Verlenging fiscale coronamaatregelen tot 1 oktober 2020

Op 20 mei maakte het kabinet een nieuw Noodpakket 2.0 in verband met de coronacrisis bekend. Daarin zit ook een verlenging van de fiscale maatregelen.

Bijzonder uitstel van betaling belastingaanslagen

De periode waarin je als ondernemer belastinguitstel kunt aanvragen, is vanwege de aanhoudende coronacrisis verlengd tot 1 oktober 2020. Als ondernemer krijg je bij je eerste aanvraag direct drie maanden uitstel van betaling. Je hoeft maar één keer een verzoek in te (laten) dienen. Het uitstel geldt voor alle belastingaanslagen die je de komende 3 maanden krijgt opgelegd.

Langer dan 3 maanden uitstel mogelijk

Je kan als ondernemer ook voor een langere periode dan drie maanden uitstel aanvragen. Je moet dan onderbouwen dat je door de coronacrisis in betalingsproblemen bent gekomen. Hiervoor worden voorwaarden gesteld, die nog worden bekendgemaakt. Voor bv’s gaat in ieder geval gelden dat de ondernemer moet verklaren dat geen dividenden en bonussen (aan de bestuurders) zullen worden uitgekeerd, of eigen aandelen worden ingekocht.   

Bij het einde van de uitstelperiode wordt aan ondernemers een voorstel voor een betalingsregeling gedaan. 

Belasting- en invorderingsrente tot 1-10 (bijna) 0%

Een nadeel van belastinguitstel is dat je dan achteraf rente moet betalen. Dat is niet de bedoeling. De belastingrente en invorderingsrente blijven daarom tot 1 oktober 2020 verlaagd tot bij 0% (namelijk: 0,01%).

Betaalverzuimboetes vervallen 

Als je de loonheffingen of btw niet op tijd voldoet, krijg je een naheffingsaanslag met een betaalverzuimboete. Deze boete hoef je niet te voldoen, deze wordt kwijtgescholden. Dit geldt nu al, en wordt verlengd tot 1 september 2020.

Soepel urencriterium voor ondernemers tot 1 oktober 2020

Voor o.a. de zelfstandigenaftrek geldt dat je als ondernemer in een jaar tenminste 1.225 uur in je onderneming moet werken. Als de zaken door de coronacrisis stilliggen, dan kan het zijn dat je dit aantal uren in 2020 niet haalt. Het urencriterium wordt versoepeld tot 1 oktober 2020. In de periode van 1 maart tot en met 30 september wordt er vanuit gegaan dat je tenminste 24 uren per week aan jouw onderneming hebt besteed. Heb je seizoensgebonden werkzaamheden, dan is het aantal uren van het eerste halfjaar in 2019 het uitgangspunt.

(Bron: Alfa)

De fiscale coronareserve

Het kabinet heeft een aantal aanvullende fiscale maatregelen aangekondigd ter bestrijding van de coronacrisis. De maatregelen zijn met name gericht op het geven van financiële ruimte aan bedrijven en ondernemers. Eén van de maatregelen is de invoering van een coronareserve in de vennootschapsbelasting.

Deze reserve maakt het mogelijk een verwacht coronagerelateerd verlies over 2020 versneld te kunnen verrekenen met het resultaat over 2019. Normaal gesproken kan het verlies over 2020 pas worden verrekend met het resultaat over 2019 wanneer de aanslag vennootschapsbelasting over 2019 definitief is vastgesteld en de aangifte vennootschapsbelasting 2020 is ingediend.

FISCALE MAATREGEL

Door deze fiscale maatregel kan het te verwachten verlies over 2020 in de aangifte vennootschapsbelasting 2019 van de winst in 2019 worden afgetrokken. Hierbij geldt dat deze coronareserve niet hoger mag zijn dan de winst van 2019. Daarnaast kan nu al een teruggave van de eerder over 2019 betaalde vennootschapsbelasting door middel van een nadere voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019 worden gevraagd.

Voor het vormen van een coronareserve in 2019 gelden de volgende voorwaarden:

  • Er is sprake van een verwacht coronagerelateerd verlies in het boekjaar 2020
  • Het verwachte coronagerelateerde verlies kan niet groter zijn dan het totale verlies dat de belastingplichtige verwacht over het boekjaar 2020
  • De dotatie aan de coronareserve in het boekjaar 2019 bedraagt maximaal de winst over het boekjaar 2019 die zou gelden zonder de vorming van deze reserve
  • De coronareserve wordt uiterlijk in het boekjaar 2020 volledig in de winst opgenomen
  • De dotatie aan de coronareserve wordt in de aangifte vennootschapsbelasting 2019 opgenomen in de rubriek overige fiscale reserves

(Bron: Mazars)

Ondergrens accountantsverklaring NOW-regeling bekend

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft duidelijkheid verschaft over de ondergrens voor een accountantsverklaring bij de NOW-regeling.

Accountantsverklaring

Voor de NOW-regeling wordt een accountantsverklaring verplicht gesteld voor bedrijven die een voorschot (80% van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van 100.000 euro of meer. Om te voorkomen dat een aanvrager een laag voorschot krijgt, maar bij vaststelling toch een subsidie ontvangt die (veel) hoger is dan 125.000 euro, zonder dat daarbij een accountantsverklaring hoeft te worden overlegd, wordt ook bij een vast te stellen subsidie van 125.000 euro of meer een accountantsverklaring vereist.

Ondernemingen die een voorschot van minder dan 100.000 euro hebben ontvangen, zijn zelf verantwoordelijk om in te schatten of de subsidie op 125.000 euro of meer wordt vastgesteld, waardoor ook zij een accountantsverklaring nodig hebben. Om ze daarbij te ondersteunen zal de overheid online een tool beschikbaar stellen aan de hand waarvan een redelijke inschatting gemaakt kan worden of een accountantsverklaring al dan niet benodigd is. Uit voorlopige cijfers van het UWV van de eerste 113.000 aanvragen blijkt ongeveer 10% van het aantal bedrijven 100.000 euro of meer aan voorschot te ontvangen.

Protocol en standaarden

SZW en de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) voeren intensief overleg over de inhoud van de accountantswerkzaamheden, in situaties waar wel een accountantsverklaring vereist is. SZW werkt hiervoor aan een accountantsprotocol. De NBA werkt tegelijkertijd aan een passende standaard of standaarden. Mazars is nauw betrokken bij de ontwikkeling van een passende standaard. De partijen verwachten het protocol en de standaarden voor 1 augustus 2020 definitief te publiceren.

Betrokkenheid van accountant

Voor bedrijven die hun omzetdaling meten over de periode 1 maart tot en met 31 mei 2020, loopt binnenkort de eerste subsidieperiode af. Hoewel ondernemers niet voor 7 september 2020 hun afrekening kunnen indienen en accountants nog moeten afwachten wat ze exact moeten doen, kan het toch verstandig zijn om tijdig te overleggen over het afsluitingsproces.

De werkzaamheden moeten door accountants worden ingepland en het is goed om te begrijpen hoe de onderneming heeft geopereerd in de eerste drie maanden en hoe dit zijn weerslag heeft gekregen in de administratie. Mogelijk kunnen ook alvast afspraken worden gemaakt over de minimaal aan te leveren informatie aan de accountant, die kan worden aangevuld zodra het protocol en de standaarden definitief zijn.

(Bron: Mazars)

Is het afzien van de vrijwilligersvergoeding altijd fiscaal aftrekbaar?

De Belastingdienst heeft laten weten dat het afzien van de vrijwilligersvergoeding voor de vrijwilliger alleen een aftrekpost in de aangifte inkomstenbelasting oplevert wanneer de vrijwilliger er voor had kunnen kiezen om de vergoeding wel uit te laten betalen.

Vrijwilligersvergoeding

Aanleiding voor deze publicatie van de Belastingdienst was een vraag van een bestuurder van een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Hij wilde graag weten of vrijwilligers recht hebben op de giftenaftrek van een uurvergoeding voor de gewerkte uren terwijl zij feitelijk geen recht hebben op deze vergoeding. De bestuurder gaf daarbij aan dat de ANBI niet aan alle voorwaarden kon voldoen die gesteld worden aan de giftenaftrek, maar het voor haar vrijwilligers toch mogelijk wilde maken een aftrekpost te claimen in de aangifte inkomstenbelasting.

De Belastingdienst geeft aan dat wanneer niet aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan en de aftrekpost toch wordt opgevoerd in de aangifte, er sprake is van het indienen van een onjuiste aangifte met een navorderingsaanslag bij de vrijwilliger als gevolg. Kortom, een vrijwilliger moet wel aanspraak kunnen maken op de vrijwilligersvergoeding. Alleen dan kan de vrijwilliger een aftrekpost opvoeren als hij of zij afziet van de vrijwilligersvergoeding.

Wanneer is er  sprake van een aftrekpost ?

Wanneer een vrijwilliger die werkzaam is voor een ANBI afziet van de vergoeding waar hij of zij recht op heeft, kan de vrijwilliger het bedrag als gift aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting. Dan moet wel aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • De instelling is aangewezen als (culturele) ANBI;
  • De instelling heeft een verklaring afgegeven waaruit blijkt dat sprake is van inzet als vrijwilliger;
  • De (culturele) ANBI heeft een regeling getroffen waardoor de vrijwilliger in aanmerking komt voor een vergoeding;
  • De financiële situatie van de (culturele) ANBI is zo dat zij de vergoeding ook kan uitbetalen;
  • De (culturele) ANBI heeft de bedoeling om de vergoeding daadwerkelijk uit te betalen;
  • De vrijwilliger moet zelf kunnen bepalen of hij zij de vergoeding niet wil ontvangen en aan de (culturele) ANBI schenkt.

Andere kosten

Andere kosten die een vrijwilliger maakt voor de instelling en die niet vergoed worden, kunnen ook in aftrek worden genomen als gewone gift. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan reiskosten of kantoorartikelen (papier, portokosten). Autokosten kunnen in aftrek worden gebracht tegen € 0,19 per kilometer.

Wanneer de vrijwilliger geen vergoeding krijgt van zijn of haar kosten en afziet van de vrijwilligersvergoeding, mag de vrijwilliger zijn of haar kosten aftrekken als gewone gift. Maar dan moeten wel eerst de kosten worden verminderd met het bedrag waarvoor de vrijwilliger geen vrijwilligersvergoeding ontvangt.

(Bron: Mazars)

Noodpakket 2.0 – Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL)

Eind juni volgt de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL) de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) op. Ondernemers die actief zijn in sectoren die getroffen zijn door de coronacrisis kunnen in aanmerking komen voor de TVL. Naar verwachting gaat het landelijk om 200.000 ondernemingen.

Voor wie?

De TVL is bedoeld voor mkb-bedrijven die minstens 30% van hun omzet hebben verloren door de coronacrisis en als gevolg daarvan hun vaste lasten niet meer kunnen betalen. Loonkosten zijn uitgezonderd, die worden vanuit de NOW 2.0-regeling gecompenseerd. Het gaat specifiek om ondernemers in de getroffen vastgestelde sectoren, waaronder horeca, recreatie, sportscholen, evenementen, sauna’s en theaters.

Hoogte tegemoetkoming TVL

De hoogte van de TVL is gebaseerd op het totale omzetverlies. De overheid berekent per sector de vaste lasten als een percentage van het omzetverlies. Dit percentage vormt de basis voor de uiteindelijke berekening van de hoogte van de toelage vanuit de TVL. Bedrijven ontvangen maximaal €50.000 voor een periode van 4 maanden (1 juni tot 1 oktober 2020). 

Let op: details nog niet bekend

Op dit moment zijn de hoofdlijnen van de regeling bekend. De details, zoals overige voorwaarden en bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming, worden de komende weken bekend gemaakt.

(Bron: Flynth)

COVID-19: Versoepeling gebruikelijkloonregeling

Eerder  informeerden wij u over de versoepeling van de geldende wetgeving ten aanzien van het gebruikelijk loon van de DGA. Hoe dit er precies uit gaat zien, is nu verder uitgewerkt in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. 

Gebruikelijkloonregeling

Als een aanmerkelijkbelanghouder afziet van loon, dan wel genoegen neemt met een te laag loon, dan wordt op grond van de Wet loonbelasting 1964 deze persoon geacht toch een gebruikelijk loon te hebben genoten. Deze wettelijke bepaling staat in de praktijk bekend als de zogenoemde gebruikelijkloonregeling.  
De regeling houdt op hoofdlijnen in dat het loon van de werknemer die onder die regeling valt, ten minste een bepaald bedrag moet bedragen. Als het feitelijk genoten loon lager is, wordt het verschil als fictief loon in aanmerking genomen. De gebruikelijkloonregeling is bedoeld om tariefarbitrage te voorkomen.

Versoepeling gebruikelijkloonregeling

Als een onderneming vanwege de coronacrisis kampt met omzetverliezen, mogen de BV en aanmerkelijkbelanghouder gedurende 2020 tijdelijk een lager (maand)loon afspreken. Hiervoor is geen verzoek om instemming van, of vooroverleg met de Belastingdienst nodig. Dit heeft de Belastingdienst reeds eerder bekend gemaakt. Aan de verlaging van het gebruikelijk loon zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. 

Berekening verlaagd gebruikelijk loon 2020

Op basis van de goedkeuring mag een aanmerkelijkbelanghouder het gebruikelijk loon evenredig met de omzetdaling verlagen. Daarbij wordt een periode in het jaar 2020 vergeleken met dezelfde periode in 2019. Voor de berekening van het verlaagde gebruikelijk loon voor 2020 is de volgende formule van toepassing: 

Gebruikelijk loon 2020 = A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2020
C = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2019
NB. De omzet in deze formule is de omzet exclusief de omzetbelasting.

Voorwaarden versoepeling gebruikelijkloonregeling

Op basis van de goedkeuring mag het gebruikelijk loon voor 2020 alleen op een lager bedrag (dan op basis van de reguliere regeling) worden vastgesteld indien: 

  • De rekening-courantschuld of het dividend niet toeneemt als gevolg van het lagere gebruikelijk loon; en
  • als de aanmerkelijkbelanghouder feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit bovenstaande formule, dan geldt dat hogere loon. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een BV voor de aanmerkelijkbelanghouder gebruikmaakt van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW). Een eventuele uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) vormt geen genoten loon uit de dienstbetrekking en heeft daarom geen gevolgen voor het gebruikelijk loon; en
  • de omzet in het jaar 2019 of 2020 niet beïnvloed is door andere bijzondere oorzaken, zoals oprichting, staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.

Naast deze goedkeuring blijven de mogelijkheden die de reguliere gebruikelijkloonregeling biedt om een lager gebruikelijk loon aannemelijk te maken van kracht. Ook blijft afstemming van het gebruikelijk loon met de bevoegde inspecteur mogelijk. Dit kan van pas komen in bijzondere situaties, waarbij maatwerk geboden is. 

Samenloop goedkeuring met eerdere uitingen van de Belastingdienst

Uit de eerdere uitingen van de Belastingdienst kwam naar voren dat het gebruikelijk loon voor een aanmerkelijkbelanghouder voor 2020 achteraf bepaald kan worden. De BV stelt dan aan het einde van het jaar het gebruikelijk jaarloon voor 2020 vast en vermeldt dit in de aangifte loonheffingen. 

Het voorgaande is niet van toepassing voor lonen die in de al verstreken periode (maanden) in 2020 zijn genoten. Over het feitelijk uitbetaalde loon zijn immers loonheffingen verschuldigd in het loontijdvak waarin het wordt uitbetaald. Een eenmaal gedane uitbetaling van loon kunt u daarom niet meer met terugwerkende kracht ongedaan maken. 

In de periode tussen de uiting van de Belastingdienst (1 april 2020) en de datum van de publicatie van de versoepeling in het besluit (8 mei 2020), zullen  zich naar verwachting situaties voordoen waarbij het gebruikelijk loon (achteraf gezien) op een te laag bedrag is vastgesteld. In deze periode was immers nog niet bekend dat er een formule beschikbaar zou komen aan de hand waarvan het lagere gebruikelijk loon berekend dient te worden. In dit geval dient het gebruikelijk loon alsnog gecorrigeerd te worden naar het juiste bedrag.

(Bron: BDO)

Annulerings- of ontbindingsvergoeding: wel of geen btw?

Annuleringen, ontbindingen en beëindigingen van overeenkomsten komen regelmatig voor, met name in de huidige coronatijd. In sommige gevallen komen daar annulerings- en/of ontbindingsvergoedingen aan te pas. De btw-problematiek rondom deze vergoedingen is een lastige. De vraag is of btw is verschuldigd over die vergoeding omdat die onderdeel vormt van de vergoeding voor de te verrichte prestatie, of dat sprake is van een onbelaste schadevergoeding. Recent oordeelde het Hof van Justitie over deze problematiek in de zaak Vodafone Portugal. De zaak betrof een situatie waarin een afnemer zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet meer na kon komen. In dit artikel geven wij naar aanleiding van deze zaak een overzicht van welke omstandigheden een rol spelen bij het antwoord op de vraag of een annulerings- of ontbindingsvergoeding wel of niet belast is met btw wanneer een afnemer besluit geen gebruik meer te maken van uw product of dienst.

Aanwijzingen uit de rechtspraak

Of btw is verschuldigd over een annulerings- of ontbindingsvergoeding is sterk afhankelijk van de specifieke situatie. Het onderstaande overzicht geeft weer welke factoren een rol spelen bij het antwoord op de vraag of de annulerings- of ontbindingsvergoeding belast is met btw. Omdat de btw-gevolgen sterk afhankelijk zijn van de specifieke situatie, adviseren wij u altijd contact op te nemen met uw btw-adviseur. De onderstaande tabel geeft slechts een indicatie.

OmstandigheidBelaste vergoedingOnbelaste schadevergoeding
Heeft de afnemer het volledige bedrag betaald of slechts een voorschot? VolledigVoorschot
Mag u het volledige bedrag behouden als de afnemer annuleert of is de afnemer in geval van een voorschot alsnog de volledige vergoeding verschuldigd?JaNee
Heeft de afnemer reeds het recht verkregen om van de door u aangeboden prestatie gebruik te maken?JaNee
Is het bedrag dat u mag houden, bedoeld als compensatie van te lijden schade?NeeJa
Is in de gesloten overeenkomst reeds het bedrag van de ontbindings- of annuleringsvergoeding bepaald dan wel staat de berekeningswijze daarvan vast?JaNee
Is de verkoop bindend en definitief?JaNee

Zorg ervoor dat u geen cash laat liggen?

Met name in deze periode staat de liquiditeit van ondernemers onder druk. Het is dan ook van belang dat u geen geld laat liggen. De btw begrepen in het deel van de vergoeding dat u al heeft ontvangen van de afnemer, maar wegens annulering terugbetaalt aan de afnemer, kunt u sowieso terugvragen. Let er wel op dat hier voorwaarden aan verbonden zijn. Als u al hebt gefactureerd dan adviseren wij om een creditfactuur uit te reiken. Wanneer het deel van de vergoeding dat u mag behouden, kwalificeert als schadevergoeding, dan kunt u ook voor dat gedeelte de btw terugvragen. Zoals aangeven hangt dit af van de specifieke situatie.

(Bron: BDO)