Uitvinding geheimhouden?

Heeft u een uitvinding gedaan waarbij niet te achterhalen is hoe het werkt? Dan is geheimhouding mogelijk een goed alternatief voor een octrooi.

Stelt u zich de volgende vraag: Is mijn uitgevonden techniek makkelijk te reproduceren of juist heel moeilijk?

Niet geheim te houden!

Bij een makkelijk te reproduceren product, is door een ander duidelijk te achterhalen hoe de uitvinding werkt. Makkelijk na te bouwen uitvindingen kunt u niet geheim houden bij toepassing ervan. Een nieuw koffiezetapparaat of een nieuwe verbrandingsmotor is misschien eenvoudig uit elkaar te halen. In dit geval is geheimhouding onvoldoende en is een octrooi verstandig.

Wanneer werkt geheimhouding wél?

Is ‘reverse engineering’ niet mogelijk en kunt u uw uitvinding geheim houden? Dan is octrooibescherming in veel gevallen niet wenselijk. Door publicatie van de octrooiaanvraag kan iedereen uw uitvinding nalezen. Bovendien eindigt de octrooibescherming na 20 jaar. Als u de uitvinding geheim houdt, kan niemand erachter komen en is de beschermingsduur dus niet beperkt. Voor fabricagemethoden of recepten is geheimhouding vaak de manier van bescherming.

Bedrijfsgeheimen in de praktijk

Een bedrijfsgeheim is informatie die geheim is en handelswaarde bezit. Deze informatie kan vaak een voorsprong op de concurrenten opleveren. Daarom houden bedrijven de informatie geheim.

Een bedrijfsgeheim geheim houden, betekent dat de informatie niet in de openbaarheid mag komen. Het is niet zo dat maar één iemand er vanaf mag weten. Maar de informatie mag niet algemeen bekend zijn. De informatie mag dus ook niet makkelijk toegankelijk zijn. Het mag niet ergens in een kantoor rondslingeren waar iedereen bij kan komen.
Het kan wel nodig zijn dat meer mensen van de informatie af moeten weten. Bijvoorbeeld omdat de informatie dan pas van nut is voor de onderneming. Een werknemer bijvoorbeeld moet van de geheime informatie afweten voor het productieproces. Een ander heeft bijvoorbeeld de geheime informatie nodig voor het produceren van een halfproduct. Belangrijk is dan dat ook deze mensen het geheim bewaren en niet aan anderen doorgeven.

Actief beschermen

De eigenaar van een bedrijfsgeheim moet zijn bedrijfsgeheimen actief beschermen. Hij moet zoveel mogelijk in overeenkomsten opnemen. Zo weet de ondertekenaar wat hij wel en niet mag met de verkregen informatie.

Fysieke maatregelen

Verder moet de eigenaar fysieke maatregelen nemen. Bijvoorbeeld:

  • het beperken van de toegang tot de bedrijfsgeheimen (bijvoorbeeld opbergen in een kluis)
  • documenten bestempelen als ‘vertrouwelijk’
  • het versleutelen van elektronische documenten
  • papier met daarop gevoelige informatie op een juiste manier vernietigen, etc.

Europese regelgeving

De Europese Commissie heeft eind 2013 nieuwe regels voorgesteld voor de bescherming van geheime knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen). De nieuwe regels zijn voor het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken van bedrijfsgeheimen tegen te gaan.

(Bron:

Terechte naheffing omzetbelasting en boete voor niet afgedragen omzetbelasting

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete aan X heeft opgelegd. X heeft zijn stelling niet aannemelijk gemaakt dat de naheffingsaanslag verminderd moet worden met een lagere omzet en terugbetaalde vervoerskosten door het faillissement van twee van zijn klanten. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, houdt zich in de vorm van een eenmanszaak bezig met de handelsbemiddeling in textiel, kleding, schoeisel en lederwaren en de freelance vertegenwoordiging in bedrijfskleding, werkkleding en lasbenodigdheden. Uit een boekenonderzoek bij X, en een derdenonderzoek bij een afnemer van X, blijkt dat X facturen heeft uitgereikt met vermelding van omzetbelasting en dat X deze omzetbelasting niet heeft afgedragen. In geschil is of de inspecteur terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete aan X heeft opgelegd.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 10 september 2013, 12/00363, V-N Vandaag 2013/2067) oordeelt dat de inspecteur terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete aan X heeft opgelegd. X heeft zijn stelling niet aannemelijk gemaakt dat de naheffingsaanslag verminderd moet worden met een lagere omzet en terugbetaalde vervoerskosten door het faillissement van twee van zijn klanten. Na het boekenonderzoek heeft X van de inspecteur tot 1 januari 2011 de gelegenheid gekregen te reageren op het rapport van het boekenonderzoek. Dat de inspecteur vóór het einde van deze termijn, met dagtekening 28 december 2010, de aanslag heeft opgelegd is volgens het hof niet in strijd met het recht op verdediging of het zorgvuldigheidsbeginsel. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

(Bron: Taxlive)

Restschuld bij verkoop van uw eigen woning

Verkocht u na 28 oktober 2012 uw woning die uw hoofdverblijf was? En is de verkoopprijs lager dan uw eigenwoningschuld? Dan hebt u een restschuld. U mag voor die restschuld nog maximaal 10 jaar na de verkoopdatum de betaalde rente en financieringskosten aftrekken.

Wat is een restschuld eigen woning?

U hebt een restschuld voor uw eigen woning als uw eigenwoningschuld (het bedrag waarover u hypotheekrente mag aftrekken) hoger is dan de verkoopprijs van de woning, na aftrek van de verkoopkosten. Verkoopkosten zijn bijvoorbeeld makelaarskosten en de kosten voor het verplichte energielabel.

Situaties gelijk aan verkoop

De regels voor de eigen woning eindigen bij overdacht van de eigen woning. Meestal is dat door verkoop, maar het kan ook op andere manieren. Bijvoorbeeld als u de woning aan een ander schenkt. Deze situaties stellen wij gelijk aan verkoop. U kunt in dat geval ook een restschuld overhouden.

Checklist

In de checklist staat wat u nodig hebt om de vraag ‘Eigen woning’ in uw aangifte inkomstenbelasting in te vullen.

Voorbeelden

Onder de voorbeelden wordt uitgelegd hoe u de vraag ‘Eigen woning’ in de aangifte moet invullen. En wat u moet doen als u niet de gehele lening hebt gebruikt voor de eigen woning.

(Bron: belastingdienst)

Belangenbehartiging voor zzp’ers

Verschillende organisaties behartigen de belangen van zzp’ers. U kunt daar ook terecht voor meer informatie.

CNV Zelfstandigen

CNV Zelfstandigen ondersteunt zzp’ers in de sectoren ICT, media, handel, financiële en zakelijke dienstverlening.

FNV Zelfstandigen

FNV Zelfstandigen behartigt belangen van freelancers en zzp’ers in de sectoren diensten, groen, handel, ICT, industrie, vervoer en zorg. Vanuit de ZZP Academy bieden zij u workshops en trainingen.

FNV KIEM

FNV KIEM is de vakbond voor freelancers en zzp’ers in de sectoren kunst, informatie, entertainment en media.

Ikwordzzper.nl

Op de website Ikwordzzper.nl kunt u bijvoorbeeld snel uw netto inkomen uitrekenen.

Netwerk Zelfstandig Werkenden (NZW)

Het Netwerk Zelfstandig Werkenden (NZW) is een belangenvereniging voor zzp’ers. Het NZW is een initiatief van vakorganisatie De Unie.

Platform zelfstandige ondernemers (PZO)

Het Platform zelfstandige ondernemers (PZO) is een koepelorganisatie voor branche- en beroepsorganisaties en netwerkorganisaties van zzp’ers.

Vereniging van Zelfstandigen Zonder Personeel (VZZP)

De Vereniging van Zelfstandigen Zonder Personeel (VZZP) biedt u onder andere juridisch- en belastingadvies.

Zelfstandigen Bouw

Werkt u in de sectoren bouw, hout of techniek? Als lid van Zelfstandigen Bouw kunt u hier uw ondernemersvragen stellen. Ook kunt u terecht voor juridisch advies.

ZZP-erkend

ZZP-erkend is het onafhankelijk certificeringsinstituut dat voor u alle relevante juridische en fiscale gegevens en documenten voor het inhuurproces verifieert, certificeert en bijhoudt.

ZZP Nederland

ZZP Nederland is een koepelorganisatie. Zij bieden hulp en advies. Op hun website vindt u modelcontracten en leveringsvoorwaarden. Daarnaast geven zij het Handboek Zelfstandig Zonder Personeel uit.

ZZP Netwerk Nederland

ZZP Netwerk Nederland is een platform voor, door en met zzp’ers.

ZZP Servicedesk

Bij de ZZP Servicedesk komen alle onderdelen van het ondernemerschap aan bod en krijgt u ondersteuning om u verder te kunnen ontwikkelen.

ZZP’ers in de landbouw

Bent u een boer of tuinder? En wilt u aan de slag als zzp’er? Dan kunt u tercht bij LTO ZZP.

ZZP4Growth

Als zzp’er kon u via ZZP4Growth een financiële bijdrage krijgen voor een opleiding op maximaal MBO-niveau 4.

Betaal een stakingslijfrente vóór 1 juli

Staakt u (een deel van) uw onderneming, dan kunt u binnen de wettelijke maxima de stakingswinst geheel of gedeeltelijk onbelast omzetten in een lijfrente (stakingslijfrente). Bent u in 2013 gestopt met uw onderneming en wilt u gebruik maken van de extra lijfrentepremieaftrek bij staking, zorg er dan voor dat u de premie vóór 1 juli 2014 heeft betaald.

Aftrekbare lijfrentepremies
Normaal gesproken zijn premies voor lijfrenten alleen aftrekbaar in het jaar van betaling. Wilt u dus een lijfrentepremie in uw aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2013 in aftrek brengen, dan moet u deze premie ook in 2013 hebben betaald. Uiteraard is premieaftrek alleen mogelijk als u in een bepaald jaar niet voldoende pensioen heeft opgebouwd. De maximale hoogte van de aftrek wordt bepaald aan de hand van de zogeheten jaarruimte en/of reserveringsruimte.

Stakingslijfrente
Voor een lijfrentepremie met betrekking tot de staking van uw onderneming geldt een afwijkende regeling. Staakt u als ondernemer uw onderneming in 2013 en zet u de stakingwinst om in een lijfrente, dan is de premie voor deze stakingslijfrente aftrekbaar mits u deze in de eerste zes maanden van 2014 betaalt. Datzelfde geldt voor de omzetting van de oudedagsreserve in een lijfrente. De hoogte van de extra lijfrentepremieaftrek (stakingslijfrente) is afhankelijk van uw leeftijd en van de situatie bij staking.

Tip:
Om gebruik te kunnen maken van de extra lijfrentepremieaftrek bij staking is tijdige betaling (vóór 1 juli 2014) noodzakelijk. Wanneer uw onderneming overgaat van een eenmanszaak naar een bv, kunt u de lijfrente ook onderbrengen bij de voortzettende onderneming. U kunt dan een lijfrente bedingen bij uw bv in plaats van bij een bank of verzekeraar.

(Bron: WEA)

Wet Werk en Zekerheid: de veranderingen op een rij

De Wet Werk en Zekerheid zal, na instemming van de Eerste Kamer, ingaan op 1 januari 2015. Een deel van de wet gaat later in op 1 juli 2015 en 1 januari 2016. Met welke belangrijke veranderingen moet je volgend jaar rekening houden?

Veranderingen per 1 januari 2015

Concurrentiebeding
Het is niet langer toegestaan om een concurrentiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Dat wil zeggen, tenzij sprake is van een ‘zwaarwichtig bedrijfs- of dienstbelang’.

Aanzegtermijn
Er geldt een aanzegtermijn van een maand bij tijdelijke contracten. Bij contracten voor een bepaalde tijd van zes maanden of langer moet de werkgever uiterlijk een maand voor het einde van het contract schriftelijk aan de werknemer laten weten of hij het contract wel of niet verlengt. Als de werkgever dit verzuimt, betaalt hij een vergoeding ter hoogte van één maandloon.

Proeftijd
Een proeftijd bij een tijdelijk contract van ten hoogste een half jaar wordt verboden. Hiermee wil het kabinet de positie van tijdelijke krachten versterken.

Doorbetalen oproepkrachten
Nu geldt nog zo dat je flexwerkers, bij  onvoldoende werk,  de eerste zes maanden niet hoeft door te betalen en dat deze periode in de cao onbeperkt verlengd worden. Vanaf 1 januari mag dat nog alleen bij werkzaamheden die incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang kennen. In de zorg worden nul-urencontracten helemaal verboden.

Veranderingen per 1 juli 2015

Ketenbepaling

Flexwerkers krijgen bij hun vierde arbeidsovereenkomst of na twee jaar (nu drie jaar) diensttijd verplicht een vast contract. In de huidige situatie begint de ketenbepaling na drie maanden uitdiensttreding weer opnieuw. Met de WWZ wordt dit verlengd naar zes maanden.

Ontslag via UWV
Nu kan een werkgever een ontslag nog laten toetsen bij de kantonrechter. Vanaf 1 juli 2015 kan dat alleen nog bij ontslag op grond van disfunctioneren of andere redenen gelegen in de persoon van de werknemer. Ontslag op grond van bedrijfseconomische verloopt standaard via het UWV Werkbedrijf.

Transitievergoeding
De ontslagvergoeding wordt vervangen door een transitievergoeding. Werknemers met een contract van tenminste 24 maanden hebben recht op een transitievergoeding van maximaal 75.000 euro, afhankelijk van de lengte van hun dienstverband.

Veranderingen per 1 januari 2016

Verkorting WW-duur
De WW-duur wordt vanaf 2016 in stapjes afgebouwd. Dit gebeurt met 1 maand per kwartaal. Vanaf 2019 is de maximale publieke  WW-uitkering dan nog maximaal 2 jaar. De hoogte van de WW-uitkering in deze periode is gekoppeld aan het laatstverdiende loon.

(Bron: PenO Actueel)

Combinatie van goederen en diensten, hoe zit dit met de btw?

Biedt u een combinatie van goederen en diensten aan tegen 1 vergoeding? Dan kunnen hiervoor verschillende btw-tarieven gelden. Daarom is het belangrijk om te weten of u de combinatie van goederen en diensten mag behandelen als 1 goed of dienst. Hierbij geldt dat u diensten en leveringen van goederen niet kunstmatig mag splitsen of samenvoegen.

Wanneer combinatie van goederen en diensten?

Levert u een combinatie van goederen en/of diensten, dan is die combinatie 1 goed of dienst als:

  • de gemiddelde consument de combinatie ziet als 1 geheel
  • u een dienst levert waarbij u ook materialen gebruikt
    De materialen maken deel uit van de dienst, als zij ondergeschikt zijn aan de dienst. Bijvoorbeeld: u bent fietsenmaker en u gebruikt plakmateriaal bij het repareren van een lekke band.
  • u goederen levert waaraan u ook diensten verricht
    Uw diensten maken deel uit van de levering van goederen, als zij ondergeschikt zijn aan de levering van goederen. Bijvoorbeeld: u verkoopt een zonnescherm en u monteert dit.

Wanneer afzonderlijke goederen en diensten?

Er is geen sprake van een combinatie van goederen en diensten als de gezamenlijk geleverde goederen en diensten hun zelfstandigheid behouden. Bijvoorbeeld: u hebt een reisbureau en u verkoopt naast de reis (belast met btw) ook een reis- en annuleringsverzekering (vrijgesteld van btw). Deze verzekeringen blijven dan vrijgesteld van btw, omdat zij geen vast onderdeel zijn van de reis. Uw klant kan deze verzekeringen namelijk ook apart of bij een andere ondernemer afnemen.

Gevolgen btw-tarief

Als u meerdere goederen en diensten als 1 geheel aanbiedt, kan dit gevolgen hebben voor de btw die u moet betalen over uw vergoeding:

  • Biedt u een combinatie van goederen en diensten terecht aan als 1 goed of dienst? Dan berekent u hierbij het btw-tarief dat geldt voor het hoofdbestanddeel van de gecombineerde goederen of diensten.
  • Biedt u meerdere goederen en diensten voor 1 prijs aan, maar moet u die als afzonderlijke goederen of diensten behandelen? Dan moet u de vergoeding splitsen als voor de afzonderlijke delen een verschillend btw-tarief geldt. U splitst de vergoeding op basis van de gangbare prijzen die gelden voor de goederen en diensten die u voor 1 prijs hebt aangeboden. Geeft een splitsing op basis van de kosten van de goederen en diensten een beter beeld van de samenstelling? Dan mag u de splitsing daarop baseren als u dat kunt aantonen in uw administratie.

Candy novelties

Voor ‘candy novelties’ geldt een bijzondere regeling. Vaak gaat het hierbij om snoepgoed dat verpakt is in speelgoed. Het gaat dan om een combinatie van goederen met het 6%-tarief en goederen met het 21%-tarief. Daarbij geldt het volgende:

  • Kost de candy novelty minder dan € 1,50? Dan mag u op de combinatie het tarief van 6% toepassen.
  • Kost de candy novelty € 1,50 of meer? Dan moet u de vergoeding splitsen als de combinatie niet gezien kan worden als 1 goed of dienst.
  • Is er sprake van meer prestaties tegen verschillende tarieven, maar wilt of kunt u de vergoeding niet splitsen? Dan moet u over uw totale vergoeding 21% btw betalen.

(Bron: belastingdienst)

Rechtbank en hof volgen correcties inspecteur bij sportschoolhouder

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de omzet en de zelfstandigenaftrek van X terecht heeft gecorrigeerd. X heeft namelijk inhoudelijk niets ingebracht tegen de correcties.

X is in loondienst en exploiteert daarnaast een sportschool. Naar aanleiding van de IB-aangifte 2007 verzoekt de inspecteur X om contact met de Belastingdienst op te nemen. X voldoet niet aan dat verzoek. De inspecteur corrigeert vervolgens de aangifte aan de hand van de gegevens die X tijdens een boekenonderzoek over de jaren 2002-2006 heeft verstrekt. De inspecteur corrigeert onder andere de aangegeven omzet en de geclaimde zelfstandigenaftrek. X is het niet eens met de correcties. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de correcties op juiste wijze heeft vastgesteld. De rechtbank overweegt daarbij onder andere dat X geen nadere gegevens heeft verstrekt en niet heeft gemotiveerd waarom de aanslag naar zijn mening te hoog is.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de omzet en de zelfstandigenaftrek van X terecht heeft gecorrigeerd. Het Hof stelt daarbij vast dat X zich in zijn bezwaarschrift en andere schriftelijke stukken op ongepaste wijze heeft uitgelaten, in het bijzonder over medewerkers van de Belastingdienst, en dat hij niet of nauwelijks inhoudelijke klachten heeft aangedragen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

(Bron: Taxlive)

Hoe stel je een juridisch contract op?

Juridische zaken, zoals het opstellen van contracten en leveringsvoorwaarden, zijn niet de eerste dingen waar je aan denkt bij het starten van een bedrijf. Maar dit is wel noodzakelijk. Het gaat overigens lang niet altijd om de meest ingewikkelde overeenkomsten, maar de afspraken tussen beide partijen en eventuele zakelijke risico’s moeten wel goed worden vastgelegd. Waarop je hierbij nog meer moet letten, lees je hier: hoe stel je een juridisch contract op?

Contracten opstellen: waarom belangrijk?

Mondelinge afspraken zijn bindend in het Nederlands recht. Je hoeft in principe dus niets op papier te zetten als je tot een overeenkomst bent gekomen en dit telefonisch aan elkaar hebt bevestigd. Het wordt alleen lastig dit te bewijzen als de andere partij zijn afspraken vervolgens niet nakomt.

In het allerzwartste scenario staan jij en jouw voormalige klant (of opdrachtgever, leverancier etc.) op den duur tegenover elkaar voor de rechter, waarbij het overduidelijk is dat de andere partij liegt, maar jij alsnog met lege handen achterblijft. Alleen al om deze reden is het verstandig om eventuele gemaakte afspraken met potentiële zakelijke relaties altijd op papier vast te leggen. En te ondertekenen, want zonder handtekening is een contract nog steeds niet rechtsgeldig.

Welke contracten heb je nodig?

Als startende ondernemer heb je in eerste instantie meestal nog geen ordners vol contracten in de kast staan. Personeel (en de daarbij horende arbeidscontracten) zijn bij veel starters bijvoorbeeld nog niet aan de orde. Maar hoe groter jouw bedrijf wordt – wellicht koop je over een paar jaar wel een bedrijfspand – des te meer contracten je uiteindelijk nodig zult hebben.

Toch is het noodzakelijk om je hier nu al een beetje in te verdiepen, al is het alleen maar om kleinschalige contracten te maken, zodat je een eventuele overeenkomst met een klant schriftelijk kunt vastleggen. Hieronder lichten we de vier meest voorkomende contracten verder uit.

1. Het samenwerkingscontract

Als je met een zakenpartner gaat samenwerken, moet je als starter een betrouwbare samenwerkingsovereenkomst opstellen. Zo’n rechtsvormen is bijvoorbeeld een maatschap of coöperatie. Leg hierin de onderling gemaakte afspraken goed vast. Daarbij moet je onder meer denken aan de winstverdeling, minimale inbreng van kapitaal en hoe de samenwerking kan worden beëindigd. Doe je dit niet, kun je in het ergste geval door een wanprestatie van de partner zelf ook financieel het schip ingaan.

2. Een in- en verkoopcontract

Als je producten of diensten in- en verkoopt, sluit je met de leverancier of afnemer van deze diensten en/of producten een contract af. Hierin leg je de afspraken over de specifieke leveringen of afnamen vast. Denk hierbij aan de prijs per geleverde dienst of afgenomen stuk, de bezorging en de leveringsvoorwaarden.

Vergeet ook niet dat, als je in- en verkoopt, jij altijd aan de verplichtingen naar je leveranciers moet voldoen. Als klanten wat de betaling betreft in gebreke blijven, is dat jouw ondernemersrisico. Daar heeft de leverancier dus geen boodschap aan. Het is dan ook verstandig om jouw betalingstermijn net iets korter te maken dan die van jouw leverancier(s). Als er geen calamiteiten plaatsvinden, zou je op deze manier altijd over voldoende cashflow moeten kunnen beschikken.

3. Een freelanceovereenkomst

De overeenkomst tussen freelancers of ZZP’ers en hun opdrachtgevers is het contract dat je als startende ondernemer in veel sectoren het vaakst zal gebruiken. Dit contract kun je in principe opstellen zoals je zelf wilt, want er is geen vast stramien voor. Voor het opstellen van een contract voor ZZP’ers gelden wel enkele voorwaarden.

Zo moet je hierin opnemen welke partijen de overeenkomst aangaan (bijvoorbeeld: een fotograaf en een krant), de reden waarom de overeenkomst wordt aangegaan (de fotograaf is goed in het maken van portretten en de krant wil hem gebruiken voor een serie interviews) en tot slot de gemaakte afspraken omtrent de opdracht,Deze details moet je zo duidelijk mogelijk omschrijven in het document (de fotograaf levert één foto per week, gedurende achttien weken, de prijs per foto bedraagt honderd euro exclusief btw etc.). Doordat je alles zo specifiek vastlegt, is er achteraf geen ruimte voor misverstanden. Daarnaast stuur je bij een contract jouw algemene voorwaarden mee.

4. De algemene voorwaarden

Algemene voorwaarden zijn de regels die jij als ondernemer wilt laten gelden op alle contracten die worden afgesloten. Het document, dat bedoeld is voor de klant of opdrachtgever, bevat de zogenoemde ‘kleine lettertjes’. Oftewel: jouw voorwaarden over bijvoorbeeld de levering, betaling, aansprakelijkheid, eventuele reparaties en de garantietermijn. Deze voorwaarden maken duidelijk welke rechten en plichten zowel de leverancier (jij) als de afnemer (de klant) heeft. Het voorkomt een hoop gedoe achteraf en verkleint jouw ondernemersrisico.

Op internet kun je een aantal goede voorbeelden van standaard opgestelde algemene voorwaarden vinden, zoals bij Businesscompleet.nl. Deze voorwaarden kun je vervolgens aan jouw onderneming aanpassen (voor zover dat nodig is). Maar let op: de algemene voorwaarden voor ondernemers verschillen nog wel eens per branche.

Aangezien startende ondernemers vaak standaardvoorwaarden gebruiken, doe je er verstandig aan om hier eerst een jurist naar te laten kijken. Minstens zo belangrijk is dat je de algemene voorwaarden van de andere partij goed bestudeert. Lees altijd goed door wat de eventuele gevolgen en risico’s voor jouw bedrijf zijn. Je zou niet de eerste starter zijn die zich vergist in de kleine lettertjes en de juridische consequenties hiervan moet dragen.

(Bron: Ikgastarten)

Terechte navordering bij restauranthouder met gebrekkige administratie

Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de omzetcorrecties niet te hoog zijn, aangezien de heer X de goed gemotiveerde standpunten van de inspecteur slechts weerspreekt met niet c.q. onvoldoende onderbouwde verklaringen over de vermeende onjuistheid daarvan.

De heer X exploiteert een restaurant met een zit- en afhaaldeel. X verzorgt ook de catering van evenementen, zoals op jaarlijkse festivals. In 2010 blijkt bij een boekenonderzoek dat de administratie van X grote gebreken vertoond. In geschil zijn diverse IB-navorderingsaanslagen, alsmede de vergrijpboetes. Rechtbank Den Haag oordeelt dat in het midden kan blijven of de bewijslast moet worden omgekeerd. De inspecteur maakt de correcties namelijk reeds voldoende aannemelijk. De aanslag over 2002 wordt wel vernietigd en de boetes voor 2005 en 2006 worden gematigd tot 25% wegens grove schuld. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat de omzetcorrecties niet te hoog zijn, aangezien X de goed gemotiveerde standpunten van de inspecteur slechts weerspreekt met niet c.q. onvoldoende onderbouwde verklaringen over de vermeende onjuistheid daarvan. De boetes zijn terecht omdat de administratie schromelijk tekortschiet. Er is sprake van aan grove, in laakbaarheid aan opzet grenzende nalatigheid. Het beroep van X is ongegrond en het incidentele beroep van de inspecteur is daarom wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk.

(Bron: taxlive)