Restricties NOW: belangrijkste aandachtspunten

De belangrijkste subsidieregeling uit het steunpakket van de overheid ter bestrijding van de coronacrisis is de NOW. Daarmee is naar schatting aan voorschotbedragen tot nu toe al zo’n € 15 miljard gemoeid. Met de NOW kunnen werkgevers subsidie krijgen in de vorm van een tegemoetkoming voor de loonkosten van hun werknemers.

De NOW is echter niet vrijblijvend. Bij een beroep op de NOW geldt in bepaalde situaties bijvoorbeeld een restrictie tot het uitkeren van dividend of winst aan aandeelhouders en derden, bonussen of winstdelingen aan bestuur en directie en de inkoop van eigen aandelen. Deze restricties kunnen zelfs gelden voor het gehele (internationale) concern waarvan de werkgever deel uitmaakt. In dit artikel worden de belangrijkste aandachtspunten toegelicht.

Wanneer gelden er restricties?

Niet in alle situaties hebben werkgevers die een beroep doen op de NOW te maken met restricties. Ook moet onderscheid worden gemaakt tussen de restricties onder de NOW-1 en de restricties vanaf de NOW-2.

NOW-1
Onder de NOW-1 gelden er alleen restricties als er een beroep wordt gedaan op de concernuitzondering. Dit houdt in dat de werkgever onderdeel is van een concern, maar er op concernniveau geen sprake is van een omzetdaling van ten minste 20%. De werkgever mag de omzetdaling dan onder bepaalde voorwaarden op het niveau van een zelfstandige werkmaatschappij of een groepsdeel berekenen. Eén van die voorwaarden is dat het gehele (internationale) concern zich aan de restricties moet houden.

NOW-2 en NOW-3
Onder de NOW-2 en NOW-3 zijn de restricties bij een beroep op de concernuitzondering hetzelfde. Daar zijn echter restricties bij gekomen wanneer de hoofdregel wordt toegepast: het berekenen van de omzetdaling op concernniveau of – als er geen concern is – op het niveau van de werkgever. Er gelden in dat geval alleen restricties wanneer er sprake is van een voorschot van € 100.000,- of meer of een definitieve subsidie van € 125.000,- of meer. Deze bedragen gelden per tranche van de NOW en per concern. Als aan één van de drempelbedragen wordt voldaan, dan moet de werkgever of rechtspersoon die NOW-subsidie ontvangt zich aan de restricties houden.

Voor welke periode gelden de restricties?

Bij een beroep op de NOW-1, NOW-2 en/of het eerste tijdvak van de NOW-3 (in de regelingen de eerste, tweede en derde tranche genaamd) gelden de restricties in beginsel voor het jaar 2020. Als een beroep wordt gedaan op het tweede of derde tijdvak van de NOW-3 (in de regelingen de vierde en vijfde tranche genaamd), dan gelden de restricties in beginsel voor het jaar 2021.

Vanaf de NOW-2 geldt echter nog het volgende: als er sprake is van een boekjaar dat afwijkt van het kalenderjaar, dan gelden de restricties voor het boekjaar of de boekjaren waarin de subsidieperiode valt. Ter illustratie: de subsidieperiode van de NOW-2 betreft de maanden juni, juli, augustus en september 2020. Als een werkgever wordt geconfronteerd met restricties op basis van de NOW-2 en er is sprake van een afwijkend boekjaar dat loopt van 1 augustus t/m 31 juli, dan gelden de restricties voor twee boekjaren (van 1 augustus 2019 t/m 31 juli 2021).

Hoe ver reiken de restricties?

Als de hoofdregel wordt toegepast, dan gelden de restricties voor de werkgever of rechtspersoon die NOW-subsidie ontvangt. Bij toepassing van de concernuitzondering moet het gehele (internationale) concern zich aan de restricties houden. Dit betekent dat alle concernonderdelen geen dividend of winst mogen uitkeren aan aandeelhouders en derden en geen eigen aandelen mogen inkopen. De bonusrestrictie is bij een beroep op de concernuitzondering echter beperkt tot bonussen aan bestuur of directie van het concernonderdeel dat NOW-subsidie ontvangt en bestuur of directie van het groepshoofd of de moedermaatschappij. Met andere woorden: concernonderdelen die zelf geen NOW-subsidie ontvangen en geen groepshoofd of moedermaatschappij zijn mogen nog steeds een bonus uitkeren aan eigen bestuur en directie.

(Bron: BDO0