BV en afkoop pensioen in eigen beheer middelen?

Heeft u in 2017 gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uw pensioen in eigen beheer af te kopen? Dan staat u wellicht nog een extra voordeel te wachten door het toepassen van de middelingsregeling.

Afkoop pensioen in eigen beheer

De afkoop van het pensioen in eigen beheer is afgehandeld via de salarisadministratie. Het inkomen en daarmee ook het tarief waartegen dit inkomen is belast in de inkomstenbelasting, zal daardoor in 2017 waarschijnlijk hoger zijn dan hetgeen gebruikelijk is.

Middelingsregeling

Met de middelingsregeling mogen de belastbare inkomens van 3 aaneensluitende jaren worden opgeteld en gedeeld door 3. Vervolgens wordt over elk van deze inkomens de belastingheffing berekend. Op het moment dat deze belastingheffing lager is dan de belasting die u daadwerkelijk heeft betaald, kunt u een teruggave krijgen.

Feesten op kosten van de zaak

Een ondernemer mag de kosten die hij voor zijn onderneming maakt in aftrek brengen van de winst. Dat geldt ook voor de kosten van recepties, feesten en vermaak. Maar waar ligt de grens?

 

Er is regelmatig discussie met de belastingdienst over de vraag in hoeverre bepaalde kosten die zowel een privé-element als een zakelijk element hebben, aftrekbaar zijn. Uitgaven die voor de zaak gedaan zijn en op zakelijke overwegingen berusten, kunnen ten laste van de winst worden gebracht. De inspecteur heeft niet de bevoegdheid te toetsen of de uitgaven ook zakelijk verantwoord waren. Hij heeft dus niet het recht om de doelmatigheid van de gemaakte kosten te beoordelen.

 

De wijze waarop een onderneming wordt gedreven, wordt in beginsel bepaald door de ondernemer en het is aan hem om te beoordelen op bepaalde uitgaven voor de onderneming nut hebben. Als randvoorwaarde geldt dat het niet mag gaan om uitgaven die in wezen bedoeld zijn om in een privébehoefte te voorzien.

 

Maar waar ligt de grens? De zakenreis kan ook persoonlijk aantrekkelijk zijn; van de representatie geniet de ondernemer zelf ook enorm. Is er een criterium aan de hand waarvan kan worden vastgesteld welke uitgaven wél en welke niét aftrekbaar zijn?

Criterium

Dat het in de praktijk vaak moeilijk is in dit grensgebied de zakelijke en privékosten te onderscheiden blijkt uit de vele rechterlijke beslissingen hierover. De Hoge Raad zoekt het criterium in de vraag of de uitgaven op basis van zakelijke dan wel persoonlijke overwegingen zijn gedaan. Om aftrekbaar te kunnen zijn, dient de ondernemer aannemelijk te maken dat de uitgaven op grond van zakelijke overwegingen zijn gedaan. Maar ook de zakelijke belangen van de onderneming kunnen worden beïnvloed door persoonlijke omstandigheden. Dat is het geval bij uitgaven voor feesten rondom de persoon van de ondernemer.

Feesten

Bij het vieren van persoonlijke gebeurtenissen kunnen zakelijke belangen meewegen. De kosten die daarmee zijn gemoeid, zijn aftrekbare ondernemingskosten. Zo zijn de extra kosten van een feestavond ter gelegenheid van het huwelijk of verjaardag van de ondernemer waarbij naast familie ook werknemers en zakelijke relaties aanwezig zijn, aftrekbaar. Kostenverdelingen op basis van de verdeling tussen ‘privégasten’ en ‘zakelijke gasten’ zijn in de uitvoeringspraktijk heel gebruikelijk.

Gastenlijst

Het is dus van belang dat de zakelijkheid van de kosten kan worden bewezen. Die bewijslast rust op de ondernemer. Daarvoor is voldoende dat de ondernemer aannemelijk maakt dat de kosten zakelijk zijn. Bijvoorbeeld omdat de ondernemer een relatie wil versterken, opbouwen of onderhouden of om meer naamsbekendheid te genereren. De zakelijkheid van een etentje kan worden aangetoond door de reden van het etentje op de bon te schrijven. En bij een feest kan de gastenlijst een belangrijke aanwijzing voor de zakelijkheid zijn.

Als de ondernemer goed bewijs heeft, kunnen de kosten van een feest in aftrek gebracht worden op de winst. Met een gastenlijst kan aangetoond worden dat de gasten zijn de uitgenodigd uit ‘zakelijke overwegingen’. Dat vergroot de feestvreugde met een aftrekpost!

(Bron: Accountant.nl)

‘Duizenden internationale bedrijven moeten fiscale resultaat 2017 herzien’

Een spoedwet naar aanleiding van een verwachte uitspraak van het Europees Hof over fiscale eenheden heeft als gevolg dat duizenden bedrijven in Nederland hun fiscale resultaten van de laatste maanden van 2017 moeten herzien.

Dat meldt het Financieele Dagblad. Donderdag zet het Europees Hof van Justitie zo goed als zeker een streep door belastingvoordelen voor Nederlandse moeder- en dochterbedrijven die voor de fiscus een fiscale eenheid vormen. De voordelen zijn volgens het Hof discriminerend en moeten daarom ook gelden voor Nederlandse bedrijven die met buitenlandse bedrijven een fiscale eenheid vormen. Die uitspraak kost de schatkist naar verwachting 400 miljoen euro, omdat Nederlandse bedrijven met buitenlandse zusterbedrijven nu alsnog flinke aftrekposten zullen hebben.

Om dat te voorkomen kondigde voormalig staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën vorig jaar een spoedwet aan die in werking treedt als de uitspraak van het Europees Hof zoals verwacht nadelig uitpakt voor de schatkist. Deze spoedwet schrapt het binnenlandse voordeel bij renteaftrek in een fiscale eenheid, en geldt met terugwerkende kracht vanaf woensdag 25 oktober 2017.

Volgens enkele belastingadviseurs van EY heeft de spoedwet “een enorme impact”. Vooral middelgrote ondernemingen zouden het risico lopen om enkele tienduizenden euros meer belasting te moeten betalen. Daarnaast moeten om en nabij 100 duizend fiscale eenheden hun belastingaangifte over de laatste maanden van 2017 opnieuw doen, wat ook administratieve lasten met zich meebrengt. Volgens Frank van Merrienboer, bestuurslid van het Register Belastingadviseurs “beseffen deze ondernemingen nog nauwelijks wat ze te wachten staat”. Grote ondernemingen, die het risico lopen om tot wel honderden miljoenen extra belasting te moeten betalen door de spoedwet, zouden momenteel bezig zijn met het doorlichten en aanpassen van hun fiscale structuur vooruitlopend op de uitspraak.

(Bron: Accountant.nl)

Wel of geen reclamebelasting betalen?

Gemeentes hebben de mogelijkheid reclamebelasting in te voeren. Dit mag ten aanzien van openbare aankondigingen die te zien zijn vanaf de openbare weg. Daarbij mag een gemeente niet positief discrimineren en bepaalde vormen van reclame, bijvoorbeeld culturele reclame-uitingen, willekeurig van belastingheffing uitsluiten.

Culturele reclame onbelast

In een zaak die onlangs speelde voor het gerechtshof in Amsterdam, kwam de vraag aan de orde of culturele reclame-uitingen zonder nadere redengeving kunnen worden uitgesloten van de belastingheffing. De rechters vonden van niet, omdat er geen ‘objectieve en redelijke rechtvaardiging’ is voor het gemaakte onderscheid ten opzichte van andere reclame-uitingen.

Let op! Als een gemeente bepaalde reclame-uitingen niet in de heffing wil betrekken, moet dit via een vrijstelling in de verordening worden geregeld. Dan moet er hiervoor wel een objectieve en redelijke rechtvaardiging zijn.

Geen reclamebelasting betalen

Nu culturele reclame-uitingen in deze zaak niet in de verordening waren vrijgesteld, was er sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel. Daarom hoefde ook een ondernemer die reclame maakte voor niet-culturele producten, de reclamebelasting niet te betalen.

Maatschappelijke wenselijkheid?

De gemeente stelde nog dat het uitsluiten van culturele reclame-uitingen gebaseerd was op de maatschappelijke wenselijkheid ervan, maar volgens de rechters kon dit niet als objectieve en redelijke rechtvaardiging worden gezien.

(Bron: HLB)

Samenwerking: voorkomen is beter, dan genezen!

amenwerkingsverbanden tussen ondernemers ontstaan vaak spontaan en groeien verder uit. Vaak regelen partijen niets ‘op papier’, met alle gevolgen van dien als er problemen ontstaan in de samenwerking.

 

Ook al zie je op tegen het opstellen van een overeenkomst en de daarmee gemoeide kosten, een goed contract kan in de toekomst altijd zijn vruchten afwerpen.

 

Opstellen van een overeenkomst

Waar moet je zoal aan denken bij het opstellen van een overeenkomst? In de eerste plaats is de reden van de samenwerking van belang. Wat wil je door middel van samenwerken bereiken? Heb je dit helder voor ogen, dan wordt het eenvoudiger om de samenwerkingsovereenkomst vorm te geven.

Na het noemen van de namen van de partijen volgt in overeenkomsten een considerans. Hier worden de overwegingen omschreven. Doel van de considerans is duidelijk te maken wat de achtergronden van partijen zijn om de overeenkomst te sluiten.

In de overeenkomst kom je verder standaardbepalingen tegen zoals: definities, toepasselijk recht, overgang van rechten, procedures en een geschillenregeling.

 

Duidelijke formulering

Verder is van belang om de rechten en plichten die jij en je contractpartij over en weer hebben duidelijk te formuleren. Wie doet wat? Gaan jullie exclusief met elkaar in zee? Wanneer mogen gemaakte afspraken worden gewijzigd? Wie brengt wat in? Wie is waarvoor aansprakelijk? Hoe wordt de opbrengst verdeeld? En ‘last but not least’, hoe wordt de samenwerking beëindigd. Dit laatste is van groot belang. Regel goed hoe en onder welke voorwaarden jullie uit elkaar gaan. De ervaring leert dat de beëindiging van een samenwerking regelmatig aanleiding geeft tot conflicten.

(Bron: Jan)

Wel verliesverrekening maar geen belastingteruggaaf

Uit een recent arrest van de Hoge Raad blijkt dat verliesverrekening in box 1 van de inkomstenbelasting niet per definitie leidt tot een teruggaaf voor de belastingplichtige.

In box 1 van de inkomstenbelasting zijn verliezen te verrekenen met inkomens uit werk en woning van de drie voorafgaande jaren en de negen volgende kalenderjaren. De verrekening vindt dus plaats op basis van heffingsgrondslag en niet op basis van tarief of geheven belasting. Het is dan ook mogelijk dat de Belastingdienst een verlies achterwaarts verrekend met een positief, maar laag inkomen. Daardoor kan het inkomen tot nihil dalen. In beginsel kan de inspecteur dan een eerder verleende heffingskorting terugnemen. En zo is het mogelijk dat verliesverrekening per saldo niet leidt tot een teruggaaf voor de belastingplichtige.

(Bron: Taxence)

Tellen studie-uren mee voor het urencriterium?

Als u minstens 1.225 uur in uw bedrijf werkt, heeft u recht op verschillende ondernemersfaciliteiten. Maar tellen studie-uren daarvoor ook mee en onder welke voorwaarden?

Urencriterium

Er bestaat voor ondernemers een aantal speciale fiscale faciliteiten. Voor de meeste daarvan is vereist dat u minstens 1.225 per jaar in uw bedrijf werkt én dat u minstens de helft van uw werkzame tijd in uw bedrijf werkt. Dit is het zogenaamde urencriterium. De laatste eis geldt overigens niet voor starters.

Welke faciliteiten?

De faciliteiten waarvoor het urencriterium geldt zijn met name de zelfstandigenaftrek, de oudedagsreserve, de meewerkaftrek en de S&O-aftrek.

Tellen studie-uren ook mee?

Studie-uren tellen soms ook mee voor het urencriterium. Het moet dan gaan om studie-uren in verband met het op peil houden van uw huidige vakkennis.

Let op! Dit betekent dat de uren die gemoeid zijn met het uitbreiden van uw vakkennis, niet meetellen voor het urencriterium. Uitbreiden van uw vakkennis betekent dat ook de aard van uw diensten of producten van uw bestaande onderneming uitgebreid wordt.

Tip: Het is vaak fiscaal ook voordeliger als u studeert om uw vakkennis op peil te houden. De kosten zijn dan in aftrek te brengen op uw winst. De kosten van het uitbreiden van vakkennis zijn alleen als scholingskosten op te voeren. Deze zijn beperkter in aftrek.

(Bron: HLB)

Heibel tussen aandeelhouders!

Waar ondernemers vaak in goede harmonie de krachten bundelen en een samenwerking aangaan in de vorm van een nieuwe BV, komt het voor dat zij als aandeelhouders van deze BV met elkaar in conflict raken. Als je als aandeelhouders niet meer met elkaar door één deur kunt, dan kan het beter zijn om afscheid te nemen van elkaar. Maar hoe doe je dat?

 

De meest voor de hand liggende optie is om in onderling overleg tot koop/verkoop van de aandelen over te gaan. Dit is alleen mogelijk als de ene aandeelhouder wil verkopen, de andere aandeelhouder wil kopen én overeenstemming wordt bereikt over de prijs voor de aandelen. Alhoewel deze optie voor de hand ligt, vormt het conflict vaak een niet te nemen horde. De gunfactor is er niet meer.

 

Verkoop

Soms is in de statuten van de BV of de aandeelhoudersovereenkomst die partijen zijn aangegaan opgenomen dat een bestuurder – die ook aandeelhouder is – bij zijn aftreden als bestuurder zijn aandelen moet verkopen aan de andere aandeelhouder. In de situatie dat beide bestuurders ook aandeelhouder zijn en één van beide zijn functie als bestuurder neerlegt, kan dit resulteren in een aanbiedingsverplichting, waarna de aandeelhouders uit elkaar kunnen gaan.

 

Uitstoot vordering

Een andere mogelijkheid om afscheid van elkaar te nemen kan worden gevonden in artikel 2:336 BW (“uitstoot vordering”). De aandeelhouder die alleen of samen met andere aandeelhouder(s) ten minste één derde van het geplaatste kapitaal verschaft, kan een aandeelhouder (die door zijn gedragingen het belang van de BV zodanig schaadt dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld), in een procedure bij de rechtbank vorderen dat hij zijn aandelen overdraagt. Het moet dan wel gaan om gedragingen als aandeelhouder van de BV, zoals het verlammen of hinderen van de besluitvorming binnen de BV.

 

Ondernemingskamer

Tenslotte is de gang naar de Ondernemingskamer een mogelijkheid. De Ondernemingskamer probeert binnen de mogelijkheden die de wet biedt, mee te werken aan het zoeken naar praktische oplossingen voor problemen binnen een BV. Dit gebeurt via een enquêteprocedure die een snelle en adequate oplossing kan bieden voor geschillen tussen aandeelhouders. Hiermee kunnen patstellingen worden doorbroken. De Ondernemingskamer kan bijvoorbeeld besluiten van bestuurders schorsen of vernietigen, afwijken van de statuten of aandelen tijdelijk overdragen zonder dat hiervoor de medewerking van de aandeelhouder nodig is. De bevoegdheden van de Ondernemingskamer gaan dus ver en op voorhand kan niet worden ingeschat in wiens voordeel dit gaat uitpakken.

 

Er zijn dus diverse mogelijkheden om afscheid van elkaar te nemen. Welke opties daadwerkelijk mogelijk zijn, zal afhangen van de opstelling van de verschillende aandeelhouders en de afspraken in de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst.

(Bron: Jan)

Kosten incontinentie fiscaal aftrekbaar

Wie te maken krijgt met incontinentie ervaart niet alleen veel overlast, maar ook extra kosten. Er zal extra kleding en beddengoed aangeschaft moet worden en bovendien vaker moeten worden gereinigd. Zijn deze kosten aftrekbaar als zorgkosten?

Rechter: incontinentie is ziekte

Volgens het gerechtshof in Amsterdam is incontinentie wel degelijk een ziekte. Daarom zijn extra te maken kosten voor kleding en beddengoed aftrekbaar. Bovendien is dit bij het tot stand komen van de wet nadrukkelijk bepaald.

Verklaring huisarts

In deze zaak verklaarde een huisarts dat 80% tot 90% van alle ouderen niet automatisch incontinent wordt. Daarom is incontinentie aan te merken als een ziekte en niet het gevolg van ouderdom.

Forfait

De aftrek voor extra kosten van kleding en beddengoed is geregeld via een forfait. De aftrek is in 2018 bepaald op €300 als de kosten niet meer bedragen dan €600. Zijn de kosten wel hoger, dan is de aftrek €750. met name als de kosten meer dan €600 zijn, zult u dit aannemelijk moeten kunnen maken.

Let op: Drempel Voor de aftrek van zorgkosten geldt wel een drempel, die afhankelijk is van de hoogte van uw inkomen. Alleen als uw kosten boven de drempel uitkomen, is het meerdere aftrekbaar.

Geen cassatie

De staatssecretaris heeft inmiddels besloten geen cassatie in te stellen. Daarmee staat de uitspraak definitief vast.

Heeft u vragen of de aftrek van zorgkosten, neem dan contact met ons op.

(Bron: HLB)

Handhaving wet DBA voor zzp’ers uitgesteld

e opschorting van de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is verlengd tot 1 januari 2020. Dat betekent dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot die tijd geen boetes of naheffingen krijgen als achteraf blijkt dat er sprake is van een dienstbetrekking.

Wel gaat het kabinet de mogelijkheden voor de handhaving van kwaadwillenden vanaf 1 juli 2018 verruimen. Dit schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer.

Met de Wet DBA is de afgelopen periode geprobeerd duidelijkheid te scheppen over de vraag wanneer er sprake is van een dienstbetrekking. In plaats van duidelijkheid leverde de wet juist veel onrust onder zzp’ers en opdrachtgevers op. Daarom zet het kabinet in op nieuwe wet- en regelgeving die naar verwachting per 1 januari 2020 in werking treedt.

Tot die tijd wordt de opschorting van de handhaving verlengd en blijft de huidige situatie onveranderd voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Zij krijgen geen boetes en naheffingen. Wel kunnen ze in afwachting van nieuwe wetgeving en bij onzekerheid altijd contact opnemen met de Belastingdienst om afspraken te maken.

Bij kwaadwillenden handhaaft de Belastingdienst wel. Per 1 juli 2018 richt de handhaving zich niet langer alleen op de ernstigste gevallen, maar ook op de andere kwaadwillenden.  Het kabinet geeft hiermee gehoor aan de toenemende onvrede over mogelijke schijnzelfstandigheid bij voornamelijk de onderkant van de arbeidsmarkt.

Criteria handhaving

De Belastingdienst kan handhaven bij kwaadwillenden als zij de volgende drie criteria alle drie kan bewijzen:

  • Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking.
  • Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid.
  • Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.

Gezagsrelatie

Of iemand een werknemer is, wordt onder meer bepaald door de vraag of er sprake is van een gezagsrelatie. De Tweede Kamer heeft het kabinet opgeroepen om voor 1 januari 2019 te verduidelijken wat dit begrip – onder de huidige wetgeving – inhoudt. Het kabinet gaat in overleg met de betrokkenen over de knelpunten en zal in een hoofdlijnenbrief nog voor de zomer toelichten hoe dit begrip verduidelijkt wordt.

(Bron: Taxence)