Huur opschorten, kwijtschelden of beëindigen

Wat zijn de regels voor winkel- en horecapanden?

Moet u huur betalen als uw huurpand vanwege coronamaatregelen gesloten blijft of eerder op slot moet? Een van de vragen die veel ondernemers hebben. Er blijkt nogal wat onduidelijkheid te bestaan over de mogelijkheden om de huurovereenkomst te beëindigen of de huurpenningen op te schorten of zelfs kwijt te schelden nu er strengere overheidsmaatregelen gelden. De rechter heeft inmiddels enkele uitspraken gedaan over het opschorten van huurpenningen. Winkel- en horecapanden kennen een streng regime van huurtermijnen in vergelijking tot andere bedrijfspanden. Ik vertel u graag hoe het zit.

Afspraken tussen huurder en verhuurder

De strengere sluitingstijden en de overheidsmaatregel om horecapanden helemaal op slot te houden, zorgen ervoor dat veel retailers en horeca-ondernemers, net als in het voorjaar, in problemen komen met het betalen van de huur. Waar huurder en verhuurder afspraken kunnen maken over uitstel of afstel van betalingen, juichen we dat van harte toe.

Ook deze medaille kent echter twee kanten, waardoor de mogelijkheden om concessies te doen met de andere kant van de tafel verder weg lijken dan in het voorjaar. En dat is begrijpelijk. De bedrijfsvoering van verhuurders is ook afhankelijk van een continue stroom aan inkomsten en de bodem van de spaarpot lijkt ook bij de verhuurders in zicht te komen.

Streng regime voor winkel- en horecapanden

Huur van winkel- en horecapanden wordt in de wet geregeld in artikel 7:290 BW. Daarom worden winkel- en horecapanden artikel 290-ruimten genoemd. Voor de huur van zo’n bedrijfsruimte geldt een strenger regime dan voor andere (overige) bedrijfsruimten (artikel 230a-ruimte). Gemene deler in het onderscheid is de vraag of in de verhuurde bedrijfsruimte een voor het publiek toegankelijke ruimte aanwezig is voor rechtstreekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening (artikel 7:290 BW) of juist niet (artikel 7:230a BW). Opzegging van de huur van een artikel 290-ruimten kan alleen op basis van opzeggingsgronden die genoemd zijn in de wet. Eva Smidts besteedde in het voorjaar ook aandacht aan deze opzeggingsgronden.

Huurovereenkomsten die betrekking hebben op een artikel 290-ruimte worden opgedeeld in twee termijnen, die samen in totaal voor tien jaar gelden. De eerste termijn duurt altijd tenminste vijf jaar. In het geval dat de eerste termijn langer dan vijf jaar duurt, duurt de tweede termijn zoveel korter dan vijf jaar als de eerste termijn langer duurt dan vijf jaar.

Deze termijnbescherming werkt door in de mogelijkheden om op te zeggen. Verhuurder en huurder kunnen de overeenkomst pas opzeggen na afloop van de eerste termijn en na afloop van de tweede termijn en niet lopende de termijn. Bij die opzegging moet ook rekening worden gehouden met de opzegtermijn. Daarnaast is de verhuurder ook nog eens gebonden aan opzeggingsgronden, die per termijn verschillen. Opzegging door de verhuurder kan alleen op basis van een in de wet genoemde opzeggingsgrond. Na afloop van beide termijnen gaat de huurovereenkomst een nieuwe fase in. Deze fase is doorgaans voor onbepaalde tijd, tenzij uit de overeenkomst een bepaalde tijd voortvloeit of partijen na de tien jaar een bepaalde tijd overeenkomen.

Huur opschorten of kwijtschelden, wat zegt de rechter?

Over de mogelijkheden van opschorting van de huursom is door de uitspraken in kort geding meer duidelijk geworden. De rechter heeft namelijk in een aantal kortgedingzaken uitspraak gedaan over de te volgen lijn, wat betreft opschorting van huurpenningen in tijden van het coronavirus. Uit de uitspraken blijkt dat de rechter de overheidsmaatregelen beschouwt als een gebrek aan het gehuurde. Door dit gebrek acht de rechter opschorting van de huursom van 25% tot 50% gerechtvaardigd.

Kanttekening is wel dat het hier gaat om uitspraken in een kort geding. De uitspraken gelden derhalve nog als voorlopig en zullen in een bodemprocedure eventueel worden bevestigd.

In kort geding heeft de rechter zich nog niet gewaagd aan uitspraken over het kwijtschelden van de huursom, of dit mogelijk is zal uit eventuele bodemprocedures moeten blijken. Uiteraard is geen huurzaak hetzelfde en gelden bij iedere huurzaak verschillende belangen. Dit is iets om rekening mee te houden voor zowel verhuurder als huurder. Wij lichten u dit graag toe.

Conclusie

Verhuurders en huurders van winkel- en horecapanden hebben te maken met een streng wettelijk huurregime. Opzeggen is mogelijk voor de verhuurder, maar enkel en alleen op basis van bepaalde opzeggingsgronden, waarbij bepaalde opzegtermijnen in acht moeten worden genomen. De wet formuleert daarnaast ook opzegtermijnen voor de huurder.

Indien u als verhuurder of als huurder de wens heeft om een huurovereenkomst op te zeggen, zijn de volgende vragen belangrijk:

  • Wordt er opgezegd op basis van een in de wet geformuleerde opzeggingsgrond?
  • Wordt de juiste opzegtermijn in acht genomen?
  • Welke belangen heeft u als verhuurder of als huurder om de overeenkomst op te zeggen of om de huur voort te kunnen zetten?

(Bron: AcconAVM)

Wijzigingen uitstel betaling belastingen

Er zijn twee belangrijke wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de uitstel van betaling van belastingen:

✔️ Ondernemers die voor 1 oktober uitstel hebben aangevraagd, kunnen dit verlengen tot 1 januari 2021. 
✔️ Ondernemers die tot nu toe (nog) geen uitstel van betaling van belastingen hebben aangevraagd, kunnen dit alsnog doen.
Dit kan tot 1 januari 2021. 

Motie van Tweede Kamer

Bovenstaande betekent dat niet alleen ondernemers die vóór 1 oktober uitstel hebben aangevraagd dit kunnen verlengen, maar dat ook degenen die nog geen uitstel hebben aangevraagd dit alsnog kunnen doen. De Tweede Kamer had hier een motie voor ingediend. 

Aflossen vanaf 1 juli 2021

De belastingschulden waarvoor uitstel wordt verkregen, moeten in beginsel vanaf 1 juli 2021 worden afgelost. Hiervoor krijgen ondernemers 36 maanden de tijd.

Uitstelportaal heropend

De Belastingdienst zal het digitale uitstelportaal vanaf 4 november heropenen. Via dit portaal kunnen ondernemers uitstel van betaling van belastingen aanvragen. Verzoeken tot uitstel die al langs een andere weg bij de Belastingdienst zijn binnengekomen, zal de Belastingdienst ook in behandeling nemen.

(Bron: De Jong & Laan)

Nieuwe UWV-uitvoeringsregels ontslagprocedure en ontslag

Wat zijn de regels voor het aanvragen van ontslag om bedrijfseconomische redenen of wegens langdurige arbeidsongeschiktheid? Waar moet u conform de UWV-richtlijnen op letten?

Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen of wegens langdurige arbeidsongeschiktheid is het UWV de aangewezen instantie om een ontslagaanvraag in te dienen. Bij het aanvragen van dit ontslag is het van belang dat de ontslagprocedure goed wordt gevolgd. Daarbij moet u bijvoorbeeld denken aan de termijn voor het aanvullen van een incompleet verzoek, de termijnen voor hoor en wederhoor en wanneer uitstel kan worden verleend. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling UWV ontslagprocedure.

UWV-uitvoeringsregels ontslagprocedure

Aanvullend op deze regeling heeft het UWV interne werkinstructies gemaakt – de UWV-uitvoeringsregels ontslagprocedure – over hoe het UWV deze ministeriële procedurele regels in de praktijk toepast. Deze uitvoeringsregels ontslagprocedure gelden vanaf 1 september 2020. Ze bieden duidelijkheid over onderwerpen als de klachtregeling van het UWV, een voorlopige en herhaalde aanvraag, het voeren van verweer en de mondelinge behandeling.

Voorlopige ontslagaanvraag

Het UWV geeft in de uitvoeringsregels aan hoe te handelen als de werkgever met de werknemer nog wil onderhandelen over een beëindigingsovereenkomst. De werkgever kan dan een zogeheten voorlopige aanvraag indienen met een verzoek om uitstel voor het voeren van deze onderhandelingen.

Tip! Dien bij een bedrijfseconomisch ontslag altijd eerst een voorlopige ontslagaanvraag in. Pas als deze is ontvangen door het UWV, kan de werknemer worden verzocht mee te werken aan een beëindigingsovereenkomst. Op die manier kan een werknemer door een eventuele ziekmelding de ontslagprocedure niet frustreren, omdat het opzegverbod dan niet van toepassing is.

Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen

UWV heeft tegelijkertijd een nieuwe versie van de Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen gepubliceerd, die de versie van oktober 2019 vervangt en geldt vanaf september 2020. In de nieuwe versie zijn aanpassingen van de wetgeving verwerkt, zoals de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren en het vervallen van de overbruggingsregeling transitievergoeding.

Tip! Raadpleeg voordat u een ontslagaanvraag indient eerst de UWV-uitvoeringsregels ontslagprocedure, zodat u niet voor verrassingen komt te staan. Deze kunt u downloaden op de website van het UWV.

(Bron: DRV)

Fiets van de zaak: een interessant alternatief?

Vanaf 2020 geldt een nieuwe regeling voor de fiets de zaak. Die regeling maakt een eind aan allerlei administratieve ballast. Hoe werkt de regeling en is de fiets van de zaak interessant voor u of uw werknemers?

De oude fietsregeling

De oude fietsregeling bracht veel administratieve rompslomp met zich mee. Voordat de nieuwe regeling werd ingevoerd, moest u namelijk voor het gebruik van een fiets van de zaak exact bijhouden hoeveel u privé en zakelijk fietst. Dat is bij een fiets zonder kilometerteller nog veel lastiger dan bij een auto van de zaak.

De nieuwe fietsregeling

Om dit administratief makkelijker te maken, is per 2020 een nieuwe fietsregeling ingevoerd. Hierbij geldt een vast bijtellingspercentage van 7% en de rittenregistratie is komen te vervallen.

Bijtelling fiets van werknemer 

Gaat het om een fiets van een werknemer, dan geldt de bijtelling als de fiets door de werkgever ter beschikking is gesteld. Het maakt daarbij niet uit of u als werkgever de fiets hebt gekocht of geleast. De bijtelling wordt bij werknemers tot het belaste loon gerekend. De werkgever draagt hierover loonbelasting en premies af.

Niet bij direct eigendom

Belangrijk hierbij is wel dat het bij deze nieuwe 7%-bijtellingsregeling niet mag gaan om een fiets die direct eigendom wordt van de werknemer. Zou dat wel het geval zijn, dan is op het moment van het verstrekken of vergoeden van de fiets de hele waarde van die fiets in één keer belast als loon in natura.

Bijtelling fiets van ondernemer

Bent u ondernemer, dan krijgt u ook een bijtelling voor het privégebruik van de fiets als u de fiets tot het vermogen van uw onderneming rekent of als de fiets door uw onderneming wordt geleast. In principe komen dan alle kosten in aftrek op de winst.

Correctie bij privédoeleinden en/of woon-werkverkeer

Echter, als u de fiets ook voor privédoeleinden en/of woon-werkverkeer gebruikt, wordt de aftrek van de kosten deels gecorrigeerd door een privéonttrekking (de ‘bijtelling’) weer bij de winst te tellen.

Bijtelling bedraagt 7%

De bijtelling, ofwel onttrekking voor het privégebruik van de fiets van de zaak, bedraagt op jaarbasis 7% van de waarde van de fiets (inclusief btw).

(Bron: De Jong & Laan)

Update coronamaatregelen voor ondernemers

Er zijn steeds meer details duidelijk over de corona steunmaatregelen uit het 3e noodpakket voor ondernemers. Hier leest u meer over de NOW, TVL (tegemoetkoming vaste lasten), het uitstel van betaling van belastingen en financieringsmogelijkheden waar u mogelijk gebruik van kunt maken.

Voor werkgevers: 3e tijdvak NOW

Maandag, 16 november, gaat het loket open om het 3e tijdvak van de NOW aan te vragen (tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkbehoud). Als werkgever mag u voor elk tijdvak kiezen of u een aanvraag wil doen.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

Medio november opent het loket om de TVL aan te vragen.

Uitstel van betaling van belastingen

Ook zijn de mogelijkheden voor het verkrijgen van uitstel van betaling van belastingen onlangs weer verruimd. U kunt nog tot 31 december uitstel en verlenging van eerder uitstel aanvragen. Vanaf 1 januari 2021 zal de belastingdienst afspraken met u gaan maken over de terugbetaling die vanaf 1 juli 2021 moet gaan starten.

Financieringsmogelijkheden

Wij hoeven u niet te vertellen hoe belangrijk het is dat u uw verwachte geldstroom inzichtelijk maakt. En dat u op tijd schakelt om externe financieringen aan te trekken. Het 3e steunpakket kent een langere termijn dan de eerdere pakketten, namelijk tot medio 2021, maar de steun wordt langzaam afgebouwd. Hoewel het tempo hiervan onbekend is, blijft het belangrijk dat u zich hier tijdig op voorbereidt. Ons financieringsteam kan u helpen de mogelijkheden in kaart te brengen en een kredietaanvraag voor te bereiden, dit kan uw kans op succes verhogen.

(Bron: Flynth)

De inschrijfplicht van de UBO is een feit

Zoals je ongetwijfeld mee gekregen hebt moet tegenwoordig van iedere onderneming, stichting, vereniging etc (met een paar uitzonderingen zoals eenmanszaken) de zogenaamde UBO (Ultimate Beneficial Owner: uiteindelijk belanghebbende) worden ingeschreven. Dit is een gevolg van een Europese regeling die voor alle landen inmiddels geldt. Nederland behoort tot de achterhoede waar het gaat om het invoeren van deze regeling.

Wie is een UBO?

De UBO is iemand die bijvoorbeeld meer dan 25% stemrecht heeft in de Algemene Vergadering van aandeelhouders of t.a.v. een statutenwijziging. Het voert te ver om hier alle criteria te vermelden, maar op kvk.nl kun je precies lezen wie van welke onderneming een UBO is. Uiteindelijk is er van iedere onderneming een UBO. Want als er door de wettelijke regels geen UBO naar boven komt, dan is de hoger leidinggevende (de directeur) de UBO. Deze wordt dan in de volksmond ook wel pseudo-UBO genoemd. Voor iedere onderneming, stichting en vereniging is er dus uiteindelijk een UBO.

Welke gegevens zijn te raadplegen?

De naam van UBO is vervolgens voor iedereen te raadplegen. Ook is te raadplegen hoe groot iemands belang is en wat voor een soort belang die persoon dan heeft. Behalve geboortejaar en -plaats zijn vervolgens ook nog nationaliteit en woonstaat te raadplegen. De andere gegevens die opgegeven moeten worden (zoals bijvoorbeeld je BSN) zijn alleen voor een paar instanties, zoals de FIOD, te raadplegen. Het is in bepaalde situaties mogelijk om de meeste gegevens te laten afschermen, maar dat zal echt een uitzondering zijn (bijv. als er risico op ontvoering of afpersing is).

Hoe schrijf ik de UBO in?

Je bent als ondernemer zelf verantwoordelijk voor het inschrijven van de UBO. Je kunt dit doen door het digitale stappenplan te volgen op kvk.nl. Alternatief is om het formulier dat hier speciaal voor ontworpen is (formuliernr. 30, 31, 32 of 33  – afhankelijk van het soort onderneming of inschrijving dat je hebt) te downloaden en in te vullen. Daarna moet dit formulier naar de Kamer van Koophandel worden gebracht. Naast deze opgave moet je ook bewijs aanleveren bij de Kamer van Koophandel waaruit dan blijkt dat je de UBO bent. Een voorbeeld van deze opgave is een (gewaarmerkt) kopie van het aandeelhoudersregister of een firma-akte. Met name deze opgave zal lastig zijn om uit te zoeken.

Tot wanneer kan ik de UBO inschrijven?

De wetgever heeft bepaald dat vanaf 27 september 2020 gerekend (de invoeringsdatum) je 18 maanden de tijd hebt om je UBO in te schrijven. Dat betekent dus dat je voor 27 maart 2022 de UBO moet hebben ingeschreven. Er schijnen nu brieven door de Kamer van Koophandel verzonden te worden waarin staat dat je binnen 6 weken de UBO moet hebben ingeschreven, maar dat is dus pertinent niet waar.

(Bron: Alfa)

Verbreken fiscale eenheid door wijzigingen tarief vennootschapsbelasting?

Vanaf 2021 zal het tarief van de vennootschapsbelasting (Vpb.-tarief) volgens de kabinetsplannen verder omlaag gaan, maar dat geldt alleen voor het lage Vpb.-tarief. Dat lage Vpb.-tarief geldt nu nog voor winsten tot maximaal € 200.000 en wordt daarom ook wel eens het MKB-tarief genoemd.

In het jaar 2020 geldt nog een MKB-tarief van 16,5% voor de eerste € 200.000 aan belastbare winst voor uw BV. Wanneer u meer winst maakt dan € 200.000, wordt dat meerdere in 2020 nog belast tegen een tarief van 25%. Een behoorlijk tariefverschil. Al eerder was besloten dat het MKB-tarief in 2021 zou worden verlaagd naar 15% en het hoge tarief zou worden verlaagd naar 21,7%. Op dat voornemen komt dit kabinet nu echter weer terug.

Verlaging tarief vanaf 2021

Het MKB-tarief in de vennootschapsbelasting wordt vanaf 2021 verlaagd naar 15%. Dat gaat dan niet meer gelden voor een belastbare winst van maximaal € 200.000 maar zelfs voor een belastbare winst van maximaal € 245.000 in 2021 en voor een belastbare winst van maximaal € 395.000 in 2022. Voor winsten die hier bovenuit komen, geldt dan een tarief van 25% over dat meerdere. Dat is voor het MKB natuurlijk een enorme vooruitgang.
In een schema ziet die aanpassing er als volgt uit:

Deze tariefaanpassing en de verlenging van de MKB-schijf zijn dus zeer voordelig want het tariefverschil tussen de MKB-schijf en de hogere schijf is daardoor maar liefst 10%. Wanneer u uw onderneming(en) in meerdere BV’s exploiteert en die BV’s zijn allemaal zelf belastingplichtig, dan kunt u dus bij iedere BV dit tariefverschil benutten.

Fiscale eenheid Vpb.

Veel ondernemers die hun onderneming exploiteren in de BV-vorm en daarbij gebruik maken van meerdere BV’s hebben voor die BV’s een fiscale eenheid voor de Vpb. aangevraagd. Dat houdt dan in dat de Vpb. wordt geheven over de totale winst van alle BV’s tezamen. Dat heeft enkele voordelen, namelijk:

  • U hoeft maar één keer aangifte te doen voor alle BV’s in de fiscale eenheid;
  • De positieve en negatieve resultaten van de verschillende vennootschappen kunnen direct met elkaar worden verrekend zodat u zich direct Vpb. bespaart;
  • U hoeft niet zo nauwkeurig kostendoorbelastingen te berekenen want die hebben toch geen gevolgen (LET OP: in sommige situaties kan dat wel van belang zijn);
  • U kunt eenvoudig met bezittingen schuiven tussen vennootschappen omdat onderlinge resultaten niet worden meegenomen bij de bepaling van het resultaat.

Uiteraard zijn er ook nadelen aan een fiscale eenheid en dat zijn:

  • U komt minder snel in aanmerking voor een faciliteit als de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek;
  • U kunt maar één keer gebruik maken van het tariefverschil tussen het hoge en het lage Vpb.-tarief. Dat verschil wordt vanaf 2021 nog groter en bedraagt dan maar liefst 10% en dat ook nog eens over een groter bedrag.

Verbreken fiscale eenheid

Als u voldoende winst maakt in de Vpb. dan zult u wellicht geneigd zijn om de fiscale eenheid dan maar direct te verbreken. Dat kan natuurlijk vanuit fiscaal opzicht erg interessant zijn. Als u nu bijvoorbeeld 4 BV’s heeft die naar verwachting in 2021 in totaal € 1.000.000 winst zullen maken en die vormen samen een fiscale eenheid, dan heeft u maar één keer voordeel van het 15%-tarief over de eerste € 245.000. Als alle vennootschappen zelf belastingplichtig zijn en allemaal een winst van € 250.000 aangeven dan kunt u vier keer van het lage tarief gebruik maken! Dat scheelt u drie keer € 24.500 aanVpb. per jaar (10% x € 245.000) en dat is toch aanzienlijk.

Echter, voordat u uw adviseur opdracht geeft om de fiscale eenheid met ingang van 1-1-2021 te verbreken moet u wel weten dat daar ook de nodige nadelen aan zitten:

  • Meestal is slechts één BV of zijn slechts enkele BV’s in de groep de echte winstmaker (s) en komen niet alle BV’s aan de drempel van € 245.000;
  • Bij de verbreking geldt een anti-misbruiktermijn van (meestal) zes jaar en die kan ingrijpende fiscale gevolgen hebben op het moment van verbreking van de fiscale eenheid;
  • U zult weer heel zorgvuldig moeten zijn met de onderlinge transacties tussen de BV’s;
  • Als een vennootschap een keer verlies lijdt, dan kunt u dat niet meer direct verrekenen;
  • U zult voor iedere vennootschap afzonderlijk aangifte moeten doen.

Naast fiscale gevolgen kan de verbreking van de fiscale eenheid ook op andere terreinen gevolgen hebben. Het verbreken van de fiscale eenheid kan namelijk invloed hebben op lopende en nieuwe subsidietrajecten voor productontwikkeling en of nieuwbouw van uw bedrijfspand. Met het verbreken van een fiscale eenheid kunnen voordelen wegvallen. Voordat een definitief besluit wordt genomen, is het goed deze effecten te laten beoordelen door een subsidie adviseur.

Meerdere keren gebruik maken van het lagere MKB-tarief 

Wilt u meerdere keren gebruik maken van het lagere MKB-tarief in de vennootschapsbelasting? Dan kunt u overwegen om de fiscale eenheid Vpb. te verbreken. Wilt u dat deze zogeheten ontvoeging plaatsvindt met ingang van 1 januari 2021? Dan moet u het verzoek om deze ontvoeging uiterlijk op 31 december 2020 hebben ingediend bij de belastingdienst.

Laat de verbreking vooraf beoordelen

Maar past u daarbij op dat een verbreking niet alleen maar voordelen heeft. Laat daarom de verbreking vooraf beoordelen door uw belastingadviseur, subsidieadviseur en accountant van Flynth zodat zij een advies op maat kunnen geven waarbij de voor- en nadelen in uw specifieke situatie goed in kaart worden gebracht.

(Bron: Flynth)

Privégebruik auto: voorkom bijtelling

Rijdt u in een auto van uw onderneming? Let dan op de bijtellingsregels- en percentages. Wij lichten ze toe.

Bijtellingspercentages gewone auto

Voor auto’s waarvan de datum van eerste toelating op de weg (DET) in 2016 ligt, eindigt de overgangsperiode van 60 maanden in 2021. Als op grond van de bijtellingsregels uit 2016 nog een verlaagd bijtellingspercentage van toepassing is, zal dit in 2021 na verloop van de overgangsperiode wijzigen naar 25%. U moet dus rekening houden met een eventueel hogere bijtelling voor privégebruik.

Bijtellingspercentages elektrische auto

Voor elektrische auto’s geldt nog steeds een verlaagd gecombineerd bijtellingspercentage. In 2020 bedraagt het bijtellingspercentage 8% tot een cataloguswaarde van € 45.000. Over het meerdere moet u 22% bijtelling betalen. Dit wordt de komende jaren verder afgebouwd. In 2021 is het verlaagde tarief namelijk 12% tot een cataloguswaarde van € 40.000. De datum van eerste toelating van de auto is bepalend voor het bijbehorende bijtellingspercentage. Het verlaagde gecombineerde tarief is 60 maanden van toepassing, gerekend vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand van eerste toelating. Daarna geldt het algemene percentage van 22%. Mogelijk is het interessant om dit jaar nog een elektrische auto aan te schaffen.

(Bron: ABAB)

Bijzonder uitstel van betaling voor belastingaanslagen

De regering heeft een breed noodpakket voor de coronacrisis bekend gemaakt. Om ondernemers in liquiditeitsproblemen te helpen is er bijzonder uitstel van betaling van belastingaanslagen mogelijk. De Belastingdienst zet de rente op (bijna) 0%. Aanvragen van bijzonder uitstel of verlenging is nog mogelijk tot 1 januari 2021. De betalingsregeling start op 1 juli 2021 en duurt 36 maanden. Wat is er mogelijk en waar moet jij als ondernemer rekening mee houden?

Betalingsuitstel (3 maanden) nog aan te vragen tot 1 januari 2021
Betalingsregeling belastingschulden na bijzonder uitstel
Verlenging bijzonder uitstel belastingaanslagen tot 1 januari 2021
Voor welke belastingen is bijzonder uitstel mogelijk?
Invorderingsrente naar (bijna) 0%
Langer betalingsuitstel nodig?
Aangifte btw en loonheffingen doen
Uitstel van betaling aanslagen vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting
Belastingrente in aanslagen
Uitstelverzoek is ook melding betalingsonmacht
Verlaging voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting
Verzoek verlaging voorlopige aanslag mogelijk

Betalingsuitstel (3 maanden) nog aan te vragen tot 1 januari 2021

Als je als ondernemer door de coronacrisis acute betalingsproblemen hebt, kun je met een brief om uitstel van betaling (laten) vragen. Deze mogelijkheid zou eindigen op 1 oktober 2020, maar is alsnog verlengd tot 1 januari 2021. Dit kan belangrijk zijn als je als ondernemer door de tweede coronagolf alsnog betalingsruimte nodig hebt.

Het verzoek hoef je maar éénmalig in te dienen. Je krijgt dan voorlopig uitstel van betaling, de invorderingsmaatregelen worden gestopt en een eventuele verzuimboete wordt geschrapt. Je krijgt vanaf het moment van je verzoek 3 maanden uitstel van betaling voor de aanslagen die op dat moment openstaan. Het uitstel geldt automatisch ook voor de aanslagen die aan jou daarna in de periode van 3 aan jou worden opgelegd. Wil je dat wij je helpen bij een verzoek om bijzonder uitstel van betaling? Neem dan contact op met je klantbeheerder. 

Betalingsregeling belastingschulden na bijzonder uitstel

Veel ondernemers hebben al eerder bijzonder uitstel van belastingbetalingen aangevraagd. De Belastingdienst heeft bekendgemaakt hoe zij straks met een betalingsregeling de belastingschulden alsnog gaan innen. Als ondernemer met uitstel krijg je hierover een brief.

Betalingsregeling
Dit is belangrijk om te weten over de afbetaling van de belastingschuld:

  • Vanaf 1 juli 2021 gaat voor de openstaande belastingschuld een betalingsregeling lopen tot 1 juli 2024.
  • Je mag de openstaande belastingschuld in 36 maandelijkse termijnen aflossen.
  • Krijg je belastingteruggaven, dan worden die tot 1-7-2024 niet verrekend.
  • De rente blijft tot 31-12-2021 (bijna) 0%.

Deze regeling komt in de plaats van de eerdere plannen voor een betalingsregeling van 24 maanden vanaf 1 januari 2021, en is dus ruimer geworden.

Nieuwe aangiften en aanslagen
Als je uitstel van betaling van 3 maanden is afgelopen, dan moet je alle nieuwe aangiften en aanslagen vanaf 1 oktober 2020 weer op tijd betalen.

Kreeg je al eerder uitstel van 3 maanden en heb je langer uitstel nodig? Dan kan je nog tot 1 januari 2021 om verlenging van het uitstel vragen. Dit verlengde uitstel geldt dan ook voor de nieuwe aanslagen en aangiften tot 1 januari 2021. Meer hierover lees je in het vervolg van dit artikel.

Verlenging bijzonder uitstel belastingaanslagen tot 1 januari 2021

Heb je als ondernemer bijzonder uitstel lopen, maar red je het niet met de 3 maanden die je hebt gekregen? Het aanvragen van verlenging is nog steeds mogelijk, de termijn is versoepeld. Vraag je vóór 1 januari 2021 verlenging van het uitstel aan, dan krijg je langer uitstel voor alle aanslagen en aangiften tot 1 januari 2021. De belastingschuld komt daarna in de betalingsregeling die start op 1 juli 2021. Dit betekent wel dat je vanaf 1 januari 2021 alle nieuwe aangiften en aanslagen weer op tijd moet betalen.

Voor de verlenging van betalingsuitstel gelden voorwaarden. Meer hierover lees je verderop in dit artikel.     

Voor welke belastingen is bijzonder uitstel mogelijk?

Als je als ondernemer bent getroffen door de coronacrisis, kun je bijzonder uitstel voor betaling van belastingaanslagen krijgen. Het gaat dan om de volgende belastingaanslagen:

1. Naheffingsaanslagen loonheffingen
​2. Naheffingsaanslagen omzetbelasting 
3. Voorlopige en definitieve aanslagen vennootschapsbelasting 
4. Voorlopige en definitieve aanslagen inkomstenbelasting
5. Voorlopige en definitieve aanslagen premie zorgverzekeringswet 

Ook voor andere belastingaanslagen die je door de coronacrisis tijdelijk niet kunt betalen, kan verlenging van betalingsuitstel worden aangevraagd. Het gaat om de volgende aanslagen:

  • Kansspelbelasting
  • Assurantiebelasting
  • Verhuurderheffing
  • Milieubelastingen (EB/ODE, kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater)
  • Accijns (minerale oliën, alcohol en tabak)
  • Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken

Bijzonder uitstel van betaling voor gemeentelijke belastingen en waterschapsbelasting is ook mogelijk, maar dit is per gemeente of waterschap verschillend geregeld. Hiervoor moet je een apart verzoek indienen.

Invorderingsrente naar (bijna) 0%

Als je een aanslag niet op tijd betaalt, betaal je vanaf het einde van de betaaltermijn normaal gesproken 4% invorderingsrente. De invorderingsrente is sinds maart 2020 tijdelijk van 4% verlaagd naar 0,01%. Deze verlaging geldt tot 31 december 2021. De Belastingdienst neemt hiermee een belangrijke drempel weg om uitstel van betaling aan te vragen.  

Langer betalingsuitstel nodig?

Heb je betalingsuitstel voor je belastingen gehad en een aanvullend uitstel van betaling nodig vanwege de coronacrisis? Dan moet je voor 1 januari 2021 een aanvullende verzoek om betalingsuitstel (laten) indienen. Voor verlenging van het betalingsuitstel geldt dat jouw betalingsproblemen hoofdzakelijk door de coronacrisis moeten zijn ontstaan.

  • Bij een totale belastingschuld van minder dan 20.000 euro is een verzoek waarin je de oorzaak van de betalingsproblemen toelicht, voldoende.
  • Bij een belastingschuld van 20.000 euro of meer moet er een goede liquiditeitsprognose en  een deskundigenverklaring komen. Als jouw accountant zijn wij bevoegd een dergelijke verklaring op te stellen.  
  • Voor bv’s gaat tevens gelden dat de ondernemer moet verklaren dat geen dividenden en bonussen (aan de bestuurders) zullen worden uitgekeerd, of eigen aandelen worden ingekocht.

Bij het einde van de uitstelperiode ontvang je een voorstel voor een betalingsregeling.

Let op: een aanvullende voorwaarde voor langer dan 3 maanden betalingsuitstel is dat je hebt voldaan aan de aangifteplicht. Zie hierna.   

Aangifte btw en loonheffingen doen

De loonheffingen van een maand betaal je normaal gesproken op de aangifte die je doet in de maand daarna. Voor de btw doe je kwartaalaangifte in de maand na een kwartaal. Als je verzoekt om uitstel van betaling, moet je in maart 2020 en de maanden daarna wel je aangiften loonheffingen blijven indienen. Ook voor je kwartaalaangiften btw geldt dat je die tijdig moet blijven doen. Dat geldt dus ook als je betalingsproblemen hebt. Na het indienen wacht je dan de naheffingsaanslag af. Betaalverzuimboetes tijdens de periode dat je uitstel van betaling hebt, worden teruggedraaid. 

Let op: heb je al eerder een uitstelverzoek gedaan omdat er al een aanslag lag voor een andere belasting (bijvoorbeeld: inkomstenbelasting)? Dan is een uitstelverzoek niet meer nodig. De naheffingsaanslagen vallen dan automatisch onder het verleende bijzondere uitstel.

Uitstel van betaling aanslagen vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting

Heb je nu al een aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting voor 2019 of eerder die je moet betalen? Of ontvang je die binnenkort? Als je hiervoor door de coronacrisis geen liquide middelen hebt, dan is hiervoor ook uitstel van betaling mogelijk. Het uitstel kan zowel worden aangevraagd voor definitieve aanslagen als  voorlopige aanslagen (die niet meer kunnen worden verlaagd). Ook voor naheffingsaanslagen btw of loonheffingen die je hebt liggen of nog ontvangt, kan uitstel worden aangevraagd. Ook hiervoor geldt dat de invorderingsrente van 23 maart tot 31 december 2021 op (bijna) 0% is gezet.

Belastingrente in aanslagen  

De rente die wordt berekend in de aanslagen zelf (belastingrente) is sinds juni 2020 ook verlaagd naar 0,01%. Als je door coronacrisis pas laat je aangiften inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting kunt indienen, wordt er geen belastingrente meer berekend vanaf juli 2020 (inkomstenbelasting) en juni 2020 (vennootschapsbelasting). Ook voor de naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffingen geldt dat vanaf juni 2020 geen belastingrente meer wordt berekend. De lage belastingrente geldt tot 1 oktober 2020. De rente voor aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting is sinds 1 oktober 2020 4%. Voor aanslagen vennootschapsbelasting stijgt de rente op 31 december 2021 weer naar de torenhoge 8%. 

Let op: in aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting 2018 vanwege een laat ingediende aangifte kan je dus nog wel een deel belastingrente (tot juni 2020) verwachten.

Uitstelverzoek is ook melding betalingsonmacht

Het is niet meer nodig om een aparte melding betalingsonmacht te doen. De Belastingdienst ziet jouw uitstelverzoek ook als een melding betalingsonmacht voor belastingtijdvakken vanaf februari 2020 tot 1 januari 2021. Voorwaarde is dat de betalingsonmacht door de coronacrisis moet zijn ontstaan.

De melding betalingsonmacht is belangrijk voor rechtspersonen, zoals BV’s. Bestuurders van rechtspersonen die de omzet- of loonbelasting niet kunnen betalen, moeten tijdig de betalingsonmacht melden, om bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen.

Verlaging voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 

Als ondernemer heb je waarschijnlijk begin dit jaar al een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 2020 gehad. Daarbij is de winst over 2020 door de Belastingdienst ingeschat en betaal je de over 2020 verschuldigde inkomsten- en vennootschapsbelasting maandelijks (of in één keer) als voorschot vooruit. 

Verzoek verlaging voorlopige aanslag mogelijk 

Als de coronacrisis je hard raakt, kun je een verzoek om verlaging van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting bij de Belastingdienst indienen. Dit kan als je over 2020 minder winst verwacht te maken dan begin dit jaar door de Belastingdienst is ingeschat. De Belastingdienst zal je verzoek toewijzen. Verlaging van de voorlopige aanslag 2020 betekent dat je de komende maanden minder hoeft te betalen. Als bij de verlaging blijkt dat je de afgelopen maanden te veel hebt betaald, krijg je het verschil uitbetaald. 

Tozo 3.0: geen vermogenstoets, wel een partnertoets

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is verlengd (Tozo 3.0). Er is echter geen vermogenstoets ingebouwd, in tegenstelling tot eerdere berichtgeving. De aanvullende inkomensondersteuning voor levensonderhoud is verlengd tot eind maart 2021. Je inkomen wordt via de Tozo-regeling aangevuld tot het sociaal minimum en hoeft niet te worden terugbetaald.

Wat houdt de regeling ook alweer in?

De Tozo is een versoepelde versie van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). Als je als zelfstandig ondernemer financiële problemen ondervindt door de gevolgen van het coronavirus, kun je bij de gemeente een aanvullende uitkering aanvragen voor levensonderhoud en/of bedrijfskapitaal. De uitkering voor levensonderhoud vult je inkomen dan aan tot het sociaal minimum. Daarnaast kun je een lening voor bedrijfskapitaal aanvragen, om liquiditeitsproblemen op te lossen. Het kabinet doet een beroep aan de zelfstandige ondernemers om slechts gebruik te maken van de regeling als dat nodig is en roept daarnaast op tot heroriëntatie op de toekomst van je ondernemingsactiviteiten.

Wanneer kun je een beroep doen op de Tozo?

Om in aanmerking te komen voor de ondersteuning, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • Je bent zelfstandige, wat betekent dat je zelfstandig een beroep of bedrijf uitoefent. Je kwalificeert ook als zelfstandige als je onderdeel uitmaakt van een samenwerkingsverband of als je personeel in dienst hebt;
  • Je bent tussen 18 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd;
  • Je woont in Nederland en/of je bedrijf is gevestigd in Nederland
  • Je moet voldoen aan het urencriterium, wat neerkomt op 1.225 uur per jaar ofwel circa 24 uur per week; 
  • Je moet bedrijfsmatig actief zijn (geweest), waaronder ingeschreven zijn bij de KvK vóór 17 maart 2020 (toen de regeling is aangekondigd).

Partnertoets

De Tozo 3.0 bevat wél een partnertoets. Blijft door het inkomen van de partner het gezinsinkomen boven het sociaal minimum, dan krijgt een zelfstandige in de nieuwe regeling dus geen inkomensondersteuning meer. Er geldt echter nog steeds geen vermogenstoets, er wordt niet gekeken naar de levensvatbaarheid van het bedrijf. Ook onder de Tozo 3.0 regeling is dit dus niet het geval. Wel is aangekondigd dat de vermogenstoets vanaf 1 april 2021 alsnog gaat gelden (Bij de Tozo 4.0).

Kun je ook als dga een beroep doen op de regeling?

Ook als dga kun je een beroep doen op de regeling, als je voldoet aan het urencriterium, je volledige zeggenschap in jouw BV hebt en de financiële risico’s draagt. Tot slot dien je als dga naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat jouw BV nu geen salaris aan jou kan uitbetalen.

Wat zijn de voorwaarden voor een lening voor bedrijfskapitaal?

Heb je liquiditeitsproblemen in jouw onderneming als gevolg van het coronavirus? Dan kun je een lening van maximaal € 10.157 voor bedrijfskapitaal aanvragen bij de gemeente. Het rentepercentage voor de lening bedraagt 2% en de maximale looptijd is drie jaar. Tot 1 januari 2021 hoeft er niets op de lening te worden afgelost. Om in aanmerking te komen voor de lening, moet je wel naar waarheid verklaren en aannemelijk maken dat er sprake is van liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis.

Aanvragen Tozo 3.0

Ondernemers kunnen de Tozo 3.0 vanaf 1 oktober 2020 aanvragen bij hun woongemeente. Óók als je al Tozo 2.0 hebt gehad, moet je toch een (verkorte) aanvraag doen.

(Bron: Alfa)