen echter helemaal niet nodig en kan dus van tafel. Alleen bij ingewikkelde constructies, waar aandelen tussen verschillende belanghebbenden verdeeld worden, blijft de akte noodzakelijk.

 

(Bron: Telegraaf: 3-9-2011)

Onderscheid smartphone en computer

De Belastingdienst onderscheidt ‘computers’ en ‘communicatiemiddelen’, maar het verschil tussen die twee wordt steeds kleiner.

Moderne communicatiemiddelen en computers zijn niet meer weg te denken in het bedrijfsleven. Was vroeger de autotelefoon (vaak met draad verbonden aan het dashboard) voorbehouden aan de succesvolle zakenman of -vrouw, thans loopt heel Nederland met een mobiele telefoon dan wel smartphone op zak.

En daar blijft het niet bij, een laptop, netbook of tablet computer behoren ook nog vaak tot de standaarduitrusting van werkend Nederland. Vroeger was een telefoon een echt communicatiemiddel, je kon er immers alleen maar mee bellen, sms-en of e-mailen.

Thans brengt de voortschrijdende technologie deze telefoons dichter in de buurt van een computer. Immers, naast de oude functies, zijn er vele extra functies bijgekomen zoals toegang tot internet, foto’s en films, muziek en navigatie.

 

Fiscaal

Fiscaal is het van belang om te weten wanneer er nu sprake is van een communicatiemiddel dan wel een computer. De Wet op de loonbelasting maakt onderscheid voor een belastingvrije vergoeding of verstrekking van ‘computers en dergelijke apparatuur’ en ‘communicatiemiddelen’.

Computers zijn belastingvrij te vergoeden of te verstrekken als deze voor ten minste 90 procent zakelijk worden gebruikt. Voor communicatiemiddelen is een zakelijk gebruik van minimaal 10 procent al voldoende.

 

Vervagen

De belastingdienst constateerde ook dat het verschil tussen computers en communicatiemiddelen steeds meer vervaagt, mobiele telefoons lijken steeds meer op minicomputers en zouden dus zonder nadere regelgeving minder snel belastingvrij vergoed dan wel verstrekt mogen worden.

Tijd voor een verduidelijking derhalve. In een recente beleidspublicatie worden smartphones aangemerkt als communicatiemiddel als het beeldscherm een diagonaal heeft van niet meer dan 7 inch (17,78 cm). Bij deze omvang hebben deze apparaten een beeldscherm en invoermogelijkheden die te beperkt zijn om het toestel langdurig als computer te gebruiken.

Wie het daarmee niet eens is, kan te allen tijde tegenbewijs leveren. De werkgever zal in dat geval aannemelijk moeten maken dat een specifiek apparaat met een groter scherm toch een communicatiemiddel is.

 

iPad

Pocket-PC’s, iPads, mininotebooks, netbooks, e-readers en navigatieapparatuur vallen dus niet onder het begrip communicatiemiddelen. Deze apparatuur is ofwel geschikt voor algemeen gebruik ofwel voor een specifiek gebruik anders dan als communicatiemiddel.

Deze apparatuur valt onder de regeling voor computers zodat deze minimaal voor 90 procent zakelijk moeten worden gebezigd.

Afhankelijk van technische ontwikkelingen zal naar verwachting het onderscheid tussen computers en communicatiemiddelen (verder) vervagen. De trends zullen dan ook worden gevolgd en bezien zal worden in hoeverre dit onderscheid in de fiscale regelgeving in de toekomst aanpassing behoeft.

 

(Bron: nuzakelijk 31-8-2010)