Wat is de overheid van plan met de provisie voor financiële producten?

De regels over provisie bij de verkoop van financiële producten worden aangescherpt. Er komt een verbod op het berekenen van provisie bij de verkoop van complexe financiële producten, zoals hypotheken, pensioenverzekeringen en levensverzekeringen. Daarnaast komt er een norm voor beloningen die u betaalt aan de adviseur en een verbod op bonusprovisie bij de verkoop van schadeverzekeringen. Door deze maatregelen worden de kosten van financiële dienstverlening transparanter.

 

Inwerkingtreding provisieverbod bij verkoop financiële producten

Provisieverbod bij verkoop van financiële producten

Een norm voor beloningen bij verkoop van financiële producten

Verbod op bonusprovisie bij schadeverzekeringen

Waarom wijzigingen provisies

 

Inwerkingtreding provisieverbod bij verkoop financiële producten

Het provisieverbod voor complexe financiële producten geldt vanaf 1 januari 2013. De maatregel over de beloningsnorm en het verbod op bonusprovisie treden in werking op 1 januari 2012.

 

Provisieverbod bij verkoop van financiële producten

Het provisieverbod geldt straks voor onder andere de volgende producten:complexe financiële producten, zoals hypotheken, pensioenverzekeringen en levensverzekeringen; hypothecaire kredieten; inkomensverzekeringen, waaronder betalingsbeschermers en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor ondernemers;uitvaartproducten.

 

Een norm voor beloningen bij verkoop van financiële producten

Als u een financieel product koopt, kunt u de advieskosten betalen via provisie, of de adviseur een beloning geven. Aan deze beloningen wordt een grens gesteld. Deze norm moet ervoor zorgen dat er een betere afstemming is tussen de geleverde dienst en de beloning. U kunt zelf bepalen of u de advieskosten redelijk vindt voor de geboden dienst van de adviseur.

 

Verbod op bonusprovisie bij schadeverzekeringen

Bij schadeverzekeringen geldt vanaf 1 januari 2012 een verbod op bonusprovisie. Bonusprovisies zijn vergoedingen om de verkoop van bepaalde producten te stimuleren. Daarnaast moet de financieel dienstverlener op verzoek bekend maken wat zijn beloning is.

 

Waarom wijzigingen provisies

Het is gebleken dat de huidige regels over provisie niet streng genoeg zijn. Zij stimuleren de adviseur/bemiddelaar onvoldoende om de belangen van de consumenten voorop te stellen. Door een verbod op provisie in te stellen zullen adviseurs zich alleen op de belangen van de klant richten.

(Bron: Overheid 17 Oktober)

 

Wat is provisie en welke regels gelden voor provisie?

Provisie is de beloning die tussenpersonen (adviseurs of bemiddelaars) ontvangen als zij u complexe financiële producten verkopen zoals een beleggingsverzekering of een bankspaarhypotheek. Zij ontvangen provisie van de bank of de verzekeraar wiens producten zij verkopen. Provisie heet ook wel afsluitprovisie of courtage. De tussenpersoon moet u altijd na het 1e orientatiegesprek een dienstverleningdocument overhandigen. Hierin staat de provisie vermeld en de werkzaamheden die hiervoor worden verricht.

 

Dienstverleningsdocument na 1e oriëntatiegesprek

Kostenverklaring van bank of verzekeraar

Toezicht provisieregels

Overige afspraken provisie

Meer informatie provisie en provisieregelgeving

 

Dienstverleningsdocument na 1e oriëntatiegesprek

Tussenpersonen zijn verplicht na het 1e oriëntatiegesprek u een dienstverleningsdocument te overhandigen. Dat is een document waarin staat welke beloning de tussenpersoon ontvangt. Zij mogen de hoogte niet in procenten uitdrukken. Ook moet in het dienstverleningsdocument staan welke werkzaamheden de tussenpersoon voor de beloning doet. Als uw tussenpersoon provisie ontvangt van de aanbieder, moet hij zeggen wat de minimale en de maximale provisie per product kan zijn. De daadwerkelijke provisie moet uiterlijk bij de offerte bij u bekend zijn.

 

Kostenverklaring van bank of verzekeraar

U kunt rechtstreeks bij een bank of verzekeraar een financieel product kopen. Er is dan geen tussenpersoon die mogelijk provisie ontvangt. De aanbieder kan u wel bepaalde kosten in rekening brengen voor de advisering en de distributie (bijvoorbeeld een reclamecampagne). Over deze kosten moet de aanbieder u schriftelijk informatie geven in een zogenaamde kostenverklaring. Deze kosten kunnen verwerkt zijn in de prijs van het product of in het rentepercentage.

 

Toezicht provisieregels

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op de naleving van provisieregels. Aan de hand van bijvoorbeeld meldingen van consumenten kan de AFM overwegen een onderzoek in te stellen naar een financieel adviseur.

 

Overige afspraken provisie

Het ministerie van Financiën heeft met de betrokken brancheorganisaties nog meer afspraken gemaakt over provisie. Het doel van deze regels is zorgen voor een betrouwbare en duurzame relatie tussen financiële tussenpersonen en klanten.

(Bron: Overheid 17 oktober 2011)

 

Wetswijzigingen 1 januari 2012

Per 1 januari 2012 krijgt u als ondernemer te maken met een aantal nieuwe en gewijzigde regels. Op deze pagina vindt u een selectie van deze regels. Het overzicht wordt tot het eind van het jaar uitgebreid.

Let op: Inwerkingtreding op 1 januari 2012 is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling en publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

Belastingen
Fiscale regelingen en subsidies
Personeel en beroepseisen
Bedragen en premies
Bedrijf starten
Bedrijfsvoering en verkoop
Bedrijfshuisvesting
Organisaties

Belastingen

Vaker verplicht wijzigingen doorgeven aan Belastingdienst
Digitaal aangifte doen bij Belastingdienst wordt verplicht
Mededeling loonheffingen aangifte doen en betalen gaat vervallen
Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto vervangt rittenregistratie
Afvalstoffenbelasting wordt afgeschaft
Grondwaterbelasting wordt afgeschaft
Eigenaar pand wordt belastingplichtig voor afvalstoffenheffing
Lidstaten EU helpen elkaar bij invordering belastingschulden

Fiscale regelingen en subsidies

Levensloopregeling wordt afgeschaft
Zelfstandigenaftrek wordt vaste basisaftrek
Nieuwe fiscale aftrek investeringen in R&D (RDA)
Fiscale aftrekbaarheid pensioenpremies zzp’ers wordt verlengd
Maximumbedrag fiscale oudedagsreserve wordt verlaagd
Giftenaftrek in de vennootschapsbelasting wordt verruimd
Einde kleinebanenregeling (premievrijstelling jonge werknemers)
Einde tijdelijke regeling versnelde afschrijving
Einde tijdelijke verruiming achterwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting
Loonkostensubsidie uitkeringsgerechtigden wordt afgeschaft
Innovatiefonds MKB+ voor financiering kansrijke innovaties
Vergoeding voor verlenen rechtsbijstand wordt verlaagd
Einde Prepare2start

Personeel en beroepseisen

Regels vakantie en verlof werknemers wijzigen
Digitale aanvraag VOG particulieren wordt mogelijk
Zwangerschapsverklaring bij aanvraag zwangerschapsuitkering vervalt
Landelijk diplomaregister in ontwikkeling
2e deel beleidsregels arbeidsomstandigheden wordt afgeschaft
Herregistratie BIG-register voor meer beroepsoefenaren in de zorg
Rol advocaat bij internationale kinderontvoering

(Bron: Antwoord voor bedrijven 24-11-2011)

Waarom is een goede administratie belangrijk?

Administratie wil zeggen: alle gegevens over uw onderneming die u op papier (ook kladaantekeningen) of digitaal (bijvoorbeeld met de computer) vastlegt. Een goed opgezette en overzichtelijke administratie
is van groot belang: niet alleen om aan uw wettelijke verplichtingen te voldoen, maar ook voor uw bedrijfsvoering.

Als ondernemer bent u wettelijk verplicht een goede administratie bij te houden en te bewaren die is afgestemd op de aard van uw bedrijf. Begin daarom meteen met het opzetten van een administratie, zelfs als uw onderneming nog niet eens van start is gegaan.

Voor uw bedrijfsvoering

Met een goed bijgehouden administratie hebt u snel de beschikking over de cijfers en resultaten van uw onderneming om inzicht te krijgen in uw kosten, uw omzet en uw winst. Aan de hand hiervan kunt u inspelen op ontwikkelingen en uw activiteiten eventueel bijstellen.

Voor het invullen van uw aangiften

Uw administratie vormt de basis van uw aangiften. De belastingdienst moet deze aangiften snel en goed kunnen controleren. Als uw administratie niet volledig is en niet binnen een redelijke termijn te controleren is, of als u uw administratie niet lang genoeg bewaart, kan dat vervelende gevolgen hebben. De belastingdienst zal dan zelf uw omzet en winst vaststellen en de verschuldigde belasting berekenen. Als u het niet eens bent met de berekening van de belastingdienst, dan zult u zelf moeten bewijzen dat die berekening onjuist is. Dit heet ‘omkering van bewijslast’.

Als u geen duidelijke overzichten hebt van uw aan- en verkopen, zult u uw  aangifte omzetbelasting niet kunnen invullen. En zonder een goede administratie  kunt u geen aanspraak maken op voordelige regelingen, zoals de  kleineondernemersregeling voor de btw.

Let op!

Vraag uw accountant/boekhouder om de aansluiting  tussen uw administratie, uw aangiften en de jaarrekening te controleren en ook voor u inzichtelijk te maken. Bewaar deze berekeningen bij uw administratie. De belastingdienst kan u daarnaar vragen.

Hoe zorg ik voor een flexibel personeelsbestand?

Tijdelijke aanpassingen rond de regeling van werktijdverkorting biedt je de flexibiliteit om je personeel toch te behouden als dat tijdelijk overtollig is als gevolg van de kredietcrisis. Maar welke preventieve maatregelen kun je nemen, waardoor je zélf flexibiliteit creëert in je organisatie?

Een flexibel personeelsbestand kan voor-en nadelen hebben. Voordelen zijn dat je je personeelsbestand relatief gemakkelijk kan aanpassen aan veranderende omstandigheden. Wanneer je een seizoensgevoelig bedrijf hebt is een flexibel personeelsbestand pure noodzaak. Maar ook in econonisch uitdagende tijden is het verstandig om flexibel te zijn. Bij een verminderde vraag zit je dan niet met duimendraaiend personeel. Een nadeel kan zijn dat die flexibiliteit (op korte termijn) duurder uitpakt. Neem daarom weloverwogen beslissingen wanneer het aankomt op de flexibilisering van je personeelsbeleid. Welke maatregelen kun je zelf nemen om de personele inzet af te stemmen op de vermindering van het werk? Hier volgen enkele voorbeelden van maatregelen:

  • Het aanpassen van de arbeidsduur van je werknemers, bijvoorbeeld door het handig inzetten van en afspraken maken met werknemers over hun eventuele verlofreservoir, collectieve blokdagen afspreken tussen kerst-oud en nieuw.
  • Maak je personeelsinzet flexibeler, bijvoorbeeld door invoering van een jaarurenmodel (werkuren per kwartaal/half jaar/ jaar vaststellen en niet meer per week/maand).
  • tijdelijke contracten/uitzendkrachten aangaan in plaats van contracten voor onbepaalde tijd.
  • Stel een vacature-stop in.
  • Bekijk de mogelijkheden van de CAO. Zo kan bijvoorbeeld als de onderneming onder de CAO metaal en techniek valt een vergunning aangevraagd worden om (tijdelijk)af te wijken van de CAO-afspraken (art. 75 CAO metaal en techniek). Deze vergunning moet bij de vakraad worden ingediend.
  • In -en uitlenen personeel met andere bedrijven (www.flexbeurs.nl).
  • Gebruik (deeltijd) pensioen stimuleren.
  • Indien je niet bent gebonden aan CAO afspraken kan een beperkte(re) loonstijging met medewerkers worden afgesproken.
  • Honoreren wens korter werken.
  • Arbeidstijdverkorting invoeren tegen inlevering van loon.
  • Scholing in economisch mindere tijd, zodat je werknemers breder inzetbaar worden.
  • Neem stagiaires aan in plaats van flexwerkers of uitzendkrachten (http://www.mkbstagebank.nl/).
  • Maak gebruik van mobiliteitscentra, deze kunnen bijvoorbeeld cursussen en workshops bieden of individueel (loopbaan-)advies geven aan je werknemers.

(Bron: MKB Servicedesk 24-11-2011)

Meer inkomensafhankelijke bijdrage ZVW voor werkgevers in 2012

Als er bij uw onderneming veel werknemers in dienst zijn met hoge inkomens, kunt u volgend jaar te maken krijgen met een lastenverzwaring. Hoewel de premie voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) daalt, gaat de grondslag waarover de bijdrage wordt berekend omhoog. In ondernemingen met veel hoge lonen kan dit leiden tot 35% hogere zorglasten ten opzichte van dit jaar.

Naast een nominale zorgpremie die werknemers direct aan hun zorgverzekeraar betalen, moeten zij ook een inkomensafhankelijk bijdrage ZVW van – in principe – 7,75% van hun loon betalen. De maximale grondslag voor deze bijdrage is € 33.427. U houdt de bijdrage in op het nettoloon tot een maximum van € 2.590,59 (7,75% over de maximale grondslag van € 33.427). Vervolgens compenseert u deze bijdrage door die bruto te vergoeden. De werknemer betaalt dus wel loonheffingen over deze vergoeding.

De premie omlaag, maar de grondslag omhoog

De inkomensafhankelijke bijdrage ZVW van 7,75% gaat volgend jaar omlaag naar 7,10%. Dit heeft te maken met de invoering van de Wet uniformering loonbegrip. De maximale grondslag gaat echter omhoog naar € 50.056, waardoor de uiteindelijke inkomensafhankelijke bijdrage ZVW van werknemers met hogere inkomens omhoog gaat. Door de verplichte vergoeding neemt de zorglast van werkgevers ook toe.

(Bron: Salaris Rendement 26 oktober 2011)

 

Hoe beloon ik een meewerkende partner?

Heeft u een (zelfstandige) onderneming waarin uw vrouw ook een steentje bijdraagt (denk aan de boekhouding) dan heeft u de keuze uit een aantal opties. Als uw partner gaat meewerken, dan zijn er onder meer de volgende mogelijkheden:

  • U betaalt uw partner niets en u maakt gebruik van de meewerkaftrek.
  • U spreekt met uw partner af dat u deze een arbeidsbeloning betaalt voor het meewerken.
  • U sluit een arbeidsovereenkomst met uw partner, zodat uw partner bij u in
    dienstbetrekking is.
  • Man-vrouw firma. Een onderneming samen met uw partner
Meewerkaftrek
De meewerkaftrek is een onderdeel van de ondernemersaftrek. Als uw partner onbetaald meewerkt, kunt u na afloop van het jaar een bedrag aftrekken van uw winst: de meewerkaftrek. U moet dan wel voldoen
aan het urencriterium. Het bedrag van de meewerkaftrek is afhankelijk van de hoogte van de winst en van het aantal uren dat uw partner meewerkt (zie tabel)
Omdat u het aantal meegewerkte uren aannemelijk moet kunnen maken, is het raadzaam een urenadministratie bij te houden. Het bedrag van de meewerkaftrek is voor uw partner geen inkomen. Uw partner hoeft daarover geen belasting te betalen.
Aantal meegewerkte uren Aftrek
minder dan 525 geen aftrek
525 – 875 1,25% van de winst
875 – 1.225 2 % van de winst
1.225 – 1.750 3 % van de winst
1.750 of meer 4 % van de winst
Arbeidsbeloning voor meewerken
Ontvangt uw partner een (reële) vergoeding voor haar werkzaamheden binnen uw onderneming van minimaal € 5.000 dan kunt u deze beloning van uw winst aftrekken. Ook hier is het verstandig een urenadministratie bij te houden. Het is van belang om goed te kijken waarvoor u een arbeidsbeloning geeft, want de arbeidsbeloning moet nu natuurlijk wel gebaseerd zijn op echt werk.
Arbeidsovereenkomst
U kunt met uw partner een arbeidsovereenkomst sluiten. Uw partner is dan bij u in dienstbetrekking. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:
  • Uw partner werkt onder dezelfde arbeidsvoorwaarden als uw andere werknemers.
  • Er bestaat een gezagsverhouding.
  • Uw partner ontvangt loon of salaris.
Welke mogelijkheid voor u en uw partner het gunstigst is, verschilt per situatie. Overigens kunt u elk jaar opnieuw een keuze maken voor meewerkaftrek of arbeidsbeloning. U zit dus niet aan vast aan een eenmaal gemaakte keuze.
Man-vrouw firma
U en uw partner worden samen ondernemers Voldoet de partner ook aan het urencriterium (deze wordt op termijn wellicht omgezet in ander criterium) dan is het daarom in de meeste gevallen een verstandige keuze om te kiezen voor de man-vrouw firma (de speciale variant van de vennootschap onder firma). Bedenk dat u de onderneming ook op 2 namen laat registeren bij de KvK en de belastingdienst! Uw partner is zodoende wel mede verantwoordelijk voor schulden van de onderneming. Het moet overigens wel duidelijk zijn dat de partner medeondernemer is om in aanmerking te komen voor de diverse faciliteiten. Als u en uw partner samen ondernemers worden, moet u de rechtsvorm van de onderneming aanpassen.
Aandachtspunten
Er zijn wel aandachtspunten. Sommige werkzaamheden tellen namelijk niet mee voor het urencriterium. Samenwerkingsverbanden van echtgenoten kunnen zo zijn vormgegeven dat ze ongebruikelijk zouden zijn voor niet-echtgenoten. Als sprake is van een dergelijk ongebruikelijk samenwerkingsverband, kan dat betekenen dat uw partner niet in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek en andere ondernemersfaciliteiten. Of hiervan sprake is, hangt af van de werkzaamheden.Wanneer een partner bijvoorbeeld alleen administratief werk in een bepaalde onderneming doet, is dat meestal niet voldoende. Man en vrouw moeten allebei gelijkwaardig bezig zijn met het bedrijf, allebei ondernemer zijn en ondernemersrisico dragen. Mochten de uren of werkzaamheden discussie kunnen oproepen, dan adviseren wij u beiden dat goed te registreren. Op het moment dat de Belastingdienst hierover vragen stelt, ligt de bewijslast bij u.

De keuze voor een dienstbetrekking, reële arbeidsbeloning, meewerkaftrek of een firma met uw partner wordt bepaald door de feitelijke situatie. Van belang is in welke tariefschijf u en uw partner vallen, het aantal uren dat uw partner meewerkt in de onderneming, de hoogte van de beloning, enzovoorts.

Levensloopregeling: zorg voor een tegoed van € 3.000

De levensloopregeling wordt in 2012 afgeschaft. Wie vanaf 1 januari nog wil kunnen doorsparen in deze regeling, moet op 31 december 2011 minimaal 3.000 euro op de levenslooprekening hebben staan. Wie wil kunnen blijven profiteren van het belastingvoordeel dat deze regeling biedt en nog geen 3.000 euro heeft gespaard, doet er dus verstandig aan dit voor het einde van het jaar nog aan te vullen.

In januari 2013 wordt de levensloopregeling, samen met de spaarloonregeling, vervangen door het vitaliteitspakket. De levensloopregeling maakte het voor werknemers mogelijk om ieder jaar maximaal 12 procent van het brutoloon belastingvrij te sparen. De stortingen waren immers fiscaal aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Het opgebouwde tegoed kon worden ingezet om periodes van onbetaald verlof te
financieren. In totaal mocht maximaal 210 procent van het bruto jaarloon worden gespaard.

In principe is het vanaf 1 januari 2012 niet meer mogelijk geld in te leggen op de levenslooprekening. Alleen werknemers die op 31 december 2011 een levenslooptegoed van minimaal 3.000 euro hebben opgebouwd, mogen in 2012 nog geld blijven inleggen op de rekening.

Wie minder dan 3.000 euro op de rekening heeft staan, kan het tegoed nog wel opnemen voor verlof in 2012. De deelnemer krijgt dan echter wel te maken met een belastingheffing. Fiscaal gezien is het dus voordeliger om ervoor te zorgen dat je gewoon 3.000 euro op de levenslooprekening hebt staan op 31 december van dit jaar. Je kunt dan gewoon doorsparen en profiteren van de belastingaftrek over de
inleg in 2012.

Vitaliteitsregeling
In 2013 mogen al deze deelnemers aan de levensloopregeling hun tegoed onbelast doorstorten naar een vitaliteitsspaarrekening. Voor deelnemers met een tegoed van minder dan 3.000 euro die dit niet doen, geldt dat het tegoed in 2013 in één keer wordt belast. Werknemers met een tegoed van meer dan 3.000 euro kunnen het ook in 2014 nog doorzetten naar vitaliteitssparen, maar dan wordt vanaf een bedrag van 20.000 euro wel belasting geheven.
Levensloopverlofkorting
Werknemers konden naast de aftrek voor de inkomstenbelasting een levensloopverlofkorting van maximaal 201 euro per jaar genieten. Dit is een extra korting op de inkomstenbelasting. Vanaf 2012 stopt de opbouw van de levensloopverlofkorting.
(Bron MisterMoney 19-11-2011)

Vrijstellingen schenkbelasting 2011

Bij het krijgen van een erfenis of schenking, is de kans groot dat er erf- of schenkbelasting moet worden betaald. Maar alleen als het bedrag van de erfenis of schenking hoger is dan de vrijstelling. Een overzicht van de tarieven van vrijstellingen voor erf- en schenkbelasting voor 2011.

De eerste getallen gelden voor 2011. De getallen tussen de haakjes zijn de vrijstellingen van 2010.


Vrijstellingen erfbelasting 2011

Echtgenoten/partners   (onder voorwaarden) EUR   603.600 (EUR 600.000)
Kinderen   en kleinkinderen EUR   19.114 (EUR 19.000)
Kinderen,   die grotendeels worden onderhouden door de erflater en door ziekte of   gebreken (invaliditeit) niet in staat zijn de eerst komende drie jaar 50% van   een “normaal loon” zelf te verwerven EUR   57.342 (EUR 57.000)
Ouders EUR   45.270 (EUR 45.000)
Algemeen   Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) Geheel   vrijgesteld, indien en voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is   verbonden die aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied   in het algemeen belang.
Sociaal   Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s) Geheel   vrijgesteld, indien en voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is   verbonden die aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied   in het sociaal belang.
Alle   andere gevallen EUR   2.012 (EUR 2.000)

 

Vrijstellingen schenkbelasting 2011

Schenkingen   door ouders aan kinderen Per   kalenderjaar: EUR 5.030 (EUR 5.000)Eenmalig:   EUR 24.144 (EUR 24.000) voor kinderen tussen 18 en 35 jaar, mits in de   aangifte op de vrijstelling een beroep wordt gedaan. Indien het bedrag wordt   geschonken ter zake van een eigen woning of voor het betalen van de kosten   van een studie of opleiding voor een beroep van minimaal EUR 20.000 per jaar,   wordt de vrijstelling onder voorwaarden eenmalig verhoogd tot EUR 50.300 (EUR   50.000).
Algemeen   Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) Geheel   vrijgesteld, indien en voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is   verbonden die aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied   in het algemeen belang
Sociaal   Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s) Geheel   vrijgesteld, indien en voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is   verbonden die aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied   in het sociaal belang.
Alle   andere gevallen EUR   2.012 (EUR 2.000)

 

Tarief erfbelasting en schenkbelasting 2011

Belaste   verkrijging tussen en I.   Partner* en kinderen II. Kleinkinderen III.   Andere verkrijgers
(1) (2) a b a b a b

0

118.708

0

    10%

           0

18%

0

30%

118.708

en hoger

11.870

20%

21.367

36%

35.612

40%

 

a          Belasting over het in kolom (1) genoemde bedrag.

b          Heffingspercentage over het gedeelte van de (belaste) verkrijging, dat ligt tussen de bedragen van kolom (1) en kolom (2).

*          Voor de kwalificatie als partner gelden voorwaarden.

(Bron: Elsevierfiscaal.nl 19-11-2011)

Urencriterium wordt waarschijnlijk omzetcriterium of winstcriterium

De Tweede Kamer heeft donderdag een motie van GroenLinks om het urencriterium te schrappen aangenomen. Het urencriterium bepaalt dat deeltijdondernemers pas recht hebben op belastingkorting als ze minimaal 1225 uur in hun onderneming hebben gestoken. GroenLinks wil dat dit urencriterium wordt vervangen in een omzetcriterium met een glijdende schaal. Als ondernemers 10.000 euro of meer omzet hebben behaald krijgen zij volledige zelfstandigenaftrek; als ze maar 5000 euro binnenhalen, hebben ze recht op de halve zelfstandigenaftrek. Kamerlid Bruno Braakhuis van GroenLinks: ‘Ik ben blij dat het kabinet een stap heeft gezet op weg naar het afschaffen van het urencriterium. Ik wil mensen in deze crisis stimuleren aan het werk te komen en risico’s te nemen als ondernemer. Dus moeten we ze niet korten, maar ondersteunen.
ZZP Nederland reageert verheugd dat de motie over het schrappen van het urencriterium is aangenomen. ‘Dat is goed nieuws voor ZZP’ers die het urencriterium van 1225 uren per jaar niet halen. Het urencriterium in een glijdende schaal veranderen was jarenlang een strijdpunt voor Stichting ZZP Nederland.
(Bron PleinPlus 19-11-2011)