Onder bepaalde voorwaarden kunt u scholingskosten in aftrek brengen op de transitievergoeding. De werknemer moet daar wel mee instemmen. U doet er verstandig aan om daarover ook een bepaling op te nemen in de arbeidsovereenkomst of arbeidsvoorwaardenregeling.
Investeren in de ontwikkeling van uw personeel
Het kabinet wil dat iedereen blijft leren en zich verder ontwikkelt tijdens het werkende leven en dat vraagt om investeringen. Om dit aantrekkelijker te maken voor werkgevers, kunnen zij opleidingskosten van hun medewerkers onder bepaalde omstandigheden aftrekken. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen transitiekosten en inzetbaarheidskosten.
Wat zijn transitiekosten?
Kosten die in mindering worden gebracht op een eventuele (latere) transitievergoeding, zijn kosten die:
- de werkgever maakt voor een cursus, studie of opleiding die de doorstroom van een medewerker naar ander werk bevorderen;
- worden gemaakt ter verbetering van de arbeidsmarktpositie van een medewerker.
Voorbeelden hiervan zijn scholing, outplacement en het hanteren van een langere opzegtermijn om de werknemer te helpen vanuit een lopend dienstverband naar een andere baan te solliciteren. Deze kosten worden transitiekosten genoemd, omdat ze zijn gericht op het van werk naar werk helpen van de werknemer.
Wat zijn inzetbaarheidskosten?
Inzetbaarheidskosten zijn kosten die verbandhouden met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer tijdens de arbeidsovereenkomst. Bijvoorbeeld een opleiding die geen betrekking heeft op de functie van de werknemer, maar die juist kan bijdragen aan een betere arbeidsmarktpositie van de werknemer in het algemeen. Zoals een managementtraining voor een medewerker die geen manager is.
Sinds 1 juli 2020 mogen werkgevers ook kosten voor activiteiten gericht op een andere functie binnen de eigen organisatie in mindering brengen op de transitievergoeding. Het hoeft dus niet per se te gaan om een functie elders.
Scholingskosten huidige functie
Scholingskosten ten behoeve van de huidige functie die iemand heeft, mogen niet worden afgetrokken van de transitievergoeding. Denk bijvoorbeeld aan een cursus medezeggenschapsrecht die een jurist arbeidsrecht volgt om zijn jaarlijks benodigde permanente opleidingspunten te behalen.
Wat zijn de voorwaarden voor aftrek scholingskosten?
In het ‘Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding’ staan maar liefst negen voorwaarden om de kosten te mogen verrekenen. De belangrijkste voorwaarden zijn:
- De werknemer moet schriftelijk akkoord gaan. Om discussie hierover te voorkomen, doet de werkgever er verstandig aan een bepaling in de arbeidsovereenkomst op te nemen.
- De scholingskosten worden gemaakt tijdens of na de periode waarover de transitievergoeding wordt berekend.
- De kosten moeten in een redelijke verhouding staan tot het doel waarvoor ze zijn gemaakt.
- De kosten moeten in een periode van maximaal vijf jaar voor het einde van het contract zijn gemaakt. tenzij partijen gezamenlijk een andere termijn hebben gehanteerd.
- De werknemer krijgt inzicht in de gemaakte scholingskosten.
Europese wetgeving
Onder de Wet werk en zekerheid (WWZ) bent u verplicht uw werknemers te scholen. Sinds augustus 2022 zijn de regels omtrent het aanbieden van scholing gewijzigd.
De werkgever dient de scholing namelijk kosteloos aan te bieden aan de werknemer als de scholing op basis van de wet of de cao verplicht is.
Deze kosten kunnen dus niet worden afgetrokken van de transitievergoeding. Niet-noodzakelijke scholing kan, onder bepaalde voorwaarden, wel in mindering worden gebracht op de transitievergoeding.
(Bron: ABAB)