VOG-registratie: aangescherpte eisen onderwijsinspectie

Aangescherpte eisen

Wie in het onderwijs werkt (in het primair, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs), moet voor indiensttreding een recente Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aanleveren. Schoolbesturen moeten die opnemen in het personeelsdossier, dat is wettelijk verplicht en naar onze mening ook wenselijk. De controlerend accountant toetst of dit is gebeurd en rapporteert hierover in een Verslag van Bevindingen. Met de ingang van boekjaar 2020 zijn de eisen die het ministerie stelt voor de registratie van een VOG in het personeelsdossier aangescherpt. Dit blijkt uit het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2020.  De inspectie wil weten of de VOG tijdig is opgenomen in het personeelsdossier. Tijdig wil zeggen: vóór de datum van indiensttreding. Hierbij eist men registratie van de datum van de opname van de VOG in het personeelsdossier. Tot op heden werd uitgegaan van de datum van afgifte van de VOG.

Knelpunten

Dit vraagt van scholen het inrichten van procedures om te komen tot controleerbare registraties van de datum van opname van de VOG in het personeelsdossier. In de praktijk zien wij dat deze datum (nog) niet wordt geregistreerd. Deze eisen vragen dus om:

  • extra personele inzet en/of aanpassingen van informatiesystemen.
  • adequate registratie van (digitale) post.

Bovendien is het systeem van registratie van opname van de VOG’s in het personeelsdossier lastig controleerbaar voor accountants, omdat systemen niet zijn ingericht om tot een betrouwbare registratie van data te komen.

Verslagen van Bevindingen

Hieruit volgt dat de accountant zal moeten rapporteren dat de datum van opname in het personeelsdossier ontbreekt, en als gevolg hiervan zal moeten rapporteren over de procedures van registratie en (interne) controle hierop door schoolbesturen. Op basis van onze kennis en ervaring van de onderwijssector verwachten wij dat vrijwel alle schoolbesturen geconfronteerd zullen worden met een verslag van bevindingen.

Doel en middelen?

Het doel heiligt de middelen – vaak. Op deze extra vereiste zaten we niet te wachten en wij kunnen ons goed voorstellen: schoolbesturen evenmin. Wij zijn van mening dat een controle op basis van de datum zoals geregistreerd op de originele VOG en een rapportage in geval van verlate aanlevering voldoen. Wij zullen ons als belangrijke speler in het onderwijs blijven inzetten voor een redelijke, zinvolle en controleerbare vraagstelling vanuit het Onderwijsaccountantsprotocol.

COVID-19: verlenging steunmaatregelen loonheffingen 2021

Gedurende 2020 zijn in verband met de coronacrisis een aantal goedkeuringen afgekondigd die zien op de loonheffingen. Op 21 januari 2021 heeft het kabinet in de kamerbrief ’Uitbreiding economisch steun- en herstel pakket’ een verlenging van een aantal loonheffingenmaatregelen aangekondigd. In dit artikel informeren wij u welke loonheffingenmaatregelen dit betreft.

Gebruikelijk loon directeuren- grootaandeelhouders

Voor het jaar 2020 mocht de aanmerkelijkbelanghouder (ab-houder) die te maken kreeg met een omzetdaling, van een lager gebruikelijk loon uitgaan, evenredig met de omzetdaling. Gezien de aanhoudende gevolgen van het coronavirus heeft het kabinet ook voor 2021 goedgekeurd dat ab-houders die te maken krijgen met een omzetdaling, een lager gebruikelijk loon mogen toepassen. Voor de regeling in 2021 geldt dat er wordt uitgegaan van de omzet over heel het jaar 2021 vergeleken met de omzet over heel het jaar 2019. Daarnaast wordt een toegangsdrempel ingevoerd voor een minimum omvang van omzetverlies. Dit betekent dat slechts een lager gebruikelijk loon in aanmerking genomen mag worden wanneer het omzetverlies van de onderneming tenminste 30% is in 2021 ten opzichte van 2019. De overige voorwaarden die aan de goedkeuring zijn verbonden zijn vergelijkbaar met de regeling van 2020.

Reiskostenvergoeding

Eerder kondigde het kabinet in de kamerbrief ‘Specifieke aanpassingen in economisch steun -en herstelpakket’ van 18 december 2020 aan dat de mogelijkheid om de vaste onbelaste reiskostenvergoeding ongewijzigd door te betalen verlengd werd tot 1 februari 2021. Deze goedkeuring wordt tot 1 april 2021 verlengd. Dit houdt in dat tot 1 april 2021 de bestaande vaste reiskostenvergoeding door de werkgever onbelast kan worden vergoed, ook al worden deze kosten door het thuiswerken niet meer (volledig) gemaakt. Voorwaarde is wel dat het vaste vergoedingen betreft die al vóór 13 maart 2020 door de werkgever werden toegekend.

Werkkostenregeling

Voor het jaar 2020 had het kabinet de vrije ruimte verhoogd van 1,7% naar 3% voor de eerste €400.000 van de loonsom per werkgever. De verhoging van de vrije ruimte geldt ook voor 2021. 

Thuiswerkfaciliteiten

De werkgever kan onder bepaalde voorwaarden thuiswerkgerelateerde kosten onbelast vergoeden. Hierbij kan gedacht worden aan arbovoorzieningen en ICT-middelen. Het kabinet kondigt in de brief aan dat in samenspraak met maatschappelijke organisaties en sociale partners de mogelijkheden worden onderzocht van een aanvullende regeling waarbinnen het voor de werkgever mogelijk wordt om ook andere thuiswerkkosten onbelast te vergoeden.

Overige fiscale maatregelen

Een aantal overige fiscale maatregelen zouden per 31 maart 2021 aflopen. Het kabinet heeft deze maatregelen tot en met 30 juni 2021 verlengd.  Hierbij gaat het onder andere om uitstel van administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen, het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers en de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen.

(Bron: BDO)