Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat België belasting mag heffen over 6,46% van het salaris van Nederbelg X. X heeft namelijk 121 van de gewerkte 1872 uren in België gewerkt.
Belanghebbende, X, woont in België en werkt voor het Nederlandse E bv. In geschil is of Nederland heffingsbevoegd is ten aanzien van het volledige loon van X en of Nederland heffingsbevoegd is ten aanzien van de premies.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat het volledige loon van X, op grond van art. 7.2 Wet IB 2001, in Nederland is belast maar dat op grond van het belastingverdrag met België een klein gedeelte voor heffing aan België is toegewezen. Het hof overweegt daarbij dat de dienstbetrekking in ieder geval deels in Nederland wordt uitgeoefend en dat geen Belgische personenbelasting over het genoten loon is geheven. Het hof stelt vervolgens vast dat X 121 van de gewerkte 1872 uren in België heeft gewerkt. De belastingheffing is dan voor 6,46% aan België toegewezen. Ten aanzien van de premieheffing stelt het hof vast dat de Nederlandse wetgeving van toepassing is, aangezien Nederland de werkstaat van X is. Het hof overweegt daarbij dat de werkzaamheden gewoonlijk in Nederland worden verricht, en slechts incidenteel in België. Het gelijk is aan X. Het hof vermindert de aanslag.
(Bron: Taxlive)