Ondernemers en de verplichte e-Herkenning

Rechtspersonen moeten voor het doen van aangiften, loonheffingen en vennootschapsbelasting sinds dit jaar verplicht gebruik maken van e-Herkenning. Aan het verkrijgen van e-Herkenning zijn jaarlijks kosten verbonden. Wij zetten de regels en mogelijkheden voor u uiteen.

Wat is E-Herkenning precies?

E-Herkenning is een veilig gedigitaliseerd communicatiemiddel waarmee inmiddels met enige honderden overheidsinstanties kan worden gecommuniceerd. Het verplichte gebruik van e-Herkenning betekent dat de loonaangifte en aangifte vennootschapsbelasting voor rechtspersonen niet meer kosteloos kan gebeuren. Op termijn zal het ook voor de btw aangifte verplicht worden om de e-Herkenning te gebruiken.

E-herkenning mogelijk onwettig?

Het is nog maar de vraag of het wettelijk is toegestaan om ondernemers te verplichten een betaald systeem te gebruiken voor de belastingaangifte. In antwoord op Kamervragen blijkt dat de verantwoordelijke bewindslieden vinden dat dit wel het geval is, maar hieraan wordt door meerdere experts getwijfeld.

Tijdig aanleveren van belastingaangiftes verplicht

Ondernemers zijn echter wel verplicht om hun belastingaangiftes tijdig in te leveren, dus ondernemingen zonder e-Herkenning worden op deze manier gedwongen e-Herkenning aan te schaffen.

Verschillende tarieven voor e-Herkenning

E-Herkenning wordt aangeboden door een zestal bedrijven met verschillende tarieven. Deze tarieven variëren, afhankelijk van de geboden mogelijkheden. Voor het gebruik van e-Herkenning voor de loonaangifte is minstens het één na hoogste veiligheidsniveau vereist, EH3.

Let op! Ook andere rechtspersonen, zoals verenigingen en stichtingen, moeten verplicht e-Herkenning gebruiken.

Verzorgen wij uw aangifte loonheffingen en / of vennootschapsbelasting?

Dan heeft u niet direct de e-herkenning nodig. Het kan wel zijn dat u voor de communicatie met UWV en / of andere overheidsinstanties de e-herkenning nodig heeft. U kunt ons voor deze communicatie machtigen.

BTW-regels fiets van de zaak aangepast

Het besluit waarin de BTW-aftrek op fietsen van de zaak is geregeld is aangepast vanwege de nieuwe fiscale regeling die sinds 1 januari 2020 geldt.

De wijziging van het besluit van 11 juli 2012 (Heffing privégebruik auto en toepassing BUA) is in de Staatscourant van 30 december 2019 gepubliceerd. De belangrijkste wijziging betreft § 3.5 Bua en de verstrekking van fietsen. Deze paragraaf kan ook worden toegepast als de ondernemer fietsen leaset en ter beschikking stelt aan zijn werknemer(s).

De ondernemer kan de fiets die hij verstrekt of ter beschikking stelt, aanschaffen of leasen. Als is vermeld ‘inkoopprijs’ of ‘aanschafprijs’, wordt daaronder ook begrepen de in totaal te betalen leasetermijnen. Als is vermeld ‘inkoop’ of ‘aanschaf’ wordt daaronder ook begrepen lease.

Voor leasefietsen geldt dat het BTW-bedrag dat is begrepen in de leasetermijnen volledig in aftrek kan worden gebracht totdat het totaal van die in aftrek gebrachte bedragen het maximum van € 130 (21/121 x € 749) heeft bereikt.

De nieuwe fietsregeling komt er in het kort op neer dat voor een ter beschikking gestelde fiets slechts 7% van de cataloguswaarde tot het loon moet worden gerekend. Over deze 7% moet de werknemer belasting betalen.

(Bron: Accountancyvanmorgen)

SLIM subsidie voor leren en ontwikkelen in het mkb

Deze week maakte Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de nieuwe subsidieregeling SLIM bekend. Met tot wel 24.999 euro subsidie voor individuele mkb-ondernemers die investeren in leven lang ontwikkelen. Ook voor mkb-ondernemers die investeren in mbo-opleidingen via de derde leerweg is er goed nieuws: de SLIM-regeling vergoedt namelijk een deel van de kosten van een derde leerweg-traject.

SLIM subsidie: voor leren en ontwikkelen in het mkb

Mkb-ondernemers kunnen vanaf maart 2020 subsidie aanvragen om het ‘leven lang ontwikkelen’ in de onderneming mogelijk te maken. Daarbij kan gedacht worden aan subsidies voor onder meer het inwinnen van advies, het oprichten van een bedrijfsschool, het verzorgen van loopbaanadviezen, of voor het via praktijkleren up-to-date houden van werknemersvaardigheden. Elke mkb-ondernemer kan straks een subsidieaanvraag indienen. In de landbouw, horeca en recreatiesector mogen naast mkb’s ook grotere bedrijven meedoen. Mkb-ondernemers kunnen maximaal 24.999 euro krijgen. Voor samenwerkingsverbanden van meerdere organisaties (zoals brancheorganisaties en O&O-fondsen) kan de subsidie zelfs oplopen tot 500.000 euro.

Leven lang ontwikkelen

De nieuwe SLIM-regeling is mede te danken aan de inspanningen van Tweede Kamerlid Wiersma. Want vooral ondernemers in het mkb (en bedrijven in de ‘seizoensgebonden’ sectoren) hebben vaak moeite om te investeren in het ontwikkelen, opleiden en begeleiden van hun personeel. De SLIM-regeling is speciaal voor hen in het leven geroepen. Zo zorgen werkgevers ervoor dat medewerkers hun werk leuk en uitdagend blijven vinden, en goed inzetbaar blijven gedurende hun hele loopbaan.

SLIM subsidie aanvragen

Het aanvragen van de SLIM-subsidie kan vanaf maart 2020. De regeling is inmiddels in concept naar de Tweede kamer gestuurd. De publicatie van de definitieve subsidieregeling wordt verwacht begin 2020. Voor individuele mkb-ondernemers is er bijna 30 miljoen euro beschikbaar. De regeling valt onder de Kaderwet Subsidies SZW en kent daarom wat verplichtingen inzake verantwoording, mkb-toets en staatssteuntoets. Waarschijnlijk zullen de subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Het op tijd indienen van een goede, volledige aanvraag wordt dus belangrijk.

(Bron: PNO)

Fiets van de zaak

Per 1 januari 2020 is de fiscale regeling voor de ‘fiets van de zaak’ veranderd. Het wordt voor werkgevers makkelijker om hun werknemers te laten profiteren van een fiets van de zaak. Ondernemers (bijvoorbeeld kleine ondernemers en zzp’ers) kunnen ook zelf gebruik maken van de regeling. 

Fiets van de zaak: hoe werkt het?

Een fiets van de zaak maakt het mogelijk om een (elektrische) fiets of een speed-pedelec te gebruiken voor woon-werkverkeer. De werknemer hoeft dan niet zelf een fiets te kopen. Hij of zij mag de fiets van de zaak fiscaal gezien onbeperkt privé gebruiken. Dus ook voor een fietstochtje, de boodschappen of het wegbrengen van de kinderen. 

Wat kost een fiets van de zaak?

De werkgever betaalt de fiets en meestal ook de kosten voor onderhoud en reparatie. Wel krijgt de werknemer te maken met een bijtelling bij het salaris. Uiteindelijk betaalt de werknemer daardoor enkele euro’s per maand extra belasting.  

Hoe werkt de bijtelling?

Wie een fiets van de zaak privé gebruikt, heeft daar voordeel van. Over de waarde van dit voordeel (de bijtelling) betaalt hij of zij loonbelasting. De bijtelling is 7% over de consumentenadviesprijs van de fiets en accessoires (inclusief btw) per jaar. De werkgever telt dit bedrag op bij het salaris. Hierover betaalt de werknemer dan maandelijks belasting. 

Eigen bijdrage

De werkgever kan de werknemer om een maandelijkse eigen bijdrage vragen. Dit bedrag gaat dan van de bijtelling af. De werknemer ziet dit terug op zijn of haar loonstrookje.

Werkgever vergoedt soms bijtelling

De werkgever mag er ook voor kiezen de bijtelling voor zijn rekening te nemen. Dat kan door gebruik te maken van de vrije ruimte in de werkkostenregeling. In dat geval hoeft de werknemer helemaal geen belasting te betalen. 

Geen of minder reiskostenvergoeding

Maakt de werknemer gebruik van een fiets van de zaak? Dan kan het zijn dat hij of zij bepaalde reiskostenvergoedingen niet meer krijgt van de werkgever. Bijvoorbeeld een kilometervergoeding. Daar staat tegenover dat de werknemer ook minder of geen reiskosten meer maakt. De werkgever bepaalt welke reiskosten al dan niet vergoed worden. 

(Bron: Overheid)

De innovatiebox: leuker kunnen we het wel maken!

De innovatiebox is een regeling in de vennootschapsbelasting die voor een behoorlijke belastingbesparing kan zorgen. Voldoe je aan de voorwaarden, dan kan je in 2020 maximaal 18% belasting besparen. Dat is bij 100.000 euro winst toch 18.000 euro. Vaak wordt gedacht dat de innovatiebox niet voor het mkb van toepassing is, maar alleen voor multinationals zoals Philips en ASML. Dat is een misverstand. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden kan je als mkb-ondernemer wel degelijk gebruik maken van de innovatiebox.

De innovatiebox is maatwerk en een doorlopend proces. De kleinste innovatie kan leiden tot een jarenlange omzet en winst uit deze vinding. Gebruiken we niet allemaal nog steeds de paperclip?

Hoe kan ik gebruik maken van de regeling?

Sinds 2017 is de toegang tot de innovatiebox opgedeeld in grofweg twee categorieën: grote bedrijven en kleinere bedrijven. Voor de kleinere bedrijven is het voldoende dat er in eigen beheer een ‘immaterieel activum’ is ontwikkeld. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een machine die je productieproces optimaliseert of een platform om IT-applicaties te bouwen. Wanneer iets een immaterieel actief is, is niet als zodanig geregeld. Het actief dient wel ontwikkeld te zijn met speur- en ontwikkelingswerk waar ook een S&O-verklaring voor is afgegeven. Zonder deze verklaring en de juiste rechtsvorm kan er geen gebruik worden gemaakt van de innovatiebox. Voor grote ondernemingen geldt een extra eis: die moeten naast een S&O-verklaring ook een kwekersrecht of octrooi hebben of hebben aangevraagd.

Het is dan ook de moeite waard om bij ieder innovatief idee dat tot een immaterieel activum kan leiden een S&O-verklaring aan te vragen. Ook doorontwikkelingen van bestaande activa komen hiervoor in aanmerking. Dit brengt wat extra administratie met zich mee, maar daarmee blijft een toekomstige belastingbesparing wel mogelijk.

Afspraken met de Belastingdienst

Mag dan alle winst dan tegen het lage tarief worden belast? Nee, dat zou te mooi zijn. Het is gebruikelijk om met de Belastingdienst afspraken te maken:

  • welk deel van de winst binnen de box wordt gebracht
  • welk deel normaal is belast
  • welke kosten eerst dienen te worden ingelopen

Dit is een ingewikkeld proces en het kost tijd om passende afspraken te maken. Daar staan dan wel een besparing, rust en zekerheid voor de komende paar jaar tegenover.

Vereenvoudigde regeling

Staat de opbrengst van de ontwikkeling nog in de kinderschoenen of is het afwachten welke kant het opgaat? In dat geval kan je ook alvast kiezen voor de versimpelde methode. Dit is een vast percentage van de winst tot maximaal 25.000 euro voor een periode van maximaal drie jaar. Heeft een ontwikkeling enige omvang en winstpotentieel, dan loont het al gauw om een individuele afspraak met de Belastingdienst te maken.

(Bron: Alfa)

De juridische kant van het due diligence onderzoek

In het proces van bedrijfsoverdracht krijgt u als ondernemer vrijwel altijd met een due diligence onderzoek te maken. Due diligence betekent letterlijk vertaald uit het Engels: gepaste zorgvuldigheid. Ook de term ‘boekenonderzoek’ wordt gebruikt. Dit is een door de verkoper of koper van het bedrijf zorgvuldig uit te voeren onderzoek naar het bedrijf dat verkocht wordt. U wilt immers weten wat u koopt!

Een praktisch en waardevol boekenonderzoek

Een aantal juridische onderwerpen die nader worden onderzocht bij een due diligence onderzoek zijn de vennootschap, het personeel, contracten en intellectueel eigendom. Ik neem u graag mee in deze onderwerpen.

De vennootschap

De vennootschap is de hoofdpersoon in dit verhaal. Het zijn namelijk de aandelen van de vennootschap die u (ver)koopt. Het is belangrijk om de structuur van de vennootschap helder te krijgen. Daarnaast wilt u weten hoe de statuten eruit zien en wat er in het verleden is gebeurd. Zo krijgt u duidelijk in beeld of u ook daadwerkelijk koopt wat u denkt te kopen en ziet u waar risico’s of kansen liggen.

Personeel

Ook is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de personeelszaken. Het personeel blijft immers in dienst van de overgenomen vennootschap of gaan van rechtswege over door overgang van de onderneming. Tijdens het onderzoek brengt u in kaart welke personeelsleden er allemaal in dienst zijn, of de pensioenpremies betaald zijn, welke cao van toepassing is en of er sprake is van speciale regelingen.

Contracten

Om je onderzoeksplicht na te komen is het tevens belangrijk dat alle lopende contracten helder in beeld zijn. Bij een overname kan namelijk een zogenaamde ‘change of control bepaling’ van kracht zijn. Dit houdt in dat de andere partij het recht heeft om bijvoorbeeld het contract te beëindigen of te wijzigen.

Intellectueel eigendom (IE)

Dit onderzoek kan ook een nauwkeurig overzicht bieden van de werkelijke waarde van de intellectuele eigendomsportefeuille. Hieruit wordt dan snel duidelijk of alles op de goede naam staat, of er rechten moeten worden overgedragen, of alles juist geregistreerd is en of er sprake is van inbreuk van IE-rechten.

Bereid ook verkoop goed voor

Ook als verkoper van uw onderneming, kunt u zich voorbereiden op een boekenonderzoek. U kunt de meest gestelde vragen en documenten al voorbereiden en ordenen. Hiermee zorgt u ervoor dat uw onderneming verkoopklaar is en dat u snel kunt schakelen.

(Bron: AcconAVM)

Het nut van een schenkingsakte

Een schenking doet u meestal in eerste instantie om de begunstigde te helpen, maar mogelijk levert het u zelf ook voordeel op.

Fiscale voordelen

Veel mensen vinden het leuker om met de warme hand (bij leven) te schenken dan met koude hand (na overlijden). Bovendien heeft schenken bij leven verschillende fiscale voordelen. Een schenking:

  • kan ervoor zorgen dat u minder belasting hoeft te betalen over het vermogen in box 3;
  • bespaart uw erfgenamen in de toekomst mogelijk erfbelasting;
  • kan voorkomen dat u later een hoge eigen bijdrage moet gaan betalen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Een schenkingsakte is nuttig

U kunt natuurlijk zomaar een bedrag overmaken naar de begunstigde, maar het is verstandig om de de schenking vast te leggen in een akte. Deze akte dient als bewijs voor de Belastingdienst. Met de akte toont u aan welk bedrag u wanneer aan wie heeft geschonken. U kunt ook vastleggen of er een beroep is gedaan op een schenkingsvrijstelling. Verder vermeldt de akte wie schenkt. Met name als u getrouwd bent, is het belangrijk om vast te leggen uit welk vermogen de schenking komt: uit het privévermogen of uit de huwelijksgoederengemeenschap?

Schenken met voorwaarden

In een schenkingsakte kunt u verschillende schenkingsvoorwaarden opnemen. Leg bijvoorbeeld vast dat het geld gebruikt moet worden voor de aankoop van een woning of de aflossing van een studieschuld.

Voorschot op de erfenis

Moet de schenking later in mindering gebracht worden op het erfdeel van de begunstigde? Leg dat dan vast in de akte. De schenking wordt dan gezien als een voorschot op de erfenis. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn als u meerdere kinderen heeft, maar nu een schenking wilt doen aan één van hen.

Uitsluitingsclausule

Wilt u voorkomen dat het geschonken bedrag toekomt aan de partner van de begunstigde, bijvoorbeeld uw schoonzoon of -dochter? Neem dan een harde uitsluitingsclausule op in de akte. U kunt ook bepalen dat de partner van de begunstigde niet meedeelt in de schenking als het huwelijk eindigt door echtscheiding, maar wel als het huwelijk eindigt door overlijden (zachte uitsluitingsclausule). Deze bepaling kan later erfbelasting besparen.

Herroepelijke schenking

Als schenker kunt u een herroepelijke schenking op een later tijdstip ongedaan maken. In de schenkingsakte wordt vastgelegd in welke situaties de schenking teruggedraaid kan worden. Bijvoorbeeld als het geld niet wordt benut voor het afgesproken doel, als de begunstigde niet voor een bepaalde datum afstudeert of als u het geld zelf nodig heeft. Ook kunt u afspreken dat het geld terugbetaald moet worden als de begunstigde in de bijstand terechtkomt. Bijstandsgerechtigden moeten namelijk eerst hun eigen vermogen opmaken.

Periodieke schenking

Wilt u structureel schenken, overweeg dan een periodieke schenkingsakte. U hoeft dan niet ieder jaar een nieuwe schenkingsakte op te stellen. Een periodieke schenkingsakte kan ook handig zijn bij een schenking aan een goed doel (ANBI). Periodieke schenkingen aan een ANBI zijn, als de looptijd minimaal vijf jaar is, volledig aftrekbaar van het belastbare inkomen. U moet dan jaarlijks hetzelfde bedrag schenken. 

Schenkingsvrijstellingen

Als u nog vóór 1 januari 2020 schenkt, kan de begunstigde gebruikmaken van de jaarlijkse vrijstelling van € 5.428 (kinderen) of € 2.173 (alle andere begunstigden). Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt daarnaast een eenmalige vrijstelling van € 26.040. Is de schenking aan kinderen bedoeld voor een dure studie, dan is de eenmalige vrijstelling € 54.246. Bij een schenking voor een eigen woning is de eenmalige vrijstelling zelfs € 102.010. Deze vrijstelling geldt voor iedereen tussen de 18 en 40 jaar, niet alleen voor eigen kinderen. Heeft degene aan wie u wilt schenken de leeftijd van 40 jaar al bereikt, maar is zijn partner wel jonger? Dan kunt u de eenmalige vrijstelling alsnog toepassen.

Let wel op: de Belastingdienst stelt voorwaarden aan schenkingen onder sommige vrijstellingen. Zo mag een hoge schenking voor de eigen woning niet herroepelijk zijn. Houd daar rekening mee bij het opstellen van de schenkingsakte. 

(Bron: Flynt)

RJ uitingen 2019; een update inzake externe verslaggeving

Introductie

In 2019 zijn er door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) verschillende uitingen opgesteld die van invloed zullen zijn op de toekomstige verslaggeving van Flynth klanten. Om zowel klanten als collega’s van Flynth up to date te houden hebben we hier een kort overzichtsartikel gemaakt met de voorgestelde aanpassingen; in totaal 16 uitingen. We geven hier slechts een beknopt overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen.  Mocht u over deze RJ uitingen nog vragen hebben dan kunt u uiteraard contact opnemen met. De RJ-uitingen zelf zijn te vinden via de volgende link: https://www.rjnet.nl/uitingen/2019.

Kosten groot onderhoud ‘Materiële vaste activa’

In RJ-Uiting 2019-13 wordt uiteengezet dat het voor de verwerking van kosten van groot onderhoud aan materiële vaste activa niet langer is toegestaan om deze kosten direct in de winst-en-verliesrekening te verwerken. De mogelijkheden voor verwerking van kosten van groot onderhoud in de boekwaarde van het actief (componentenbenadering) of via de onderhoudsvoorziening blijven bestaan. De overgang van het direct verwerken in de winst-en-verliesrekening naar één van de twee andere verwerkingswijzen moet worden behandeld als een stelselwijziging. In RJ 212.805 is echter een overgangsbepaling opgenomen die het mogelijk maakt om de stelselwijziging prospectief te verwerken. Daarnaast geldt voor de overgang ‘kosten van groot onderhoud via een voorziening’ naar ‘kosten van groot onderhoud in de boekwaarde van het actief’ eveneens een verlicht overgangsregime; deze stelselwijziging op drie manieren kan worden verwerkt:

1. op retrospectieve wijze overeenkomstig hoofdstuk 140 Stelselwijzigingen;
2. op retrospectieve wijze vanaf voorgaand boekjaar;
3. op retrospectieve wijze vanaf het huidige boekjaar.

Verslaggeving van opbrengsten

Bij het verwerken van opbrengsten heeft de RJ gekeken naar IFRS 15 ‘Revenue from Contracts with Customers’. De RJ heeft geconcludeerd dat het volledig overnemen van de bepalingen van IFRS 15 in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving niet wenselijk is vanwege de doelgroep in combinatie met de daarmee samenhangende implementatiekosten. De RJ heeft besloten tot het voorstellen van specifieke wijzigingen in de huidige hoofdstukken voor opbrengstverantwoording en deze Richtlijnen aan te vullen met nadere uitleg en voorbeelden. Zo is er een nadere invulling omtrent het identificeren van een ‘prestatieverplichting’.

Lease accounting

RJ-Uiting 2019-3 ligt in het verlengde van IFRS 16 en gaat in op de vraag of er sprake is van een lease overeenkomst. Een overeenkomst bevat een lease indien deze in ruil voor een vergoeding aan de wederpartij (de leverancier) de zeggenschap gedurende de overeengekomen gebruiksperiode over het gebruik van een geïdentificeerd actief aan de rechtspersoon (de afnemer) verleent.  Hiervan is sprake indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan: 

a) er is sprake van een geïdentificeerd actief;
b) de afnemer heeft gedurende de gehele gebruiksperiode het recht op vrijwel alle economische voordelen uit het gebruik van het geïdentificeerde actief; en
c) de afnemer heeft gedurende de gehele gebruiksperiode het recht om het gebruik van het geïdentificeerde actief te bepalen.

Tevens is een schema toegevoegd in de RJ-uiting om te bepalen of er sprake is van een lease. Het onderscheid financial en operational lease komt hiermee overigens niet te vervallen bij de RJ (in tegenstelling tot onder IFRS 16).

Overige Onderwerpen

Daarnaast worden er in de totaal 16 uitingen nog meer onderwerpen behandeld. Onderstaand slechts een greep uit de voorgestelde wijzigingen.

  • Voor de classificatie eigen danwel vreemd vermogen is door de RJ uiteengezet dat de classificatie van een financieel instrument als eigen vermogen of als vreemd vermogen in de enkelvoudige jaarrekening kan worden gebaseerd op de juridische vorm of op de economische realiteit van het instrument. De RJ heeft besloten op te nemen dat de aard van het financieel instrument dient te worden toegelicht indien de classificatie is gebaseerd op de juridische vorm en deze vorm afwijkt van de economische realiteit; 
  • Door de RJ is aangegeven dat IFRS 9, 15, 16 & IAS 19 integraal mogen worden toegepast.
  • De RJ zal de nieuwe wetgeving inzake Aandeelhoudersbetrokkenheid incorporeren. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op (i) bezoldigingsbeleid; (ii) bezoldigingsverslag; en (iii) transacties met verbonden partijen; 
  • Voor zorginstelling geldt dat de verslaggeving moet worden verwerkt conform WTZi en RJ 655 worden gebracht; 
  • In de RJ zijn nieuwe suggesties aangebracht voor een verdere toelichting rondom diversiteitsbeleid in het bestuursverslag;
  • Er is een verdere specificatie rondom het gebruik van vreemde valuta, waarbij onder andere de mogelijkheid voor kleine en middelgrote rechtspersonen om altijd de baten en lasten om te kunnen rekenen tegen de slotkoers per balansdatum komt te vervallen;
  • Voorzieningen mogen gewaardeerd worden tegen nominale waarde of contante waarde van de uitgaven indien er sprake is van een behoorlijke tijdswaarde;
  • Latente belastingvorderingen dienen op een afzonderlijke regel onder de financiële vaste activa en/of onder de vlottende activa (vorderingen) opgenomen te worden;
  • Een toelichting op de relatie tussen de belastinglast- of bate en het resultaat voor belastingen wordt verplicht voor middelgrote en grote rechtspersonen en belangrijke afwijkingen ten opzichte van het effectieve belastingtarief moeten worden toegelicht.

(Bron: Flynth)

Na overlijden betaalde medische kosten aftrekbaar?

De belastingplichtige is voorafgaand aan haar overlijden persoonlijk verzorgd en heeft medicijnen gekregen. Na haar overlijden hebben de erfgenamen drie facturen gekregen en zij hebben deze betaald uit de onverdeelde nalatenschap.

Aangifte erfbelasting

De nota’s zien op kosten die zijn gemaakt voor de overledene voorafgaande aan haar overlijden. Bij het indienen van de aangifte erfbelasting komen de kosten in mindering op de nalatenschap en verlagen de belaste verkrijging van de erfgenamen.

Overlijdensaangifte inkomstenbelasting

Voor de inkomstenbelasting bestaat ook een aftrekmogelijkheid voor specifieke zorgkosten. In de overlijdensaangifte inkomstenbelasting van hun moeder hebben de kinderen de kosten voor medische verzorging als persoonsgebonden aftrek in mindering gebracht op haar inkomen.

De inspecteur corrigeert de aftrekpost, omdat de kosten volgens hem niet ‘drukken’ op de overledene, maar op de erfgenamen. Moeder heeft weliswaar de zorg verleend gekregen, maar de nota’s zijn pas na haar overlijden opgesteld en betaald. Medische kosten komen pas in aanmerking als persoonsgebonden aftrekpost als deze zijn betaald, verrekend, ter beschikking zijn gesteld of rentedragend zijn geworden. In deze situatie waren de kosten pas na het overlijden betaald. De Hoge Raad is het met de inspecteur eens dat de kosten dan niet meer kunnen drukken op moeders inkomen en dus bij haar niet aftrekbaar zijn.

Aftrekmogelijkheid inkomstenbelasting vervallen.

Vervalt daarmee de mogelijkheid om de gemaakte kosten voor medische verzorging in mindering te brengen op het inkomen?

Niet helemaal, de kosten blijven namelijk nog steeds uitgaven voor specifieke zorgkosten. De erfgenamen mogen nu ieder een evenredig deel van de kosten in mindering brengen in hun aangifte inkomstenbelasting. Dat kan behoorlijk nadelig uitwerken, omdat bij ieder kind moet worden getoetst of er meer kosten zijn gemaakt dan de drempel. De drempel (2020) wordt als volgt berekend:

Drempelinkomen Drempel
Meer dan Niet meer dan  
€ 7.863 € 136
€ 7.863 € 41.765 1,65% van het drempelinkomen
€ 41.765 € 689 + 5,75% van het bedrag boven € 41.765




Voor zover de zorgkosten hoger zijn dan de drempel kunnen kosten in aftrek worden gebracht in de aangifte inkomstenbelasting (bij partners mogen de zorgkosten opgeteld worden, maar worden het drempelinkomen en de drempel ook verhoogd). Door het verdelen van de kosten over alle erfgenamen zijn, door de drempel die bij ieder geldt, mogelijk de specifieke zorgkosten niet of voor een kleiner bedrag aftrekbaar.

(Bron: BDO)

Hoe beperkt u belastingrente over uw aanslag vennootschapsbelasting?

Gezien de belastingrente voor de vennootschapsbelasting van 8% is het van belang om kritisch te kijken naar uw voorlopige aanslagen over de afgelopen jaren. Daarmee kunt u voorkomen dat de Belastingdienst u deze hoge rente in rekening brengt of de termijn beperkt waarover belastingrente in rekening wordt gebracht. Is over het jaar 2019 nog geen voorlopige aanslag opgelegd of wel een voorlopige aanslag opgelegd en is de huidige inschatting dat deze aanslag te laag is? Dan moet u uiterlijk op 30 april 2020 actie ondernemen om belastingrente te voorkomen.

Belastingrente over vennootschapsbelasting

In de publicatie ‘Belastingrente over vennootschapsbelasting’ vindt u meer informatie over het beperken van belastingrente. Ook besteden we aandacht aan de gevolgen van het opzettelijk verstrekken van onjuiste inlichtingen of gegevens in een verzoek tot het opleggen of aanpassen van een voorlopige aanslag.

(Bron: BDO)